Brochure voor eigenaren van erfgoedpanden waarmee zij zelf onderzoek kunnen doen naar waarden, cijfers en wensen over verduurzaming van hun gebouw. Het resultaat is documentatie om in gesprek te gaan met professionals zoals een adviseur of de gemeente.
In 2020 is vanuit het SPRONG-Educatief programma van SIA en NRO het STEMnetwerk (Science, Technology, Engineering, Mathematics) gestart. Doel hiervan is het bouwen van een stevig landelijk lerend netwerk op het gebied van STEM-onderwijs, om de kwaliteit van dit onderwijs te verbeteren. In de onderwijspraktijk worden de ST-E-M namelijk nog vaak onafhankelijk van elkaar onderwezen en is er sprake van een breuklijn tussen het primair en voortgezet onderwijs; het ontbreekt aan een doorgaande leerlijn. Om vak- en sectoroverstijgend STEM-onderwijs te realiseren is een netwerksystematiek ontwikkeld die momenteel wordt geïmplementeerd. Deze systematiek bestaat uit het werken met een landelijk kernteam, regioteams en regionale professionele leergemeenschappen (PLGs), en het bevorderen van netwerkvorming met behulp van de sleutelfactoren hiervoor. Na twee jaar is het tijd om de balans op te maken. In deze bijdrage wordt ingegaan op de organisatie van het STEM-netwerk en de sleutelfactoren voor netwerkleren. Daarnaast wordt verslag gedaan van evaluaties van het STEM-netwerk aan de hand van de sleutelfactoren en wordt weergegeven hoe hiervan wordt geleerd.
In dit kaderstellende stuk wordt ingegaan wat binnen het Landelijk Expertisecentrum Jonge Kind (LEJK) wordt verstaan onder praktijkgericht onderzoek en evidence-informed werken. Bij dit onderzoek is een belangrijke rol weggelegd voor professionals uit het werkveld maar wordt tevens de wetenschap als onderlegger gebruikt. Het stuk is richtinggevend voor toekomstig onderzoek binnen jet LEJK.
MULTIFILE
Dit project richt zich op kennisontwikkeling over integratie van zorginhoudelijke en technologische randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een CVA-portaal dat persoonsgerichte CVA-zorg voor individuele patiënten ondersteunt. Het CVA-portaal is geen nieuwe administratietool maar richt zich op inzage in informatie uit de verschillende EPD’s van de bij een CVA-patiënt betrokken zorgverleners in de eerste lijn: verpleegkundigen en paramedici, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. Dit faciliteert digitale interdisciplinaire communicatie en samenwerking binnen het extramurale CVA-zorgproces, waarbij ook de patient en zijn sociale netwerk nauw bij betrokken is. Dit project bouwt voort op een recent door de HAN uitgevoerde exploratieve studie naar de wensen van verpleegkundige en paramedische zorgprofessionals in de eerste lijn met betrekking tot interdisciplinaire communicatie en samenwerking. In deze studie bleek dat er ruimte is voor een ‘verdiepingsslag’ waar het de randvoorwaarden voor een geïntegreerde en persoonsgerichte benadering van CVA-patiënten betreft. Hoewel zorgverleners zich zeker bewust zijn van het belang van samenwerking, bleken hun aanvankelijke wensen voor gedeelde informatie nog onvoldoende gebaseerd te zijn op het perspectief van de patiënt. Het met name monodisciplinaire en aanbodgerichte karakter van de wensen voor informatiedeling staat een geïntegreerde benadering van een individuele patiënt in de weg. Dit vervolgproject hanteert een iteratieve methode voor het vaststellen van de inhoudelijke en technologische randvoorwaarden van een CVA-portaal. Op basis van intensieve interactie tussen technologen en zorgprofessionals worden inzichten verworven in verbindingen tussen relevante informatie uit de eigen EPD’s met het beoogde CVA-portaal. In een pilot zullen de eerste gebruikerservaringen met het concept worden geëvalueerd op basis van casuïstiek. Dit project draagt bij aan de ontwikkeling van een technologische infrastructuur ter ondersteuning van persoonsgerichte zorg van de patiënt en zijn sociale netwerk. De projectresultaten vormen een ‘onderlegger’ voor een beoogd RAAK-mkb project waarin op basis van een werkende versie van een CVA-portaal gebruikersonderzoek zal worden opgeschaald.
