Bij het 11e lustrum van de NVS is uitgebreid stilgestaan bij de zogenaamde stralingstaart, die weergeeft aan welke bronnen van ioniserende straling Nederlanders worden blootgesteld [Sla15]. De grootste taartpunt in die stralingstaart komt voor rekening van de medische diagnostiek. Het gaat daarbij met name om medische beeldvorming met röntgenstraling (röntgenfoto’s en CT scans) en in mindere mate om diagnostiek met radiofarmaca (nucleaire geneeskunde). Stralingsbelasting ten gevolge van radiotherapie en nucleair geneeskundige therapie wordt hier buiten beschouwing gelaten. Daarbij is straling voornamelijk het ‘medicijn’ en spelen mogelijke negatieve bijwerkingen een ondergeschikte rol. De stralingsbelasting ten gevolge van medische diagnostiek wordt bijgehouden in het Informatiesysteem Medische Stralingsbelasting (www.rivm.nl/ims). Daaruit blijkt dat die stralingsbelasting van jaar tot jaar toeneemt (zie Figuur 1). Dit wordt veroorzaakt door de toename in het aantal verrichtingen dat jaarlijks wordt uitgevoerd.
Artikel in het blad: NVMBR Tijdens zwangerschap wordt terughoudend omgegaan met de verrichting van röntgenonderzoek m.n. vanwege de gevoeligheid van weefsels van het ongeboren kind voor ioniserende straling. Door regionale verschillen in praktijkvoering en technische en kennisontwikkelingen op radiologisch gebied ervaren MBB’ers onvoldoende houvast voor het uitvoeren van radiologisch onderzoek bij zwangeren met bijbehorende risicocommunicatie. Dit artikel rapporteert een mixed-methods onderzoek als bijdrage aan de ontwikkeling van een praktische leidraad door MBB’ers in de dagelijkse praktijk, waarin de ervaringen, perspectieven en wensen van vrouwen als het gaat om de risicocommunicatie over mogelijke effecten van röntgenstraling op het ongeboren kind zijn onderzocht.
Het grootste deel van de kunstmatig veroorzaakte, gemiddelde stralingsbelasting in Nederland is afkomstig van medische blootstellingen. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) verricht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoek naar Medische Stralingstoepassingen in Nederland. In publicaties worden gegevens over aard en omvang van medische stralingsblootstelling bijeengebracht. Deze gegevens worden onder andere gepubliceerd op de website van het RIVM onder Medische Stralingstoepassingen (www.rivm.nl/ims).
In onze binnensteden zijn de gevolgen van Corona fysiek misschien wel het meest zichtbaar: in het voorjaar lege straten, veilige looproutes, afzettingen en vergrote terrassen. Ook de gedeeltelijke lockdown van dit najaar raakt binnensteden hard. Daarmee is een al langer lopende transitie in de retailsector zich versneld aan het doorzetten. De vraag hoe binnensteden zich kunnen ontwikkelen van ‘place to buy’ naar ‘place to be’ heeft daarmee aan urgentie gewonnen. De centrale vraag in onze challenge is hoe we snel en adequaat kunnen inspelen op deze versnelde transitie. We willen zorgen dat de binnenstad ook na Corona aantrekkelijk blijft om te bezoeken. Grootschalige leegstand zou desastreus zijn voor de uitstraling en beleving. Een neerwaartse spiraal willen we voorblijven. Een aantrekkelijke en vitale binnenstad is bovendien noodzakelijk om jong talent in onze stad te behouden en aan te trekken. We gaan studenten uitdagen concrete maar flexibele invullingen te bedenken voor het geval er een groot en beeldbepalend pand leeg komt te staan. Toerisme-studenten (HBS ) focussen zich daarbij op de food- en beverage-sector. StadsLAB-studenten (ABR&R ) gaan na welke ruimtelijke functiecombinaties hiermee mogelijk zijn incl. de mogelijke impact op de directe omgeving van een pand. We bouwen daarbij voort op lopende studentprojecten die zich n.a.v. Corona op een meer conceptueel niveau bezighouden met de toekomst van de binnenstad, bijv. gericht op smart routings waarbij veiligheid en gastvrijheid hand- in hand gaan. Uiteraard nemen we ook de opgedane ervaringen met Corona-maatregelen mee: wat werkte best goed en wat was noodzakelijk kwaad.
