In deze deelrapportage worden resultaten weergegeven die afkomstig zijn uit interviews die met 28 buurtsportcoaches zijn gehouden die zich richten op kwetsbare burgers. Dit zijn burgers met een laag inkomen, lage SES, mensen met een migratieachtergrond en/of met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag (zoals benoemd in de inleiding, hoofdstuk 1) zijn vragen gesteld over de organisatie van het werk, de aanpak die buurtsportcoaches voor deze doelgroep hanteren, de activiteiten die zij aanbieden en de resultaten daarvan, en de samenwerking die ze aangaan. Daarnaast wordt ingegaan op belemmerende en bevorderende factoren in de werkzaamheden, de resultaten van de inzet en de manier van monitoren en evalueren. Resultaten: Nagenoeg alle buurtsportcoaches die zich richten op kwetsbare burgers werken in een team. Het overgrote deel ervaart veel vrijheid in de werkzaamheden en weet wat hij/zij voor taken heeft. Veel doelen zijn geformuleerd op effectniveau waarbij sport als middel wordt ingezet. Deze buurtsportcoaches gaan actief op zoek naar de doelgroep. Hun aanpak baseren ze veelal op eigen ervaring en kennis van anderen. Deze buurtsportcoach werkt veel samen met andere organisaties. De waardering die de buurtsportcoach krijgt, alsook steun en draagvlak voor de functie, vrijheid in werkzaamheden en zichtbaarheid in de wijk zijn factoren die bevorderend werken op de werkzaamheden van de buurtsportcoaches. Belemmerende factoren zijn met name gelegen in cultuurverschillen en in traagheid van processen. De buurtsportcoach zelf dient over een heel scala aan kennis, vaardigheden en kwaliteiten te bezitten. De buurtsportcoaches geven zowel resultaten weer op prestatie- als op effectniveau, zoals het verbeteren van de leefstijl, vergroten van zelfredzaamheid of beter welbevinden van de deelnemers. Daarnaast hebben zij expliciet oog voor individuele successen die worden geboekt. Maatwerk is essentieel voor deze doelgroep. Een groot deel van de mensen die worden bereikt behoort tot de inactieven. De manier van registratie en monitoring varieert enorm, sommigen registreren wekelijks, anderen doen dit veel minder frequent. Aangegeven wordt dat tijd en middelen om te monitoren soms ontbreken of dat de proceskant moeilijk te meten is. Conclusie en aanbevelingen: Verreweg de meeste doelen zijn geformuleerd op effectniveau of op prestatieniveau. Uit de interviews blijkt dat deze effecten vaak een individueel traject betreffen, waarbij sport als middel wordt ingezet. Het proces daartoe lijkt echter wel sterk resultaatgericht, namelijk het bereiken van juist die burgers die de inzet het hardst nodig hebben. Kwaliteit gaat hierbij boven kwantiteit. Werkzame principes voor de aanpak van de buurtsportcoach die zich richt op kwetsbare burgers lijken: actief op zoek gaan naar de kwetsbare burgers, maatwerk leveren en vraaggericht werken, een vertrouwensband opbouwen, inzet van rolmodellen en tot slot laagdrempelige activiteiten. Dat de kwetsbare burgers soms lastig vindbaar zijn en cultuurverschillen die worden ervaren belemmeren soms de werkzaamheden. Voor dit type buurtsportcoach wordt specifiek aanbevolen om ondersteuning te bieden bij monitoring en evaluatie, scholing te verzorgen in complexiteit van de doelgroep en scholing te verzorgen in verschillende typen organisaties waarmee de buurtsportcoaches samenwerken.
MULTIFILE
Voor het lectoraat staat het beantwoorden van de volgende vraag centraal: hoe kunnen professionals, werkzaam in de praktijk, de gezondheid en het welzijn van kwetsbare ouderen bevorderen? Door antwoorden te zoeken op deze vraag draagt het lectoraat bij aan een gezonde samenleving, een profilerend thema voor Hogeschool Inholland dat richting geeft aan de inrichting van het onderwijs en onderzoek. De Gezonde Samenleving verwijst naar een integrale benadering van zorg en welzijn, waarin de mens zelf centraal staat en niet de afzonderlijke problemen waar hij of zij tegenaan loopt.
DOCUMENT
Full text via link. Kwetsbare burgers die zorg en ondersteuning krijgen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn nog niet zo zelfredzaam, zegt Els Overkamp, onderzoeker van Hogeschool Utrecht (HU). Terwijl zelfredzaamheid wel een belangrijk uitgangspunt is van de Wmo. “Bij de ondersteuning wordt niet altijd het netwerk van de cliënt betrokken. De klantgerichte hulpverleners hebben vaak de neiging om het probleem van cliënten uit handen te nemen, in plaats dat ze hen stimuleren zelf tot een oplossing te komen. Zo werken ze al heel lang.”