Dit project beoogt kennisontwikkeling over randvoorwaarden voor het ontwerp van een (blended) scholingsprogramma voor eerstelijns fysiotherapeuten die toegerust worden voor de inzet van de recent ontwikkelde innovatieve Backing Approach bij patiënten met chronische lage rugpijn (CLRP). De Backing Approach beoogt het (her)nemen van eigen regie over dagelijks functioneren met lage rugpijn en berust op twee pijlers: i) een cognitieve gedragstherapeutische benadering die patiënten inzicht verschaft in beïnvloedende factoren op lage rugpijn en ii) de inzet van eHealth om patiënten te kunnen e-coachen in hun eigen leefomgeving. Anders dan de traditionele biomedische benadering waarbij de therapeut doorgaans de regie heeft, is de Backing Approach gebaseerd op het biopsychosociale model, waarbij expliciet de behoeften van de patiënt worden betrokken ten behoeve van zorg-op-maat. Dat vergt andere kennis en een andere attitude van fysiotherapeuten ten aanzien van ‘rugzorg’. Educatie kan bijdragen aan de cultuuromslag ten behoeve van transitie naar persoonsgerichte zorg. Een reeds ontwikkelde blended Backing-training bleek niet te voorzien in benodigde kennis en kunde van eerstelijns fysiotherapeuten om de Backing Approach te kunnen inzetten in trials met patiënten. De betrokken fysiotherapeuten gaven aan dat inhoud, technologie, toetsing en wijze van feedback van het initieel ontwikkelde blended trainingsprogramma onvoldoende bijdroeg aan educatie ten behoeve van het vereiste kennis- en vaardigheidsniveau. Temeer daar de innovatieve interventie een andere kijk op zorginhoud en een bepaalde mate van digitale vaardigheden vergt. In dit project wordt participatief actie-onderzoek gebruikt: eerstelijns fysiotherapeuten onderzoeken samen met docent-onderzoeker en ontwikkelaars in een cyclisch proces wat randvoorwaarden zijn voor een gebruiksvriendelijke, toegankelijke en effectieve training. De deliverables van het project betreffen kennis over randvoorwaarden voor een blended trainingsprogramma voor fysiotherapeuten en een concepttrainingsprogramma dat aan deze voorwaarden voldoet. De uitkomsten vormen een onderlegger voor een beoogde RAAK-mkb aanvraag gericht op randvoorwaarden voor effectieve blended scholingsprogramma’s voor eerstelijns fysiotherapeuten.
De gemeenten Stichtse Vecht en Utrecht willen graag voorzien in het beoefenen van Urban Sports in de openbare ruimte, dit op het gemeentegrenzen liggend gebied ‘Zuilense Vecht’. Samen met professionals en jongeren wordt gekeken naar hoe de programmering voor Urban Sports er op Zuilense Vecht uit kan zien.Doel Het uiteindelijke doel is de oplevering van een softwareadvies voor Zuilense Vecht. Daarnaast is het belangrijk om kennis en methodiek van het tot stand komen van het ontwikkelproces van deze software te borgen, als voorbeeld voor toekomstige urban sportparken. Resultaten Kennisbundeling met concrete aanbevelingen programmering Zuilense Vecht voor sport-, jongeren- en welzijnswerk. Kennisbundeling middels blauwdruk waarin proces en werkwijze tot de concrete aanbevelingen van een programmering op een urban sportpark gefaciliteerd kunnen worden. Nieuwsbrieven Downloads en links Poster ‘Programmering van urban sportparken’. Wat is belangrijk in het ontwikkelen van programmering voor urban sportparken? De inzichten op deze poster zijn gebaseerd op acht interviews met verschillende professionals. Zij deelden hun ervaringen over programmering en gebruik van urban sportparken. Onderlegger: toelichting bij poster ‘Programmering van urban sportparken’ Zuilense Vecht lin(k)t Urban Sports Looptijd 01 maart 2022 - 28 februari 2023 Aanpak Project loopt in twee fasen. Fase 1 betreft leren van eerdere ervaringen van ontwikkelprocessen van software van andere urban sportparken middels interviews met professionals. Fase 2 betreft co-design sessies met beide gemeenten, professionals en jongeren. Jongerenparticipatie en meiden in Urban Sports Binnen het project wordt ingezet op participatie van jongeren en kinderen (8-14 jaar) in het meedenken over de softwareprogrammering. Daarbij worden specifiek de wensen en behoeften van meiden meegenomen. Relevantie en impact Het project draagt bij aan kennis over gemeentegrensoverstijgende samenwerkingsverbanden. Daarnaast wordt er kennis opgedaan en geborgd over het programmeren van ongeorganiseerde sporten. Hierdoor kunnen kennis en opbrengsten van Zuilense Vecht op meer locaties benut worden.