Dit rapport beschrijft de ontwikkeling van een instrument om werkdruk in het HBO (wehbho), de oorzaken van werkstress voor werknemers in het HBO, in kaart te brengen. Het beperkt zich tot de werk gebonden oorzaken van werkstress. Er zijn ordeningsmodellen gemaakt, waarmee gestructureerde interviews met medewerkers van HBO instellingen gevoerd kunnen worden. Met deze interviews kan de werkdruk gedetailleerd in kaart gebracht worden en in het verlengde daarvan adviezen geformuleerd worden over het onder controle houden of verminderen van de werkdruk.
DOCUMENT
Hoe is het gesteld met de werkdruk binnen de rechterlijke macht? Op die vraag wil de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), de beroepsvereniging en vakbond voor de rechterlijke macht, graag een antwoord. Zij vroeg de Hogeschool Utrecht om in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen een onderzoek uit te voeren naar de door haar leden gepercipieerde werkdruk en naar de achterliggende factoren die die werkdruk zouden kunnen verklaren
DOCUMENT
Monitor van 19 experimenten naar betere hantering werkdruk op de Hanzehogeschool. De monitor bevat inhoudelijk verslag van succesfactoren in 'samenwerking', 'toetsing', 'roostering en inzetplanning' en 'onderwijs met lef'. Daarnaast zijn een aantal lessons learned over HG-brede omgang met werkdruk aangegeven op het snijvlak van experimenteren, organiseren en leiderschap.
DOCUMENT
Veel essentiële beroepen kampen met een nijpend tekort aan medewerkers. Momenteel bestaat er een tekort van ongeveer 15.000 verpleegkundigen, oplopend naar 100.000 in 2030. Van startende verpleegkundigen verlaat 15% binnen twee jaar het zorgberoep, onder andere als gevolg van mentale overbelasting. Uitval door mentale overbelasting treft ook politiemensen. De politieorganisatie staat de komende jaren voor de uitdaging om 17.000 politiemensen erbij te krijgen. Het reduceren van mentale overbelasting van zorgprofessionals en politiemensen is cruciaal omdat een tekort van hen de samenleving hard treft. Dit postdoc-programma heeft als doel inzichtelijk te maken hoe de transitiefase van opleiding naar loopbaanstart voor professionals in essentiële beroepen beter kan worden ingericht, om mentale overbelasting te voorkomen en duurzame inzetbaarheid te vergroten. Onderzoeksvraag: Wat is de optimale samenstelling van transitieprogramma’s voor startende professionals in essentiële beroepen (zoals zorginstellingen en politie-eenheden), die bijdragen aan vermindering van werkstress, mentale overbelasting en geestelijke gezondheidsproblemen en aan bevordering van duurzame inzetbaarheid? Daartoe wordt een inventariserend onderzoek uitgevoerd - samen met zorginstellingen en de politieorganisatie - naar inhoud van en ervaringen met interventies die beginnende professionals ondersteunen tijdens de overgang van opleiding naar loopbaanstart (transitieprogramma’s). De uitkomsten hiervan vullen we aan met resultaten uit systematisch literatuuronderzoek. Opbrengsten: - Tweetal artikelen over transitie-interventies in zorginstellingen en in politie-eenheden; - Realist review naar mogelijk werkzame componenten van transitieprogramma’s voor verpleegkundigen en hun theoretische onderbouwing; - Update van model voor werk gerelateerde risico- en beschermende factoren voor politiemensen; - Gap-analyse met vergelijking van internationale literatuur (realist review en update literatuuronderzoek naar risicofactoren en beschermende factoren) met de huidige praktijk; - Blauwdruk voor (de componenten van) optimale transitieprogramma’s voor zorginstellingen en politie-eenheden; - Voorstel voor vervolgonderzoek gericht op effectiviteit van volgens blauwdruk ontwikkelde transitieprogramma’s; - Onderwijsmodules en verdere input voor opleidingen Human Resource Management (HRM), Verpleegkunde en de Minor Arbeid, Gezondheid en Welzijn.
