Zij-instromers zijn onmisbaar. Zij hebben een belangrijk aandeel in de oplossing voor het grote lerarentekort. Een passende en structurele begeleiding van de zij-instromer is cruciaal. Ter ondersteuning van deze begeleiding is een gesprekstool voor docenten, opleiders en begeleiders ontwikkeld.
MULTIFILE
Deze gesprekstool is ontwikkeld als onderdeel een verkennend onderzoek Homebase. Homebase is een verkennend onderzoek naar interventies ter preventie van jeugdcriminaliteit. Met deze verkenning willen wij bijdragen aan een stevige theoretische en praktijkgerichte basis voor beleidsontwikkelingen, en daarmee voor een preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit die de veerkracht van jongeren voorop stelt. Met als doel bijdragen aan preventie van jonge aanwas in de jeugdcriminaliteit en perspectief bieden aan groepen jongeren die opgroeien in kwetsbare en risicovolle omstandigheden. Het lectoraat Jeugd en Samenleving heeft in samenwerking met het lectoraat Aanpak Jeugdcriminaliteit van Hogeschool Leiden en lectoraat Youth Spot van Hogeschool van Amsterdam verkennend onderzoek gedaan in opdracht van de Directie Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken.
DOCUMENT
Wijk- en buurtgericht werken vanuit het perspectief van de burger is een belangrijk uitgangspunt in het sociaal en ruimtelijk domein. Echter, burgerparticipatie is vaak veeleisend en weinig inclusief en eindigen regelmatig in een teleurstelling (Verloo, 2023). Professionals hebben behoefte aan alternatieven om samen te werken met inwoners als gelijkwaardige bron van kennis. Bindkracht10 en het Lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit van de HAN hebben samen hiervoor de ‘Wijkwaardenkaart’ ontwikkeld. Dit is een narratieve gesprekstool voor professionals en wijkbewoners die buurt- of wijkgericht werken. De tool heeft twee onderdelen: de gesprekskaart en de praatplaat. Professionals ervaren dat de praatplaat relatief duur en arbeidsintensief is waardoor de dialoog over de wijkwaarden nauwelijks opgang komt. Deze dialoog is nodig om daadwerkelijk het eigenaarschap van inwoners over hun eigen leefomgeving te vergroten. Daarom willen professionals een digitale tool ontwikkelen die hier meer mogelijkheden toe biedt. Dit doen we samen met sociale professionals van Bindkracht10, woningcorporatie Talis, Frank Los Weer een Los, de wijkraad Venlo-Oost en het Lectoraat Media Design. De centrale vraagstelling is: Hoe kunnen we een digitale tool ontwikkelen voor sociale professionals om inwoners eigenaarschap te laten ervaren over hun eigen leefomgeving? We volgen het ‘design thinking proces’. In het eerste werkpakket verkennen we in een focusgroep de wensen en behoeften voor de digitale tool. We kijken hierbij ook naar toegankelijkheid en inclusie. In het tweede werkpakket werken we in een focusgroep de ontwerpprincipes uit en kiezen we concrete ideeën uit voor het ontwerp. Op basis hiervan wordt een prototype ontwikkeld. In het derde werkpakket testen we dit prototype uit in de Nijmeegse wijk Lindenholt en in Venlo-Oost en evalueren we. Op basis van de evaluatie wordt het prototype aangescherpt. In de laatste fase schrijven we een handreiking en delen we onze kennis en de tool in het netwerk en het onderwijs.
