Er is wereldwijd een groeiende groep milieuvluchtelingen waarvoor nog geen internationaal beschermingsregime bestaat. Het internationaal recht biedt geen adequaat antwoord. Dit artikel laat zien welke soorten milieuvluchtelingen bestaan, en zal betogen dat de bescherming van deze groep plaats kan vinden onder het VN-principe The Responsibility to Protect (R2P). Staten en de internationale gemeenschap hebben een zorgplicht voor milieuvluchtelingen. De basis hiervan ligt bij de Rechten van de Mens. De effectieve uitvoering van een aantal basisrechten wordt immers negatief beïnvloed door milieudegradatie. Tevens wordt staatssoevereiniteit steeds meer beschouwd als een verantwoordelijkheid. Via The Responsibility to Protect ontstaat er een integrale aanpak: 1) een staat is ten eerste zelf verantwoordelijk voor de bescherming van milieuvluchtelingen, 2) de internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid een staat hierbij te assisteren, en 3) indien een staat zijn milieuvluchtelingen niet wil of niet kan beschermen, verschuift de verantwoordelijkheid voor dit probleem naar de internationale gemeenschap, om collectief snel en beslissend te reageren. ABSTRACT The number of environmental refugees is growing, but an international legal protection regime is non-existent. This article shows eight different kinds of environmental refugees, and will argue that the protection of these groups can take place under the UN principle The Responsibility to Protect (R2P). States and the international community are obliged to help environmental refugees, based on the International Bill of Human Rights. The effective implementation of basic rights is influenced negatively by environmental degradation. Furthermore, changed notions regarding state sovereignty are also pointing at the responsibility of the state. The Responsibility to Protect (R2P) offers an integral approach: In first instance, the responsibility to take protective measures lies with the state itself. Secondly, the international community has a responsibility to assist. Lastly, when a state is not able or willing to protect its environmental refugees, the responsibility yields to the international community, to respond in a swift and decisive manner.
Professionals moeten tijdens het gehele mediationproces omgaan met het thema ‘verantwoordelijkheid nemen’ door de verdachte. Zij komen echter een aantal knelpunten tegen. Wat is bijvoorbeeld nodig qua verantwoordelijkheid nemen om door te verwijzen naar de volgende fase in het mediationtraject? Hoe kunnen mediators verantwoordelijkheid nemen stimuleren en op welke manier kunnen zij dit omschrijven in de slotovereenkomst? De hoofdvraag van dit onderzoek is daarom: ‘Welke criteria kunnen stakeholders (rechters, officieren van justitie, mediationfunctionarissen en mediators) hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Door middel van interviews met rechters, OvJ’s, mediationfunctionarissen, mediators, strafrechtadvocaten, slachtoffers en verdachten alsook via focusgroepen met mediators en mediationfunctionarissen is deze vraag onderzocht.
Openbare les, in verkorte vorm uitgesproken op 3 november 2010. Aan de hand van het thema "verantwoordelijkheid",worden de ontwikkelingen in zorg en samenleving in de afgelopen 25 jaar doorgelopen: hoe zijn in deze kwarteeuw de discussies over de verantwoordelijkheid voor de zorg verlopen en wat betekenen zij op dit moment voor de taakverdeling tussen overheid en samenleving, en in het verlengde daarvan, voor de rol van de professional? Als vervolg daarop worden de consequenties geschetst voor de beroepsopleiding. Aan het slot gaat de auteur in op de de vraag wat de taken van een lector Community Care, en daarmee wat het programma van een lectoraat op dit gebied zou moeten zijn.
