Cervicale mobilisaties en manipulatiesworden frequent en effectief uitgevoerd bijpatiënten met nek- en hoofdpijn. Slechtszeer zelden is er sprake van een calamiteit(zware complicatie) na een cervicaletechniek. Premanipulatieve tests gerichtop arteriële integriteit en ligamentairestabiliteit lijken niet voldoende valide enniet voldoende betrouwbaar te zijn. Hetzou daarom waardevol zijn als patiëntenmet een verhoogd risico voorafgaande aaneen cervicale handeling geïdentificeerdkunnen worden aan de hand van specifiekekenmerken. In deze review wordende karakteristieken in kaart gebracht vanpatiënten, behandelaren, het behandelprocesen de complicaties.
Dit boek geeft een uitgebreide beschrijving en interpretatie van de kredietcrisis zoals die in het najaar van 2008 plaats vond. De inhoud betreft een zeer ingewikkelde en veelzijdige materie die op een duidelijke wijze is weergegeven, waarbij theorie en de praktijk bij elkaar komen. Het bevat enerzijds veel informatie over de kredietcrisis en anderzijds een veelzijdigheid aan onderwerpen zoals: waarderingsgrondslagen, financieringsstructuren, informatie, marketing (vooral promotie, sponsoring, merkenstrategie), integriteit, moral hazard, wilsgebreken, aansprakelijkheid, politiek, risico's, risicomanagement en beloningsstructuren. Het onderwerp beslaat de basis van onze economie, namelijk het vertrouwen in onze samenleving en daarmee transparantie en integriteit. De veelzijdigheid van het onderwerp, de theoretische onderbouwingen, de vele praktijkcomponenten en de vele relevante afbeeldingen, maken van dit manifest een boek over de economie in praktijk. Doelgroepen voor dit zijn: de gedupeerden, de politici en beslissers in financiële instellingen, studenten en middelbare scholieren en alle overige geïnteresseerden. Om het boek voor een breed publiek toegankelijk te houden, is de materie op een eenvoudige wijze beschreven waarbij gebruik wordt gemaakt van veel afbeeldingen en eenvoudig taalgebruik.
Na een misdrijf blijven er vaak vingersporen en biologische sporen, zoals bloed, speeksel, sperma of huidcellen, achter op een plaats-delict. Deze sporen kunnen een belangrijke rol spelen bij de opsporing en vervolging van misdrijven. DNA uit biologische sporen en vingersporen kunnen worden gebruikt om verdachten of betrokkenen te identificeren. Daarnaast kan uit de aard van het spoor en de plek waar het is aangetroffen informatie worden afgeleid over de wijze waarop het misdrijf is gepleegd. Het zoeken, vinden, selecteren en veiligstellen van deze sporen is daarom van groot belang. Dit proces wordt echter bemoeilijkt doordat biologische sporen en vingersporen vaak niet met het blote oog zichtbaar zijn en doordat op delictplaatsen ook sporen aanwezig zijn van mensen en activiteiten die niets met het misdrijf te maken hebben. Hierdoor bestaat de kans dat irrelevante sporen worden meegenomen voor verder onderzoek, terwijl kansrijke delict-gerelateerde sporen achterblijven op de plaats-delict. Een tweede probleem is dat de sporen op een sporendrager kunnen veranderen na verloop van tijd en door activiteiten die plaatsvinden tijdens het forensisch onderzoeksproces. Dit bemoeilijkt de integriteit en interpretatie van het sporenbeeld. Om beter te kunnen zoeken naar sporen, beter te kunnen bepalen of ze relevant zijn, en de informatie die de sporen in zich dragen te kunnen behouden tijdens het forensische onderzoeksproces is met het werkveld een multidisciplinair onderzoeksprogramma ontwikkeld, bestaande uit twee onderzoekslijnen: (1) Een onderzoekslijn om het zoeken naar en het interpreteren van delict-gerelateerde sporen op een plaats-delict te verbeteren. (2) Een onderzoekslijn om het forensische onderzoeksproces van veiligstellen, verpakken, transporteren en bemonsteren van sporen op sporendragers te verbeteren. In de twee onderzoekslijnen worden in samenwerking tussen onderzoekers en professionals verschillende processtappen uit het forensisch onderzoek verbeterd. Samen versterken ze het integrale plaats-delict onderzoek en verbeteren ze de kwaliteit van de gehele forensische keten, van plaats-delict tot rechtszaal.