Inzet van serious games als scholingsinstrument voor zorgprofessionals of als patiëntinterventie neemt sterk toe. Serious games kunnen kosten besparen en zorgkwaliteit verbeteren. (Potentiële) afnemers vragen, in lijn met het medische onderzoeksparadigma, vaak naar de klinische effectiviteit (internal validity) van deze games. Het gros van de Nederlandse game-ontwikkelaars bestaat echter uit kleine ondernemingen die het aan middelen en expertise ontbreekt om de hiervoor benodigde longitudinale onderzoekstrajecten uit te voeren. Tegelijkertijd tonen mkb’ers, meestal zonder ervan bewust te zijn, tijdens het game-ontwikkelproces al verschillende validiteitsvormen aan volgens het design-onderzoeksparadigma (face validity, construct validity, e.d.). Door dit niet bij hun afnemers kenbaar te maken, komt een constructieve dialoog over validiteit moeilijk op gang en lopen mkb’ers opdrachten mis. Het ontbreekt hen aan een begrippenkader en praktische handvatten. Bestaande raamwerken zijn nog te theorie-gedreven. Om mkb’ers te helpen de 'clash' te overbruggen tussen het medische en het design-onderzoeksparadigma, ontwikkelen lectoraten ICT-innovaties in de Zorg (Hogeschool Windesheim, penvoerder) en Serious Gaming (NHL Stenden Hogeschool) samen met elf mkb’ers, afnemers, studenten en experts in een learning community drie hulpmiddelen: •Checklist: praktische mkb-richtlijnen voor het vaststellen van validiteit; •Beslisboom: op basis waarvan mkb’ers onderbouwd de juiste validatiemethode kunnenselecteren; •Serious game: om samen met (potentiële) afnemers te spelen, zodat verschillende soortenvaliditeit expliciet benoemd worden. De hulpmiddelen worden inhoudelijk gevoed door casestudies waarin mkb’ers gevolgd worden in hoe validiteit momenteel wordt vastgesteld en geëxpliciteerd in het ontwikkelproces. Vervolgens brengen we de ontworpen hulpmiddelen in de mkb-praktijk voor evaluatie. Opgeleverde hulpmiddelen stellen mkb’ers in staat werkbare validatiemethoden toe te passen gedurende het game-ontwikkelproces om acceptabele bewijslast op te leveren voor potentiële afnemers, waardoor hun marktpositie versterkt. Ook draagt het project bij aan operationalisering van bestaande raamwerken en kunnen de hulpmiddelen in game design-curricula worden geïncorporeerd.
De textielsector is vandaag de dag grotendeels anoniem en gefragmenteerd: het is niet of nauwelijks bekend waar onze kleding vandaan komt, wie het maakt, en wat de impact op de natuur en mensen is. Dat zorgt voor verlies van vakkennis en vervreemding tussen mens en materiaal. The Linen Project (TLP), gestart in 2018 door CraftsCouncilNederland, wil daar verandering in brengen door zich in te zetten voor het verbouwen van vlas in Nederland met als doel relaties te herstellen en vitale kennis van maakprocessen te herontdekken en reactiveren. In het ‘3ha Vlas’-project van TLP zijn spelers in de keten -van vlaszaad, boer, spinner, wever en ontwerper- de uitdaging aangegaan om gezamenlijk 3 hectare biologisch vlas te verbouwen. Zij creëren hiermee een lerende gemeenschap waar het delen van kennis leidt tot een duurzame toekomst voor vlas. Binnen deze keten onderzoekt Avans -terwijl de keten het vlas in linnen producten verwerkt- hoe de partners samenwerken aan een duurzame textielketen. Niet alleen door het maken van producten, maar ook door nieuwe vormen van samenwerken te ontwikkelen, gebaseerd op gelijkwaardigheid, vertrouwen en gedeeld eigenaarschap. In dit verkennende onderzoek wordt inzicht verkregen in de rollen en wijze van risicodeling in een collectieve waardeketen van lokaal linnen. Dit met een ‘leren door doen’ aanpak vanuit een gezamenlijk begrip van elkaars positie in de keten, en vanuit risicodeling (financieel, tijd, kennis), zodat er beter op elkaar ingespeeld kan worden. Het project ontwikkelt enerzijds een gesprekstool die de rollen duidt: van ieders rol in het collectief en van het collectief als geheel. Anderzijds worden de principes voor risicodeling in een collectief in kaart gebracht, zodat een collaboratief waardemodel ontwikkelt kan worden. Deze resultaten kunnen vervolgens breder ingezet worden in de ontwikkeling van andere collectieve waardeketens.