Hoe betrek je als professional naasten bij een cliënt die dak- en thuisloos is? Voor welke doelen zou een sterk netwerk rondom de cliënt eigenlijk goed zijn? En hoe werken professionals van verschillende organisaties en naasten dan samen ter ondersteuning van een cliënt? Welke vaardigheden en kennis heeft de professional nodig om naasten te ondersteunen? En werkt dat hetzelfde in verschillende stedelijke contexten, of zijn daarin verschillen?
In de programmalijn Zorg in Balans, één van de vier programmalijnen van het Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning van de Hogeschool Utrecht, worden verdiepende gesprekken georganiseerd rond actuele onderwerpen die in de lijn van het programma liggen. Dit artikel is het resultaat van een verdiepend gesprek over sociale netwerken, met als uitgangspunt de tekst van de Wmo-Wijzer 'Werken met sociale netwerken' van J.P. Wilken uit 2016.
Het sociaal netwerk vormt een belangrijk thema doordat vanuit de Wmo verondersteld wordt dat de cliënt eerst de eigen kracht aanboort, alvorens er professionele hulp kan worden ingeschakeld. Dat betekent dat hij ook de kracht die het eigen sociaal netwerk bezit moet benutten. Het gaat bij kracht van het sociaal netwerk om steun die door familie, vrienden , kennissen en buren gegeven kunnen worden. Hierdoor kan de cliënt langer zelfstandig thuis blijven wonen en/of meer participeren in de samenleving. In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk – en het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt. Bij het maatschappelijk steunsysteem gaat het dan met name over het benutten van algemene voorzieningen als vrijwilligers of lotgenotencontacten etc. In deze docentenhandreiking ligt de focus op het persoonlijk steunsysteem. De opzet van deze handreiking is dat je als docent tijdens je lessen voor een bepaald vak waar het onderwerp Sociale netwerken bij aan de orde komt, kan putten uit dit lesmateriaal. Daarbij kun je gericht zoeken vanuit de deelthema’s waar deze docentenhandreiking uit is opgebouwd. Ieder deelthema wordt kort ingeleid. Hierdoor krijgt de lezer een goede indruk van de belangrijkste items die bij ieder deelthema aan de orde zijn. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur en onderwijsmodules uit de Wmo-werkplaatsen, zodat jij en studenten zich verder in het thema kunnen verdiepen. Tot slot wordt bij ieder deelthema een aantal opdrachten geformuleerd die je als docent kan gebruiken als opdrachten tijdens de lessen.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.Doel De onderzoeksvraag luidt: Wat denken onderwijsprofessionals van de schoolorganisatie nodig te hebben om hun motivatie om in het Utrechtse basisonderwijs te blijven werken te vergroten? De leerkrachten onderzoeken de ondersteunende cultuur en structuur op scholen en de mate waarin in basisbehoeften van leerkrachten en schoolleiders wordt voorzien. Resultaten Een rapportage met beschrijvingen van good practices en overkoepelende inzichten over het behouden van onderwijsprofessionals Kennisdeling met betrokken schoolbesturen via presentaties en een toegankelijk kennisproduct Looptijd 01 februari 2023 - 31 december 2023 Aanpak In een professionele leergemeenschap (PLG) zetten zes academische of masteropgeleide leerkrachten samen het onderzoek op en voeren ze het uit. Ze worden begeleid en gevoed door onderzoekers vanuit de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.
Wijkbewoners krijgen meer invloed in het vormgeven van de leefomgeving. Steeds vaker krijgen ze de mogelijkheid om het initiatief te nemen en werk over te nemen van professionals werkzaam in organisaties met publieke taken. Dit gaat echter niet vanzelf. Vandaar dat Versa Welzijn, het lectoraat Participatie & Stedelijke Ontwikkeling en het Mr. Roelsefonds de handen ineen willen slaan.Doel In dit project onderzoeken we op welke wijze het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van wijkbewoners kan worden vergroot met als doel de sociale basis en daarmee het welzijn en de gezondheid van mensen in de wijk te versterken. Resultaten We willen inzichtelijk maken in hoeverre en op welke manier het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van bewoners zich ontwikkelt. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in een grotere betrokkenheid van bewoners bij maatschappelijk uitdagende vraagstukken in de wijk. We ontwikkelen daarnaast handvatten om professionals die werkzaam zijn bij de gemeente en binnen de wijk te ‘scholen’ om een meer ondersteunende en faciliterende rol te nemen ten aanzien van bewonersinitiatieven. Looptijd 01 januari 2023 - 31 december 2027 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee fasen: In fase 1 van het project brengen we de context van Hilversum Zuidwest, specifiek met betrekking tot de inwonersgroepen die actief zijn, in kaart. Het doel van deze fase is om te onderzoeken (a) welke latente talenten en capaciteiten bij bewoners binnen de wijk aanwezig zijn, (b) welke netwerken van bewoners er reeds actief is en (c) welke initiatieven al ontplooid worden. Fase 2 van het project betreft het uitvoeren van participatief actieonderzoek samen mét bewoners en sociale professionals. Cofinanciering Het onderzoek wordt gesubsidieerd door het Mr Roelsefonds.