Het lexicon is een staalkaart van de kennis van diverse auteurs die bij het sociaal domein betrokken zijn. Betrokken in de meervoudige betekenis van het woord. Ieder lemma is met de nodige kritische afstand geschreven, maar tegelijkertijd vanuit een betrokken nabijheid. Als redactie zijn we zeer vergenoegd met het enthousiasme en de inspirerende bijdragen van de vele auteurs uit Nederland en Vlaanderen van hogescholen, universiteiten, kennisorganisaties, van zelfstandig onderzoekers én met de reflectie en bijdragen vanuit het sociaal werk.
MULTIFILE
Een literatuurstudie naar het versterken van informele en formele verbindingen rondom jeugdigen en gezinnen in de specialistische hulpverlening. Wat is er internationaal en nationaal bekend over het versterken van de samenwerking tussen het informele en formele netwerk? Deze vraag heeft centraal gestaan. In deze literatuurstudie staat beschreven welke kenmerken jeugdigen belangrijk vinden in de relatie met hun sociaal werker en andere belangrijke volwassenen. Ook worden er verschillende netwerkbenaderingen beschreven, waaronder de JIM-aanpak. In de conclusie worden er handelingsalternatieven geboden voor de professional. Deze literatuurstudie dient als vooronderzoek voor een praktijkonderzoek waarin er met een dossieranalyse wordt gekeken naar de mate waarin professionals het netwerk van jeugdigen en gezinnen optimaal benutten.
Onderzoek naar praktijken van informeel sociaal werk of 'sociaal schaduwerk' in de Amsterdamse wijk Holendrecht. Sociaal schaduwwerk verwijst naar activiteiten en vormen van ondersteuning die ontplooid worden door actieve bewoners, veelal op vrijwillige basis, maar die overeeenkomen met de functies van het formele sociaal werk. De term schaduwwerk drukt uit dat deze vormen van informeel sociaal werk vaak onbekend zijn bij formele spelers in zowel het professionele- als het overheidsdomein. Ook verwijst het naar hetfeit dat dit informele sociaal werk vaak een essentiele rol vervult voor bewoners die afstand ervaren tot het formele zorg - en welzijnsaanbod, die daardoor niet goed bereikt worden. Het onderzoek in Holendrecht geeft een diepgaand inzicht in de werkwijzen, opvattingen en perspectieven van dit type informele spelers in deze wijk. Centrale thema's in het onderzoek zijn de waarde van de nabije kennis van deze spelers, het vertrouwen en wantrouwem dat speelt tussen hen en formele spelers, en het gebrek aan erkenning dat zij ervaren voor hun bijdrage.
Bewegingsarmoede en aanverwante (gezondheids-gerelateerde) aandoeningen vormen een grote uitdaging in de samenleving. Terwijl veel aandoeningen zich pas relatief laat manifesteren (tijdens volwassenheid), wordt de basis hiervoor gelegd tijdens de jonge kinderjaren. Precies in deze vroege levensfase wordt goed en voldoende bewegen nog als bijvangst beschouwd. Er is weinig specifieke aandacht en ruimte hiervoor binnen de voorschoolse periode en in de kleuterjaren in het basisonderwijs. Oftewel, een goede basis cq. actief fundament ontbreekt, waarmee oneerbiedig gesteld kan worden dat het ‘dweilen met de kraan open is’. Zowel professionals in de kinderopvang (<4 jaar) en in het (kleuter)onderwijs staan zeer welwillend tegenover het faciliteren van meer en beter bewegen voor kinderen, maar ervaren diverse barrières om dit ook goed te kunnen realiseren in de praktijk. Zo ervaren zij bijvoorbeeld handelingsverlegenheid, verschillen in systemen (o.a. wet- en regelgeving) tussen kinderopvang en basisonderwijs die transitie van ene naar andere setting bemoeilijken en een niet-stimulerende fysieke omgeving. De opkomst van Integrale Kindcentra (IKC), die zich richten op de levensfase 0-12 jaar, biedt hierin veel mogelijkheden voor verbetering. Dit projectvoorstel richt zich op het ontwikkelen van passende aanpak op IKC gericht op beweegstimulering en motorische ontwikkeling voor kinderen van 2-7 jaar met als doel beweeggedrag, motorische vaardigheden en sociaal-emotioneel welbevinden van kinderen te verbeteren. In dit longitudinale, quasi-experimenteel onderzoek wordt middels een ontwerpgerichte benadering een passende aanpak gerealiseerd waarin de bestaande barrières structureel worden geslecht. Het project vindt plaats in 3 regio’s in Nederland (Zuid-Limburg, Eindhoven, Amsterdam). In elke regio nemen 3 IKC deel als interventiegroep (totaal 9) en 9 IKC fungeren als controleconditie. Het project wordt vormgegeven vanuit de disciplines sport & bewegen, pedagogiek en gezondheidsbevordering en wordt ondersteund door diverse branche- en belangenorganisaties (zoals BMK, PPinK, BOinK, KVLO) en bestaande landelijke initiatieven (Gezonde School/Gezonde Kinderopvang).
Schizofrenie is een zeer ernstige psychiatrische aandoening (EPA). Vaak worden mensen met schizofrenie onbegrepen en vallen ze buiten de boot op maatschappelijk/sociaal gebied. Naasten worden in dit proces onherroepelijk meegenomen. De onmacht en druk die ze ervaren is vaak zeer hoog, maar mogelijkheden om hier iets aan te kunnen doen zijn er nauwelijks. Het project ‘een waan-zinnige route’ onderzoekt d.m.v. de ‘LEAP-methode’ en ‘verbindende gesprekstechnieken’ hoe gamification van deze principes (serious games) ertoe kan leiden dat naasten hun dierbare beter kunnen begrijpen en helpen. M.b.v. een haalbaarheidsonderzoek beogen we het resulterende dialoogspel ‘een waan-zinnige route’ op de markt te brengen.