Het creëren van een cultuur die tot gewenst gedrag van medewerkers leidt, is voor mkb-ondernemingen een grote uitdaging. Uitsluitend Hard Controls, zoals procedures, regels en richtlijnen, geven niet het beoogde resultaat. Om de gewenste cultuur te creëren zijn aanvullend ‘Soft Controls’ nodig: beheersmaatregelen die ingrijpen op c.q. appelleren aan het persoonlijk functioneren van medewerkers. Het gaat om maatregelen die van invloed zijn op bijvoorbeeld motivatie, loyaliteit, ethiek, integriteit, inspiratie en normen en waarden. Voorbeelden van Soft Controls zijn voorbeeldgedrag, ruimte om incidenten te melden en het creëren van verantwoordelijkheidsbesef. Er is weinig (wetenschappelijke) kennis over Soft Controls in de dagelijkse praktijk van mkb-ondernemingen. Tegelijkertijd hebben ondernemers in het mkb grote behoefte aan kennis. Met het project ‘Het MKB met Soft Controls in control’ is in de gewenste kennis en inzichten en in een bijbehorend instrumentarium voor het mkb voorzien. Het belangrijkste resultaat van dit project voor het mkb is een gevalideerd soft control instrument waarmee een mkb-bedrijf inzicht krijgt in de Soft Controls die het toepast en waar mogelijkheden voor verbetering liggen (diagnose): de Soft Control Scan. In het project zijn ook conform plan handreikingen voor beheersmaatregelen opgenomen om de organisatiecultuur, normen en waarden en bijbehorende houding en gedrag in het bedrijf te verbeteren: de Soft Control Toolkit. Wij willen deze Soft Control Toolkit verder uitwerken en beter koppelen aan de Soft Control Scan. Toekenning van de Top-up subsidie zou dit mogelijk maken. De argumentatie voor de noodzaak Top-up is hieronder weergegeven.
Problemen met het in control zijn op houding en het gedrag staan het goed functioneren en presteren van MKBondernemingen in de weg. Hoe zijn integriteitsrisico’s te beheersen, hoe kunnen de motivatie, inspiratie, creativiteit en loyaliteit van medewerkers positief worden beïnvloed? Hoe zijn dit soort “vage begrippen” meetbaar te maken en hoe zijn vervolgens werkzame maatregelen te bepalen? Het creëren van een cultuur die tot gewenst gedrag van medewerkers leidt, is voor MKB-ondernemingen een grote uitdaging. Uitsluitend harde controls zoals, zoals procedures, regels en richtlijnen, geven niet het gewenste resultaat. Om de gewenste cultuur te creëren zijn aanvullend “soft controls” nodig: (beheersings)maatregelen die ingrijpen op c.q. appelleren aan het persoonlijk functioneren van medewerkers. Het gaat om maatregelen die van invloed zijn op bijvoorbeeld motivatie, loyaliteit, ethiek, integriteit, inspiratie en normen en waarden. Voorbeelden van soft controls zijn voorbeeldgedrag, ruimte om incidenten te melden en het creëren van verantwoordelijkheidsbesef. Onderzoek naar soft controls richt zich tot nu toe vrijwel uitsluitend op grote ondernemingen en overheidsinstellingen. Er is weinig kennis over soft controls in de dagelijkse praktijk van MKB-ondernemingen. Ook zijn er geen publiek toegankelijke instrumenten beschikbaar die specifiek zijn gericht op soft controls in het MKB. Met het project ‘Het MKB met Soft Controls in control’ wordt in de gewenste kennis en inzichten en in een bijbehorend instrumentarium voor het MKB voorzien. Het belangrijkste resultaat voor het MKB is een soft control instrument waarmee een MKB-bedrijf a) inzicht krijgt in de soft controls die het toepast en waar mogelijkheden voor verbetering liggen (diagnose) en b) handreikingen krijgt voor beheersingsmaatregelen om de organisatiecultuur, normen en waarden en bijbehorende houding en gedrag in het bedrijf te verbeteren. De deelnemende MKB-bedrijven hebben gedurende het onderzoek al het gevraagde inzicht gekregen, beheersingsmaatregelen toegepast en beproefd en zijn na afloop meer in soft control.