LINK
Gemeenten zoeken naar nieuwe manieren om samen met burgers te komen tot oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. In het Europese project CoSIE experimenteren we met verschillende manieren om deze co-creatie vorm te geven. We kijken bijvoorbeeld naar het verbeteren van de leefbaarheid in een wijk en het vinden van werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.Doel Het project CoSIE onderzoekt hoe dienstverlening kan verbeteren als gemeenten die samen met burgers en andere betrokkenen ontwerpt. Deze manier van werken heet co-creatie. De verschillende manieren van cocreatie worden onderzocht. We richten ons op burgers die moeilijk te bereiken of kwetsbaar zijn. Bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, en kinderen met overgewicht. Daarnaast onderzoeken we welke meerwaarde digitale hulpmiddelen en open data kunnen hebben in het proces van co-creatie. Ook kijken we hoe het laten vertellen en vastleggen van individuele verhalen hieraan kan bijdragen. Lees meer op de projectwebsite Resultaten Het project zal leiden tot inspirerende voorbeelden van co-creatie voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan overgewicht bij kinderen of centraal wonen door ouderen. Een greep uit de tussenresultaten en publicaties tot nu toe: Whitepaper 'de menselijke maat terug bij de overheid' (Sociaal Bestek, december '20) Pilotposters met een korte beschrijving van de pilots in de 10 landen Co-creation of Public Service Innovation - Something Old, Something New, Something Borrowed, Something Tech – CoSIE White Paper Rapid Evidence Appraisal of the Current State of Co-creation in Ten European Countries. Relevance, Understanding and Motivation – The Key Catalysts of Co-creation Towards a Roadmap for Co-creation – Practical Ideas and Useful Tools Presentatie 3 oktober 2019 tijdens een KSI-lunchmeeting Looptijd 01 december 2017 - 01 april 2021 Aanpak Het project bestaat uit verschillende pilots in de gemeenten Nieuwegein en Houten. Andere EU-landen zijn al eerder begonnen met hun pilots. Van die ervaringen kunnen wij in ons Nederlandse onderzoek leren. Pilot gemeente Nieuwegein Bewoners denken in de pilot in Nieuwegein mee over hoe hun buurt socialer en veiliger kan. In gesprekken met hen kwam het afvalprobleem vaak naar voren. Daarom bedenken we samen oplossingen waar bewoners zich betrokken bij voelen. Zo organiseren we discussiebijeenkomsten met bewoners en gebruiken we creatieve visuele vormen om hun verhalen te vertellen. In dit interview vertelt Nynke Joustra, projectleider bij de gemeente Nieuwegein, meer over de pilot en de bredere aanpak 'Nypels' waarbinnen deze pilot wordt uitgevoerd: No time to waste: co-creatie tegen afval. Pilot gemeente Houten De gemeente Houten wil de begeleiding van kwetsbare groepen bij het vinden van werk verbeteren. Samen met werkzoekenden, ondernemers, ngo's en andere gemeentelijke diensten werkt Houten in co-creatie aan een betere dienstverlening. In het najaar van 2019 probeert de gemeente verschillende oplossingen uit.
Door aanhoudende digitalisering nemen de mogelijkheden voor data-analyse toe. In de private sector wordt hier al veelvuldig gebruik van gemaakt, maar in de publieke sector is men nog voorzichtig. Met name in het veiligheidsdomein wordt nog voorzichtig omgesprongen met technologieën zoals dashboards, big data en kunstmatige intelligentie. De reden hiervoor is de balans die bewaard moet worden tussen de soms vergaande bevoegdheden van overheden en de bescherming van burgers, die zich soms in een kwetsbare positie bevinden.
Participatie van kwetsbare burgers en de vermaatschappelijking van de zorg vormen belangrijke beleidsthema’s van landelijke en lokale overheden en van organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Ervaringsdeskundigheid, die gebaseerd is op persoonlijke ervaringen met ontwrichting en het herstel daarvan, is in dit kader sterk in opmars. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, kunnen vanuit eigen ervaring bemoedigen en verminderen het stigma dat participatie kan blokkeren. GGZ Nederland, het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn van mening dat ervaringsdeskundigheid het herstel en de participatie van ‘verwarde’ en kwetsbare burgers kan bespoedigen. De behoefte aan ervaringsdeskundigen binnen de zorgverlening is groot. HBO-opgeleide zorgverleners met eigen cliënt- of probleemervaringen op het gebied van verslaving of psychiatrie geven aan het moeilijk te vinden om hun ervaringsdeskundigheid een duidelijke en volwaardige plek te geven in hun werk. Veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan kennis en praktische handvatten zodat zij hun ervaringsdeskundigheid goed kunnen benutten. In dit praktijkgerichte onderzoeksproject wordt samengewerkt tussen Windesheim en hogeschool Utrecht en vier grote zorginstellingen (GG-Net, RIBW-GO, MEE-IJsseloevers en Trajectum), met cliëntenpopulaties met complexe problematiek. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke manier kan de ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals een bijdrage leveren aan het persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met psychiatrische problemen en verslaving? Doelstelling van dit project is het opdoen van nieuwe kennis waarmee zorgprofessionals hun ervaringsdeskundigheid op een professionele en effectieve manier kunnen inzetten. Het onderzoek beoogt hiermee bij te dragen aan het bestrijden van de participatieachterstand van mensen met verslavings- en psychiatrische problemen. Dit project levert naast praktijkverbetering producten voor zorg en onderwijs: handleidingen voor zorgprofessionals-ervaringsdeskundigen (in opleiding); kennis over duurzame positionering en kwalitatieve borging van ervaringsdeskundigheid en tot slot een verzameling inspirerende, gevalideerde exemplarische voorbeelden van de bijdrage van ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals.