Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Deze openbare les beschrijft ontwikkelen van digitale diensten als een waardegevend proces. Een kernbegrip daaruit is architectuur als 'gewetensvol lanceerplatform'.
DOCUMENT
Het onderzoeksprogramma van het lectoraat kent twee programmalijnen, namelijk Continuïteit en Professionaliteit. In dit boek onderbouwen de betrokken lectoren de keus voor deze programmalijnen. Jo Hermanns en Anneke Menger zijn beiden verantwoordelijk voor de gehele tekst. Het eerste hoofdstuk bevat een inleiding in het werkterrein. Dit hoofdstuk is van Jo Hermanns en Anneke Menger gezamenlijk. In het tweede hoofdstuk wordt de onderbouwing van de programmalijn ‘continuïteit’ beschreven. Op dit hoofdstuk is de openbare les van Jo Hermanns, auteur van dit onderdeel, gebaseerd. In het derde hoofdstuk volgt een onderbouwing van de programmalijn ‘professionaliteit’. Op dit hoofdstuk is de openbare les van Anneke Menger, auteur van dit onderdeel, gebaseerd. De openbare les vond plaats op 20 maart 2009 te Utrecht. Het lectoraat doet onderzoek op een breed terrein van het gedwongen kader en werkt daartoe samen met een breed scala aan instellingen. In dit boek is gekozen voor het reclasseringswerk als focus. De ontwikkelingsvragen van deze sector kunnen voor een groot deel model staan voor het werken in gedwongen kader in brede zin.
DOCUMENT
In stedelijk gebied over de hele wereld (dus ook in Groningen), neemt het risico op overstromingen en hittestress toe. Daarom zijn er ruimtelijke maatregelen nodig om de stad koeler te maken en om wateroverlast te beperken. Maar hoe je dat in een stad waar de openbare ruimte al beperkt is? En waar andere ontwikkelingen, zoals verdichting en mobiliteit, tegelijkertijd ook een beroep doen op deze beperkte ruimte?Dit is een moeilijke opgave. Moeilijk, maar niet onmogelijk! Zo is voor het Damsterplein het project LIFE COOL SQUARE opgezet. In dit project wordt gekeken naar oplossingen en ideeën om de steenachtige openbare ruimte om te vormen tot een aantrekkelijke, groene en leefbare omgeving. Met bomen, bankjes en leuk voor jong en oud.
Duurzaam Verbonden kan, door middel van participatief actieonderzoek, een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een transdisciplinaire gemeenschap rondom het thema ‘duurzaamheid’ binnen de HU. Om een duurzame verbinding tussen de initiatieven en gemeenschappen te kunnen realiseren, is er de wens uitgesproken om te onderzoeken hoe een combinatie van zowel online als offline-activiteiten en middelen helpend kan zijn in het geven van zichtbaarheid en in het vergroten van de onderlinge communicatie en verbinding.
Dit voorstel presenteert een onderzoek naar gezamenlijke businessmodellen voor buurtlogistiek met hubs. In het project werken vier lectoraten van twee hogescholen, acht mkb-ondernemers, drie gebiedsgerichte organisaties en een gemeente samen met als doel bij te dragen aan de economische vitaliteit en klimaatbestendigheid van de autoluwe, compacte stad. De verdichting van steden en groei van online bestellingen leidt tot meer vraag naar logistiek van goederen en diensten. Hubs worden gezien als duurzame, ruimte-efficiënte oplossing om de schaarse ruimte in de compacte stad beter te benutten en uitstootvrij vervoer te faciliteren. De mkb-ondernemers in deze aanvraag zien bedrijfskansen in het realiseren van hubs, maar ervaren uitdagingen om de economische en maatschappelijke doelen van hubs rendabel te bereiken. Zij vragen zich af of zij hun waardepropositie kunnen versterken en hun kosten kunnen verlagen door hun diensten gezamenlijk aan te bieden. Hiertoe wordt een ontwerpend praktijkgericht onderzoek uitgevoerd i) volgens de aanpak van open collaborative business modelling en ii) met aandacht voor de complexiteit van veranderen om de duurzaamheid van de businessmodellen te vergroten. Het onderzoek concentreert zich rond drie gebieden: * De 9 Straatjes, middenin de grachtengordel van Amsterdam: een horeca-winkelgebied met werelderfgoedstatus en kwetsbare bruggen en kades. * De Knowledge Mile, aan een ontsluitingsweg in Amsterdam Centrum en Oost: een innovatie-district waar meer ruimte komt voor groen, vermaak en langzaam vervoer. * Campus Heijendaal in Nijmegen: een groen, levendig gebied met een grote stroom van studenten, medewerkers en bezoekers. Samen met stadslogistieke aanbieders (mkb), adviesorganisaties (mkb) en stakeholders uit de gebieden ontwerpen de hogescholen diensten en gedragsinterventies waarmee de mkb-ondernemers duurzaam waarde kunnen leveren. Het onderzoek combineert kennis van stadslogistiek, ondernemerschap en gedragspsychologie tijdens: 1) het ontwerpen van concept businessmodellen; 2) het toetsen van prototypen businessmodellen met potentiële gebruikers; 3) het herontwerpen van de businessmodellen en opstellen van voorwaarden voor schaalbare implementatie.