Jonge pediatrische patiënten die een venapunctie of capillaire bloedafname ondergaan, ervaren vaak hoge niveaus van pijn en angst. Dit resulteert vaak in verontruste jonge patiënten en hun ouders, langere behandeltijden en een hogere werkdruk voor zorgverleners. Sociale robots zijn een nieuw en veelbelovend hulpmiddel om de pijn en angst van kinderen te verzachten.Doel Deze studie heeft tot doel doelbewust een sociale robot te ontwerpen en te testen om stress en angst tijdens bloedafname van kinderen te verminderen. Resultaten Kinderen die met de robot omgingen, vertoonden significant lagere niveaus van angst voordat ze daadwerkelijk bloed afnamen in vergelijking met kinderen die een standaard medische behandeling kregen. Kinderen in de middelste klassen van de basisschool (6-9 jaar) leken bijzonder gevoelig voor het vermogen van de robot om pijn en angst te verminderen voordat bloed wordt afgenomen. De ouders van kinderen vertoonden over het algemeen een sterke positieve houding ten opzichte van het gebruik en de effectiviteit van de sociale robot voor het verminderen van pijn en angst. De resultaten van deze studie tonen aan dat sociale robots kunnen worden beschouwd als een nieuw, effectief hulpmiddel om de angst van kinderen te verminderen voorafgaand aan de verontrustende medische procedure van bloedafname. Looptijd 01 september 2020 - 01 juli 2021 Aanpak We hebben eerst een sociale robot ontworpen op basis van de eisen van ervaren zorgprofessionals tijdens focusgroepsessies. Vervolgens hebben we een gerandomiseerd gecontroleerd experiment ontworpen waarin de sociale robot werd toegepast als een afleidingsmethode om zijn vermogen te meten om pijn en angst bij kinderen te verminderen tijdens bloedafname in het kinderziekenhuis. Aanvullende documenten en doorverwijzingen Video: Studenten programmeren robots voor WKZ- Hogeschool Utrecht Artikelen: HU-STUDENTEN PRODUCEREN ROBOTS VOOR ZIEKE KINDEREN IN WKZ Doorverwijzingen: Studenten programmeren robots voor kinderen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis
Dit onderzoeksvoorstel is gericht op de meest kwetsbare jongeren en volwassenen in onze samenleving die afhankelijk zijn van de zorg en woonachtig zijn in verschillende soorten instellingen en gezinshuizen en op de medewerkers van deze instellingen. Instellingen in de jeugdzorg, de maatschappelijke opvang, de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, gezinshuizen en justitiële/forensische (jeugd)inrichtingen zijn sinds de inwerkingtreding van de coronamaatregelen geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid. Dat heeft grote gevolgen voor het leven in deze settingen. Er is sprake van (nog) minder bewegingsvrijheid dan normaal, er zijn geen of zeer beperkte mogelijkheden voor bezoek en verlof, gezinshuisouders werken nu letterlijk 24 uur per dag en medewerkers zien zich voor de uitdaging gesteld om een volledig dagprogramma te realiseren en ook onderwijs of dagbesteding aan te bieden. Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in het leef- en werkklimaat zoals dat in deze tijd wordt ervaren door cliënten/bewoners en medewerkers van jeugdzorginstellingen, justitiële/forensische instellingen en gezinshuizen en de eventuele verschillen met het ervaren leefklimaat uit eerdere jaren inzichtelijk te maken. Daarnaast willen we inzicht krijgen in de veranderingen die in de verschillende settingen hebben plaatsgevonden in het dagelijks leven en welke factoren van invloed zijn op het ervaren leef- en werkklimaat. Tot slot is deze studie er op gericht betekenis te geven aan de door lessen te trekken uit de verzamelde gegevens voor de praktijk en voor beleidsmakers. Deze inzichten zijn van belang met het oog op de toekomst, met name met betrekking tot mogelijke aangescherpte en beperkende maatregelen als gevolg van bijvoorbeeld een nieuwe uitbraak of pandemie.