Met de praatplaat Technologie & Sociaal-emotioneel leren kunnen onderwijsprofessionals in het speciaal onderwijs zien hoe je met technologie je leerlingen kunt ondersteunen bij het ontwikkelen van de competenties van sociaal-emotioneel leren (SEL). Per competentiegebied zijn er voorbeelden van verschillende technologieën, daarnaast wordt duidelijk aan de hand van welke didactische keuzes onderwijsprofessionals de inzet van een technologie bepalen. In nauwe samenwerking met Heliomare onderwijs is informatie opgehaald over de huidige inzet van technologische toepassingen. En over mogelijkheden voor verdere inzet van technologie voor ondersteuning op SEL. De praatplaat helpt het gesprek aan te gaan over het breder inzetten van al aanwezige en nieuwe technologie binnen het gespecialiseerd onderwijs voor ondersteuning op de ontwikkeling van SEL. De praatplaat biedt een visueel overzicht van de eerste inzichten en bevindingen uit het onderzoek Sociaal-emotioneel leren en technologie in het speciaal onderwijs.
DOCUMENT
Basisscholen kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan het sociale welbevinden van hun leerlingen. De school is een plek waar leerlingen op jonge leeftijd met een relatief grote groep andere kinderen leren samen te leven. Ze leren hoe zij op andere leerlingen reageren, wat voor emoties die omgang op kan roepen en wat voor gevoel die onderlinge omgang met zich meebrengt.
DOCUMENT
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
DOCUMENT
Bewegingsarmoede en aanverwante (gezondheids-gerelateerde) aandoeningen vormen een grote uitdaging in de samenleving. Terwijl veel aandoeningen zich pas relatief laat manifesteren (tijdens volwassenheid), wordt de basis hiervoor gelegd tijdens de jonge kinderjaren. Precies in deze vroege levensfase wordt goed en voldoende bewegen nog als bijvangst beschouwd. Er is weinig specifieke aandacht en ruimte hiervoor binnen de voorschoolse periode en in de kleuterjaren in het basisonderwijs. Oftewel, een goede basis cq. actief fundament ontbreekt, waarmee oneerbiedig gesteld kan worden dat het ‘dweilen met de kraan open is’. Zowel professionals in de kinderopvang (<4 jaar) en in het (kleuter)onderwijs staan zeer welwillend tegenover het faciliteren van meer en beter bewegen voor kinderen, maar ervaren diverse barrières om dit ook goed te kunnen realiseren in de praktijk. Zo ervaren zij bijvoorbeeld handelingsverlegenheid, verschillen in systemen (o.a. wet- en regelgeving) tussen kinderopvang en basisonderwijs die transitie van ene naar andere setting bemoeilijken en een niet-stimulerende fysieke omgeving. De opkomst van Integrale Kindcentra (IKC), die zich richten op de levensfase 0-12 jaar, biedt hierin veel mogelijkheden voor verbetering. Dit projectvoorstel richt zich op het ontwikkelen van passende aanpak op IKC gericht op beweegstimulering en motorische ontwikkeling voor kinderen van 2-7 jaar met als doel beweeggedrag, motorische vaardigheden en sociaal-emotioneel welbevinden van kinderen te verbeteren. In dit longitudinale, quasi-experimenteel onderzoek wordt middels een ontwerpgerichte benadering een passende aanpak gerealiseerd waarin de bestaande barrières structureel worden geslecht. Het project vindt plaats in 3 regio’s in Nederland (Zuid-Limburg, Eindhoven, Amsterdam). In elke regio nemen 3 IKC deel als interventiegroep (totaal 9) en 9 IKC fungeren als controleconditie. Het project wordt vormgegeven vanuit de disciplines sport & bewegen, pedagogiek en gezondheidsbevordering en wordt ondersteund door diverse branche- en belangenorganisaties (zoals BMK, PPinK, BOinK, KVLO) en bestaande landelijke initiatieven (Gezonde School/Gezonde Kinderopvang).
Schizofrenie is een zeer ernstige psychiatrische aandoening (EPA). Vaak worden mensen met schizofrenie onbegrepen en vallen ze buiten de boot op maatschappelijk/sociaal gebied. Naasten worden in dit proces onherroepelijk meegenomen. De onmacht en druk die ze ervaren is vaak zeer hoog, maar mogelijkheden om hier iets aan te kunnen doen zijn er nauwelijks. Het project ‘een waan-zinnige route’ onderzoekt d.m.v. de ‘LEAP-methode’ en ‘verbindende gesprekstechnieken’ hoe gamification van deze principes (serious games) ertoe kan leiden dat naasten hun dierbare beter kunnen begrijpen en helpen. M.b.v. een haalbaarheidsonderzoek beogen we het resulterende dialoogspel ‘een waan-zinnige route’ op de markt te brengen.