In de laatste jaren zijn er veel biocomposieten ontwikkeld, gebaseerd op vezelversterkte biologisch afbreekbare polymeren. Polymelkzuur (polylactic acid, PLA) is een van de meest onderzochte biobased matrices door de competitieve prijs, afbreekbaarheid en de goede verwerkings eigenschappen. BioBase Pack uit Heinkenszand, Appkuns uit Oosterhout en M-plastics zijn actief in de innovatieve produktie en verwerking van biocomposieten. Het doel van dit project is om op een vernieuwende manier biocomposieten te benutten, niet alleen door het veranderen van de mechanische of thermische eigenschappen van het polymeer, maar ook om het design van het eindproduct zo te ontwikkelen dat er visueel aantrekkelijke en functioneel verbeterde en dan vooral 100 % biobased producten geproduceerd kunnen worden. Samen met Avans/CoEBBE heeft Biobase Pack binnen een eerdere samenwerking ontdekt dat bepaalde vezels goed kunnen worden toegepast om biopolymeren een 100 % biobased kleuring en daarmee een meer attractieve visuele uitstraling te geven. Het onderzoek richtte zich op de verwerking van de gekleurde vezels in het biobased Hemcell polymeer matrix. In het onderzoek werd zo de mogelijkheid om 100 % biobased kleurstoffen te gebruiken aangetoond. Maar op deze manier werd ook door specifieke kleureffecten in combinatie met het gebruik van vezels een andere design aan het Hemcell polymeer gegeven. Door het onderzoek zijn echter ook een aantal vervolg vragen ontstaan, vooral betreffende de effecten van het verwerkingsproces, de eigenschappen van de nieuwe materialen en de toepassingsmogelijkheden. Deze vragen zullen in dit Biobased Betaald project verder onderzocht worden. Het doel van dit project is om een innovatieve 100% biobased festival munt te produceren o.b.v. het toepassen van gekleurde natuurlijke vezels in biobased polymeren. De evaluatie en selectie van de mogelijke vezels, verwerking in het productie en de mogelijke speciale kleur effecten (design en functionaliteit) zijn de afgeleide onderzoeksdoelen van deze studie.
Voor zorgprofessionals die met kinderen met overgewicht werken, zoals kinderdiëtisten en -fysiotherapeuten, is het moeilijk om optimale ondersteuning te bieden aan deze kinderen en hun ouders. Dit heeft te maken met de multifactoriële aard van overgewicht, de beperkte vergoede behandeltijd en de benodigde tijd die leefstijlverandering vraagt. Een waardevolle toevoeging voor de huidige zorgpraktijk zou een mHealth-applicatie zijn die zowel voor kinderen en ouders als de professionals ondersteunend werkt bij het ontwikkelen en adopteren van een duurzaam gezondere levensstijl door kinderen. Door deze ‘blended care’ aanpak te ontwikkelen wil De Haagse Hogeschool, DIO Agency, Lijfstijl Diëtisten en TiM Fysiotherapie bijdragen aan het stabiliseren of reduceren van overgewicht van kinderen. Dergelijke leefstijlinterventie-ondersteunende applicaties bestaan al voor volwassenen, maar nog niet voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Er bestaan wel enkele stand-alone applicaties voor deze doelgroep. De Supereters app van DIO Agency is hier een voorbeeld van. Deze app is de afgelopen jaren, in samenwerking met studenten Voeding & Diëtetiek van HHS, gevuld met evidence-based leefstijl informatie. Zorgprofessionals hebben deze app positief geëvalueerd voor integratie in gecombineerde leefstijlinterventies. In dit project willen we gezamenlijk onderzoeken hoe de reguliere zorgaanpak door digitale ondersteuning verrijkt kan worden tot een blended care aanpak. Dit doen wij door in een iteratief cocreatie proces met kinderen, ouders en zorgprofessionals informatie over de wensen, behoeften en leefwereld van de verschillende gebruikers, inhoudelijke kennis over leefstijl en gedragsverandering en technische en ethische randvoorwaarden, te integreren in de Supereters app en blended care aanpak. Hiermee leggen we een goede basis voor het implementeren van de applicatie in de zorgpraktijk en het evalueren van de effecten daarvan in een opvolgend project. Daarnaast krijgt een toekomstige generatie ontwerp- en zorgprofessionals hands-on ervaring met het cocreëren van eHealth oplossingen door te participeren in dit project.