Sinds enige jaren gaan veel van de discussies en gesprekken in de sociale sector over de nieuwe wet op maatschappelijke ondersteuning, de Wmo. Die vervangt onder meer de Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Het is goed dat substantiële delen van beleid af en toe groot onderhoud krijgen, gelet op het gecombineerde effect van een zich steeds ontwikkelende maatschappij, voortschrijdend inzicht in welk beleid effectief is en verschuivende voorkeuren in de samenleving. Nieuw beleid brengt ook onzekerheid en onwennigheid met zich mee. Het vraagt verandering en aanpassing. Niet altijd is bij de goedkeuring van nieuw beleid meteen duidelijk hoe de uitvoering gaat verlopen, hoe één en ander er bij de implementatie van het beleid uit gaat zien. Over de invoering van de Wmo is al veel gezegd en geschreven. In deze publicatie trachten we de consequenties van de Wmo in beeld te brengen vanuit het perspectief van de professionals uit de sociale sector. Welke sociale interventies moeten ze uit hun gereedschapsbak verwijderen, welke nieuwe instrumenten komen erbij, welke nieuwe kwaliteiten moet de professional in huis hebben?
DOCUMENT
Sport kan net als kunst, muziek en kleding ook worden gezien als een maatschappelijk verschijnsel dat inzicht geeft in de hedendaagse cultuur. Verborgen competitie belicht juist deze kant van de sport. Hierbij staan eenvoudige vragen centraal die velen interesseren, maar waaraan nog maar weinigen aandacht hebben besteed. Waarom behoort American football tot de populairste sporten van de Verenigde Staten, is China een tafeltennisbolwerk, Nederland een schaatsland en Nieuw-Zeeland een rugbynatie? Waarom wordt voetbal wereldwijd massaal beoefend en kent korfbal alleen in ons land een grote populariteit? Maarten van Bottenburg beschrijft de verspreiding en popularisering van ongeveer dertig sporten over de hele wereld in de afgelopen honderd jaar en biedt de lezer daarmee een mondiaal sportpanorama. Door het lezen van Verborgen competitie krijgt u meer inzicht in de mondialisering van de hedendaagse cultuur en in de wijze waarop mensen zich door hun sportvoorkeuren aan anderen binden of zich van hen onderscheiden.
DOCUMENT
Bijna zeven jaar is er verstreken sinds de eerste lector aan de HU werd benoemd. Het aantal is inmiddels ver-33-voudigd en voor veel ingewijden is het beeld vertrouwd. Toch is dit nummer gewijd aan een paar elementaire vragen rondom onderzoek. Want niet-ingewijden zullen hun wenkbrauwen wellicht fronsen bij het horen van namen als financieel-economische advisering bij innovaties, micro-systeemtechnologie of nieuwe cultuur in de bouwketen. De vraag: wat doet een lector zoal? wordt op informatieve en enthousiasmerde wijze beantwoord door lector Marieke Schuurmans. Zij hield voor HU Magazine een dagboek bij, dat inzicht geeft in haar veelzijdige werk en hoe ze dat weet te combineren met haar privé-leven. Soms loopt het in elkaar over. De vraag: hoe doen andere hogescholen het? beantwoordt lector en hoofd onderzoek Anja de Groene van Hogeschool Zeeland. Zij worstelen zij met herkenbare vraagstukken. Dichtgetimmerde programmas en volgeplande docenten. Maar ook in Zeeland zijn successen geboekt. Subsidieaanvragen worden steeds vaker gehonoreerd en de contacten met het regionale bedrijfsleven zijn ronduit goed. De vraag welke lectoraten en kenniscentra er aan de HU zijn verbonden, vindt u beantwoord op pagina 22 en 23. De vraag hoe lectoren werkelijk invloed denken uit te oefenen op het werkveld wordt beantwoord door Lia van Doorn, lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening en Frens Pries, lector Nieuwe cultuur in de bouwketen. Beide lectoraten worden gefinancierd door het veld. Zij hebben er vertrouwen in dat juist daardoor hun onderzoek zeker gevolgen zal hebben voor de praktijk. Maar die veranderingen zullen voor een groot deel ook geëffectueerd worden door een veranderende samenstelling van de beroepsgeroep. De maatschappelijk dienstverleners zullen de komende jaren steeds vaker een bi-culturele achtergrond hebben. Door hun komst verandert het vak. En in de bouw zou een cultuuromslag sneller kunnen gaan, als het aantal vrouwen daar toeneemt. Maar Pries is optimistisch: Natuurlijk lukt het! Het is voor mij ondenkbaar dat de bouw niet verandert. Er is geen sector zo creatief als juist die bouw. Maar het zal niet van vandaag op morgen gaan. Zou vrouwelijke invloed de aanleg van Noord Zuid lijn van de metro in Amsterdam tot een succes maken? Een mooie gedachte.
