Dit paper is het eindproduct van leerarrangement 1 (Zin in Leren) van de HBO masteropleiding Leren en Innoveren. Het is een literatuurstudie naar blended learning en hoe blended learning kan bijdragen aan een beter leerresultaat van de student.
DOCUMENT
De vraag die we in dit artikel adresseren is: in hoeverre hebben de verschillen tussen hbo en wo invloed op didactische vraagstukken en aanpakken bij het ontwerp van vormen van open en online onderwijs? Om daar meer inzicht in te krijgen schetsen we in dit artikel een hbo- en een wo-casus. In deze casussen worden didactische vraagstukken benoemd en de wijze waarop ze zijn aangepakt. Op basis van deze casussen trekken we een aantal conclusies ten aanzien van de vraagstelling.
LINK
Hoe kan business onderwijs bijdragen aan een economie die deugt? Dat is de centrale vraag van de onderzoekslijn Reshaping Business Education (RBE) waar lector Jacco van Uden van De Haagse Hogeschool zich druk om maakt. Hierbinnen richt ik me in de periode april 2021-december 2022 op de vraag hoe het business onderwijs een plek kan geven aan ‘omgaan met onzekerheid’. Als kunstenaar weet ik dat onzekerheid ook een creatieve kracht is, die ingezet kan worden in een business context. Onzekerheid als bron van innovatie. In Jacco als lector Change Management heb ik een medestander gevonden voor dit onderwerp.
MULTIFILE
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
Het aantal abonnementen op fysieke kranten en tijdschriften daalt, maar de nieuwsbehoefte zeker niet. Met Blendle is het mogelijk om op de hoogte te blijven van alle nieuwsberichten los of naast fysieke abonnementen. Je kunt de artikelen direct lezen, later alsnog opzoeken of bewaren om later te lezen waar en wanneer het je uitkomt.
DOCUMENT
Tekstloze prentenboeken zijn beloftevol bij het versterken van omgevingsbewustzijn vanwege de vaak sterke zeggingskracht van de afbeeldingen in dit type boeken. Door gebrek aan tekst zijn ze daarnaast niet gebonden aan een bepaalde taal, dus heel goed in te zetten in internationale contexten. Een kleine studie laat zien dat lezers soms gegrepen worden door dezelfde en soms door verschillende afbeeldingen, meer of minder gedetailleerd kijken en dat de afbeeldingen soms hetzelfde en soms verschillend geduid worden.
DOCUMENT
Op 16 maart sloten alle opleiding in het Hoger Onderwijs hun deuren in verband met de maatregelen als gevolg van de COVID-19 pandemie. Dit was ook het geval voor de opleiding Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) van de Hogeschool Inholland in Haarlem. Deze vier jarige hbo-opleiding leidt studenten op voor het werk als Medisch Beeldvormings- en Bestralingsdeskundigen (MBB-er) in de Medische Beeldvormende vakgebieden en in de Radiotherapie. Voor dit onderwijs heeft de opleiding een skills lab met daarin diverse beeldvormende apparatuur en een virtuele versneller. Deze virtuele versneller is ontwikkeld door het Britse bedrijf Vertual en wordt naast de MBRT-opleiding van Hogeschool Inholland ook door vergelijkbare opleidingen gebruikt.
DOCUMENT
Dit artikel behandelt de eerste vier transformatiedoelen van de Jeugdwet. Hoe ver zijn we met de realisatie van deze transformatiedoelen, en wat zijn de dilemma’s en knelpunten bij de realisatie ervan? Wat maakt dat het wonderwoorden zijn? Bij elk transformatiedoel schetst de auteur een aantal van zijn observaties, mede geïnspireerd door onderzoek dat hij samen met anderen de afgelopen jaren heeft gedaan. Afsluitend gaat hij in op de implicaties voor het wonderwoord ‘professionele ruimte’, het vijfde transformatiedoel. “This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in 'Jeugdbeleid'. The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/s12451-019-00218-7. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
MULTIFILE
Ik wil vandaag vooral ingaan op de vraag hoe gedrag als object van studie gedefinieerd kan worden en hoe daar onderzoek naar gedaan kan worden. Aan de orde komen achtereenvolgens de psychologische, pedagogische, epistemologische en professionele plaatsbepaling van het lectoraat, dat als opdracht heeft om praktijkgericht onderzoek uit te voeren naar gedrag in de educatieve praxis. Die opdracht zal ik verbinden met de noodzaak om onderzoek naar gedrag van leerlingen en leraren te verbinden met onderzoek met en door leerlingen en leraren (c.q. studenten).
DOCUMENT
Ik wil vandaag vooral ingaan op de vraag hoe gedrag als object van studie gedefinieerd kan worden en hoe daar onderzoek naar gedaan kan worden. Aan de orde komen achtereenvolgens de psychologische, pedagogische, epistemologische en professionele plaatsbepaling van het lectoraat, dat als opdracht heeft om praktijkgericht onderzoek uit te voeren naar gedrag in de educatieve praxis. Die opdracht zal ik verbinden met de noodzaak om onderzoek naar gedrag van leerlingen en leraren te verbinden met onderzoek met en door leerlingen en leraren (c.q. studenten).
DOCUMENT