Presentatie gehouden voor het Nationaal Jaarcongres Enterprise Architectuur Management 2014. Behandelt beveiligingsbeleid voor bedrijven.
The theoretical promises of quantum computing have been notoriously glorified by pop-science articles in recent years. The practical and feasible applications, however, are still scarce. This begs the question of what companies can do with this technology right now. At CGI, a proof of concept was developed to see how quantum computers could be integrated into existing enterprise software architectures.
LINK
Deze bijdrage aan "Smart Humanity" (red. W. Bronsgeest en S. de Waart 2020) schetst een beeld van modellen die richting geven aan processen, organisatorische inrichting, en informatievoorziening. AI-toepassingen worden hierbij gezien als onderdeel van de informatievoorziening.
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu met veel klant-specifiek engineeringswerk (Engineer-to-Order/EtO). Dit zet druk op alle afdelingen in het bedrijf zoals sales, engineering, productie en service. Een uitdagende manier voor deze bedrijven, om beter met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan, is het ontwikkelen van meer configureerbare producten (lego principe}. Hiervoor is een modulaire opbouw van het product nodig waarin verschillende productonderdelen gestandaardiseerd zijn en gebruikt kunnen worden in verschillende eindproducten. Zo kan, met minder engineeringsactiviteiten, een product geconfigureerd worden (Configure-to-Order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Voor diverse bedrijven vormen ook de mogelijkheden van Industry 4.0 en sustainabilty ambities belangrijke drivers in hun streven naar meer CtO. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit Sia RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen met casestudies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
In de MKB-maakindustrie zijn aanzienlijke kosten gemoeid met het intern transport van goederen en materialen. Het belang van gebruik van mobiele robots voor interne logistieke processen neemt dan ook razendsnel toe. Men wil betaalbare mobiele robotsystemen die betrouwbaar kunnen werken en navigeren binnen de unieke omgeving van de eigen werkvloer. Voor gerobotiseerde oplossingen wil en kan de MKB-maakindustrie echter niet afhankelijk zijn van één leverancier. Er is immers geen omgeving die geheel is toegespitst op en aangepast aan het gebruik van robots zoals in grootschalige logistieke bedrijven. Daarom is inzet van combinaties van robots van verschillende leveranciers met elk verschillende functionaliteiten noodzakelijk. Probleem is echter dat roboticaleveranciers specifieke verkeersmanagementsystemen (fleetmanagement) leveren en ook de interactie van robots met ERP (Enterprise Resource Planning) systemen, liften, deuren etc. op hun eigen wijze implementeren. Er bestaat geen generiek of geïntegreerd fleetmanagement systeem, waardoor de diverse typen robots nu letterlijk onafhankelijk van elkaar opereren. Dit resulteert in inefficiënt robotverkeer met een groot risico op verkeersproblemen, hinder voor personeel en dure parallelle koppelingen met interfaces (met deuren, liften etc.). Dit leidt tot verwarring, onzekerheid en potentiële veiligheidsproblemen bij werknemers op de werkvloer. Ambitie van het project Let’s Move IT is om verschillende fabricaten en typen mobiele robots (met elk hun eigen logistieke taken) beter met elkaar te laten communiceren en samenwerken. In het project wordt daartoe gewerkt aan integraal verkeersmanagement, modulaire interfaces en slimme gecombineerde omgevingsinterpretatie. Zo kunnen logistieke robots veilig, flexibel, robuust en adaptief opereren in een steeds veranderende productieomgeving in aanwezigheid van mensen. Het project is een samenwerking van Fontys Hogescholen, Haagse Hogeschool en NHL. Participerende (MKB-)bedrijven zijn werkzaam als ontwikkelaar, system integrator, toeleverancier en eindgebruiker van mobiele robotsystemen. Daarnaast zijn coöperatie Brainport Industries en Metaalunie nauw betrokken. In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld ten behoeve van het verkeersmanagement van meerdere fabricaten mobiele robots tegelijkertijd. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 18 (docent-)onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.