DOCUMENT
‘Wij zijn een gewaardeerd instituut op het gebied van water, energie en vitaliteit’, waarbij het belang van internationale samenwerking wordt benadrukt. De vijf onderzoeksgroepen op het gebied van water van water, Aquacultures in Delta Areas, Resilient Deltas, Building with Nature, Water Technology en Asset Management, nemen al enkele jaren deel aan Europese onderzoeksprojecten en netwerken. De Europese uitdagingen op het gebied van Water maken impliciet al wel deel uit van de onderzoekslijnen van de vijf onderzoeksgroepen. De volgende stap is dit expliciet te maken in het onderzoeksprogramma, zodat de EU Innovatieagenda’s en programma’s ook structureel deel uit maken van de onderzoeksactiviteiten die regionaal, nationaal en Europees zullen worden ondernomen de komende jaren. Dit vraagt om een strategie “HZ Water in Europa”, waarbij de vijf onderzoeksgroepen tevens de ambitie hebben uitgesproken gezamenlijk op te trekken op het brede gebied van Water. De ambitie van de vijf onderzoeksgroepen is samenwerking met EU partners op het gebied van Water te versterken, verbreden en verduurzamen om zo op een meer structurele manier een bijdrage te leveren aan de Water uitdagingen in Zeeland en andere EU regio’s. De concrete doelstellingen voor het project zijn: 1. EU thema’s water zijn ingebed in gezamenlijk EU onderzoeksprogramma Water van de 5 HZ-lectoraten 2. HZ is op het thema Water toegetreden tot minimaal 3 nieuwe EU onderzoeksnetwerken 3. met minimaal 2 partnerinstellingen is een gesprekken cyclus gestart om tot meerjarige samenwerking te komen. Door de meer structurele samenwerking in EU verband, deelname aan EU netwerken en strategische samenwerking wordt de kennispositie van de HZ verder verstevigd om zo uit te groeien tot een internationaal gewaardeerd instituut op het gebied van water, zoals verwoord in het HZ Instellingsplan 2022-2027.
De uitvoering van klimaatadaptatie en de energietransitie stelt professionals van gemeenten voor nieuwe uitdagingen. Deze veranderingen hebben een grote impact op de leefomgeving van inwoners. Dit heeft geleid tot een groei van inwonersinitiatieven die bijdragen aan oplossingen, of opkomen voor de belangen van de lokale gemeenschap. Professionals van Zeeuwse gemeenten willen graag effectiever leren omgaan met inwonersinitiatieven. In dit project ontwikkelen we methoden (o.a. een serious game) om professionals uit de publieke sector beter te ondersteunen bij sociale aspecten van de transities. We hanteren hierbij twee handelingsperspectieven: • Responsief handelen: inzicht in waarden van inwonersinitiatieven en hierop goed kunnen reageren. • Uitnodigend handelen: gelegenheid scheppen voor inwoners om zelf initiatief te nemen. Het onderzoek heeft tot doel om deze handelingsperspectieven verder te ontwikkelen in co-creatie tussen professionals, inwoners, studenten en onderzoekers, en zodoende de effectiviteit van inwonersinitiatieven in het versnellen en verbeteren van klimaattransities te versterken. Dit doen we vanuit 3 werkpakketten: 1. Handelingsopties en survey: Op basis van wetenschappelijke literatuur worden handelingsopties in kaart gebracht, inclusief factoren die effectief inspelen op inwonersinitiatieven belemmeren of faciliteren. Dit wordt toegepast in een vragenlijst onderzoek onder professionals (Zeeland en landelijk). Tevens worden interviews gehouden met middenmanagement en politieke vertegenwoordigers. 2. Actie-onderzoek in 4 cases: Om te ervaren hoe handelingsopties toe te passen, ontwikkelen professionals, inwoners, onderzoekers en studenten, samen een nieuwe aanpak in 4 praktijksituaties. In een casusvergelijking worden de geleerde lessen samengebracht. 3. Leren en door-ontwikkelen: . In een lerend netwerk vindt uitwisseling en verdieping plaats binnen een brede groep professionals. Leren vindt plaats door het delen van ervaring, verdiepende sessies over de handelingsperspectieven en uitwerking in ‘doe en leerlabs’. De ontwikkelde kennis wordt samengebracht in de serious game ‘Inspelen op inwonersinitiatief’. Studenten en professionals kunnen hiermee leren afwegingen te maken voor het omgaan met inwonersinitiatief in klimaattransities.
De ambitie van het lectorenplatform Delta en Water technologie is om de kennisontwikkeling, innovaties te bevorderen via praktijkgericht onderzoek rond maatschappelijke uitdagingen door: • samenwerking tussen het hoger onderwijs, de sector, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties te bevorderen en • experimenteerruimte te creëren voor de ontwikkeling van concrete oplossingen. Deze ambitie wordt gerealiseerd in de context van Living Labs en moet leiden tot exporteerbare toepasbare innovaties in (stedelijke) delta’s en daarmee versterking van de kennisinfrastructuur en de marktpositie van de Nederlandse delta- en watertechnologiesector. Door het initiëren, coördineren en uitvoeren van gebruikers georiënteerd en praktijkgericht onderzoek, onderwijs en training wil het lectorenplatform een bijdrage leveren aan een duurzame benutting van delta’s en de daarbij horende ecosysteemdiensten. Het doel van het platform is: • leveren bijdrage uitvoering Kennis-en innovatie agenda DT/WT • het bevorderen van kennisontwikkeling en innovaties door samenwerking in een open netwerk en door middel van living labs • versterken positie van praktijkgericht onderzoek in de kennisketen • bundelen van krachten voor deelname aan Europese kennisprogramma’s • professionalisering docent en student via een human capital agenda • vergroten van de interne en externe zichtbaarheid resultaten.