Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
DOCUMENT
In haar recent verschenen eindrapport Lage drempels, hoge dijken doet de commissie-Remkes aanbevelingen voor de versterking van ons parlementaire stelsel. Het doel is de Tweede Kamer ,,te versterken als een voor burgers herkenbare en invloedrijke volksvertegenwoordiging". Daarvoor moet de Kamer grip op de eigen agenda krijgen, informatie inwinnen en commissies opzetten. Maar voor een parlementaire grip en toezicht op internationaal beleid schieten de aanbevelingen van de commissie tekort. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/mendeltje/
DOCUMENT
Het recyclen van textielafval is een belangrijk speerpunt van de overheid in het beleidskader circulaire economie. Textiel inzameling wordt recent sterk gestimuleerd, gelijktijdig neemt de afzet van tweedehandskleding internationaal structureel af. Hierdoor moeten er andere manieren gevonden worden om textiel opnieuw in te zetten als grondstof. Mechanische verwerking wordt al toegepast, maar leidt tot laagwaardige producten en draagt onvoldoende bij aan de circulaire gedachte. Het lectoraat Smart Functional Materials van Saxion hogeschool is daarom al langer bezig alternatieve technieken te ontwikkelen om textiele afvalstromen opnieuw in te zetten. SaXcell is hiervan een belangrijke resultante, waarbij katoenafval geregenereerd wordt tot een cellulosevezel die als hoogwaardige grondstof gebruikt kan worden in de textielindustrie. NHL Stenden hogeschool en de bedrijven Cumapol, Morssinkhof en DSM-Niaga werken samen om de polyester kringloop in de kunststofindustrie te sluiten. Beide processen gaan wel uit van zuiver uitgangsmateriaal: mono-stromen van katoenafval, cq polyester afval. Het overgrote deel van textielafval bestaat echter uit garens die opgebouwd zijn uit een mix van katoen- en polyester vezels (polycotton). Het upcyclen van deze gemengde polycotton afvalstroom is daarmee in de praktijk nog steeds een aanzienlijk probleem. Doelstelling van dit project is om binnen twee jaar de bestaande kennis in het consortium en de literatuur (TRL 3-4) op het gebied van polycotton recycling te vertalen naar een procesomschrijving (TRL 5-6), die door leden van het consortium en andere textielbedrijven omgezet kan worden naar een industrieel proces. Hierdoor kan een zeer grote fractie van het Nederlandse textielafval hoogwaardig verwerkt worden en als vervangende grondstof dienen. Hogescholen Saxion en NHL Stenden ondersteund door brancheorganisaties Modint en FTN gaan samen met het bedrijfsleven deze uitdaging aan. De betrokken MKB-bedrijven kunnen deze kennis gebruiken op hun eigen specifieke producten en processen. Daarnaast wordt de kennis ingezet voor nieuwe casuïstiek binnen de bachelor en masteropleidingen van beide hogescholen.
Het CoVE SEED project is een samenwerkingsverband tussen vijf Europese regio’s die het beroepsonderwijs op het gebied van duurzame energie willen innoveren en ontwikkelen om tot een fossielvrije wereld te komen. Lees hier alles over de regionale en Europese samenwerking.

ESTAB (ESTABlish: voor elkaar krijgen) staat voor Energie Systeem Transitie in Actie op Bedrijventerreinen. De wil om de energietransitie op bedrijventerreinen voor elkaar te krijgen is aanwezig – zeker nu de energieprijzen fors zijn gestegen. De handvatten om – vanuit het publieke perspectief – deze transitie vorm te geven, aan te jagen en te ondersteunen en de transitie daarmee daadwerkelijk vaart te geven zijn nog niet volledig ontwikkeld. En dat terwijl bijna de helft van het aardgas en 1/3 van de elektriciteit in Nederland op bedrijventerreinen gebruikt wordt. Gemeenten, provincies en regio’s hebben studies uitgevoerd naar de ‘toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen’ waar de energietransitie onderdeel van is. Professionals (op terreinen economie, leefbaarheid, duurzaamheid) geven aan nu onvoldoende handvatten te hebben om de uitkomsten van deze onderzoeken te vormen tot gericht beleid en/of acties die de energietransitie op bestaande bedrijventerreinen in gang zetten en houden. De overkoepelende vraag vanuit de publieke stakeholders luidt: ‘wat is een geschikte versnellingsaanpak voor de energietransitie op bestaande bedrijventerreinen die aansluit bij de behoefte en het ‘ritme’ van ondernemers?” De ambitie van het consortium is om te bepalen hoe publieke partijen – in samenhang met andere stakeholders - hun rol kunnen invullen, zodat de energietransitie van bestaande bedrijventerreinen versneld wordt. De focus ligt daarbij op het handelen van professionals in de gemeente in samenwerking met andere publieke en private stakeholders in (vooral) regionaal verband. In ESTAB worden handvatten voor de energietransitie op bedrijventerreinen ontwikkeld met betrekking tot informatie over het lokale energiesysteem (techniek) en stakeholders, competenties van de betrokken stakeholders (gedrag) en de daadwerkelijke transitie op bedrijventerreinen. Bedrijventerreinen in drie gemeentes worden in dit onderzoek gebruikt om de handvatten te ontwikkelen. In regionaal verband wordt de werkwijze met een 30-tal gemeenten gevalideerd. In het projectconsortium zitten naast gemeenten onder meer provincies, regio’s, ondernemers, energiecoöperaties, netbeheerders en omgevingsdiensten.