De 2SHIFT SPRONG-groep is een samenwerkingsverband van HAN University of Applied Sciences en Fontys Hogescholen. Onze ambitie is het vergroten van eerlijke kansen op gezond leven. Dit doen we door het vormgeven en versterken van gemeenschappen als fundament voor het creëren van eerlijke kansen op gezond leven. Vanuit deze gemeenschappen wordt in co-creatie gewerkt aan structuur (i.e. systeem), sociale en technologische innovaties. Deze ambitie sluit aan bij de centrale missie KIA Gezondheid en Zorg om bij te dragen aan goede gezondheid en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Ook draagt het bij aan deelmissie 1. het voorkomen van ziekte, waarbij wij uitgaan van het concept Positieve Gezondheid en Leefomgeving. Én het zorgt voor het verplaatsen van ondersteuning en zorg naar de leefomgeving (deelmissie 2), doordat gemeenschappen hiervoor een stevig fundament vormen. De gemeenschap is geoperationaliseerd als een samenwerking tussen inwonersinitiatieven (i.e. informele actoren) én professionals vanuit wonen, welzijn, zorg en gemeenten (i.e. formele actoren) die bestuurlijk en beleidsmatig worden ondersteund. Toenemend wordt een belangrijke rol en meer verantwoordelijkheid toebedeeld aan inwoners en wordt de noodzaak van sectoroverstijgende, inclusieve samenwerking tussen deze actoren in lokale fieldlabs benadrukt. 2SHIFT start daarom in vier fieldlabs: twee dorpen en twee wijken in (midden-)stedelijke gebieden, waar in vergelijking met groot-stedelijk gebied (zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) andere dynamieken en mechanismen een rol spelen bij het creëren van eerlijke kansen op een gezond leven. Om impact in onderwijs en praktijk te realiseren werken we nauw samen met studenten, docenten én met inwoners, professionals, bestuurders en beleidsmakers uit wonen, welzijn, zorg en gemeenten én landelijke kennispartners (“quadruple helix”). 2SHIFT brengt transdisciplinaire expertise én verschillende onderzoeksparadigma’s samen in een Learning Community (LC), waarin bestaande kennis en nieuwe kennis wordt samengebracht en ontwikkeld. Over 8 jaar is 2SHIFT een (inter)nationaal erkende onderzoeksgroep die het verschil maakt.
In het netwerkproject “Kuraag-Moed-Courage” willen we kunstenaars en cultuurwerkers uit de Duits/Nederlandse regio actief betrekken onder een thematisch motto. We bevinden ons in een opwarmend klimaat, zowel interpersoonlijk als meteorologisch, daarom willen we projecten en evenementen aan beide kanten van de grens verzamelen en deze gezamenlijk publiceren en presenteren die het effect van individuele actie en de verantwoordelijkheid van het individu in relatie tot respectvol omgaan met mensen en de natuur als inhoud hebben. Het doel is om een tweetalige Duits/Nederlandse website op te zetten en deze te vullen met projectlinks, platforms in sociale media te creëren, bijeenkomsten te organiseren, gezamenlijke projecten te initiëren zoals een gezamenlijk Duits/Nederlands koorproject - een gezamenlijke mars of iets dergelijks, gezamenlijke print - Publicaties, het informeren van pers, radio en televisie, het opzetten van een stimulerende Duits/Nederlandse adviesraad en het adviseren van de betrokken cultuurwerkers op het gebied van samenwerking.
Gezond beweeggedrag bevordert de kwaliteit van leven en helpt bij het verminderen of voorkomen van gezondheidsklachten en heeft een positieve invloed op sociaal welbevinden, participatie en welzijn. Gezond leven is primair de verantwoordelijkheid van mensen zelf, maar niet iedereen is in staat om gezond gedrag zelfstandig te initiëren en vol te houden. Voor deze mensen is in de eerstelijnszorg veel aandacht. Frustrerend is dat ondanks alle inspanningen de zorgprofessionals, zoals de fysiotherapeut, praktijkondersteuner en beweegconsulent, zelf inschat-ten dat 50-90% van de cliënten binnen een jaar terugvalt in ongezond beweeggedrag. Hoewel aansluiten bij de mate van zelfmanagement van de cliënt hierbij kansrijk lijkt, blijkt de huidige aanpak onvoldoende. Bewijskracht voor het belang van het stimuleren van gezond gedrag in de context, een combinatie van achtergrondkenmerken en sociaal, psychisch en fysiek functioneren in de leefomgeving, neemt toe. Maar hoe betrek je als professional deze context in een persoonsgericht ondersteuningstraject? Hogeschool Leiden, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam gaan samen een methodiek ontwikkelen die antwoord geeft op deze vraag. Het BiBoZ project identificeert functioneringsprofielen vanuit cliëntenperspectief en identificeert profielspecifieke bouwstenen voor duurzaam gezond beweeggedrag. De functioneringsprofielen zijn gebaseerd op individuele kenmerken en gedrag beïnvloedende componenten zoals het fysieke, sociale en psychische functioneren in de dagelijkse leefomgeving van de cliënt. Bouwstenen zijn bestaande interventies en diensten zoals: beweeginterventie, een app of verwijzing naar een beweegaanbod of burgerinitiatief. Voor het definiëren van de functioneringsprofielen en bouwstenen starten we bij de cliënt, werken we gedurende het hele traject in co-creatie met de praktijk, gebruiken we het Behavioural Change Wheel als theoretisch raamwerk en gebruiken we naast kwalitatieve technieken ontwerpgerichte onderzoekstechnieken. Vanuit deze nieuwe open en brede blik werken we toe naar een prototype van een methodiek te gebruiken door zorgprofessionals voor op maat ondersteunen van hun cliënten in het bereiken van duurzaam gezond beweeggedrag.