In dit white paper wordt ingegaan op het begrip student engagement. Waarom nu inzetten op engagement? Wat levert dat op? Is student engagement te meten? En is er een blauwdruk voor HO instellingen?
DOCUMENT
De implementatie van blended learning – waarbij fysiek leren wordt gecombineerd met online leren – staat bij veel onderwijsinstellingen hoog op de agenda, om activeren, intensiveren, flexibiliseren, differentiëren en/of personaliseren mogelijk te maken (Bos, 2022). Als gevolg hiervan krijgt de online leeromgeving binnen onderwijsinstellingen een steeds nadrukkelijkere rol. Om te komen tot betekenisvol leren in deze online leeromgeving (vaak in de vorm van een leermanagementsysteem, ook wel LMS genoemd), is het belangrijk dat studenten hierin actief aan de slag gaan met de aangeboden onderwijsinhoud en geïnteresseerd en gemotiveerd zijn om dit te (gaan) doen (Michael, 2006; Alhazmi & Rahman, 2012; Derboven et al., 2017; Grant-Smith et al., 2019). Echter, in de praktijk blijkt dat lang niet altijd sprake is van deze gewenste student engagement. Bijlage 1: Dit artikel geeft de resultaten weer van een onderzoek naar mogelijkheden om student engagement in het LMS te vergroten. Deze resultaten zijn tevens samengevat in twee overzichtelijke infographics. Bijlage 2: Infographic 1 omvat het gehele overzicht van de (mogelijk) te implementeren ontwerpprincipes. Bijlage 3: Infographic 2 bevat een stappenplan voor docenten om hun LMS te analyseren en te optimaliseren (laaghangend fruit).
MULTIFILE
Op basis van 19 semigestructureerde interviews met medewerkers verdeeld over de domeinen is opgetekend wat zij onder studentengagement verstaan, wat zij ondernemen en welke (on)mogelijkheden zij zien. Deze factsheet laat zien dat de termen die vielen o.a. betrokkenheid, binden en intrinsieke motivatie waren. Ook staan de vier soorten engagement die in de literatuur te onderscheiden zijn, vermeld. Daarnaast een overzicht van activiteiten om betrokkenheid te beïnvloeden, tips om engagement te vergroten en welke uitdagingen daarbij komen kijken.
MULTIFILE
First Virtual Reality Museum for Migrant Women: creating engagement and innovative participatory design approaches through Virtual Reality Spaces.“Imagine a place filled with important stories that are hard to tell. A place that embodies the collective experience of immigrant women during their temporary stay”. In this project the first museum around immigrant women in Virtual Reality is created and tested. Working with the only migration centre for women in Monterrey, Lamentos Escuchados, project members (professional developers, lecturers, and interior design, animation, media and humanity students) collaborate with immigrant women and the centre officials to understand the migrant women stories, their notion of space/home and the way they inhabit the centre. This VR museum helps to connect immigrant women with the community while exploring more flexible ways to educate architects and interior designers about alternative ways of doing architecture through participatory design approaches.Partners:University of Monterey (UDEM)Lamentos Escuchados
Collaborative networks for sustainability are emerging rapidly to address urgent societal challenges. By bringing together organizations with different knowledge bases, resources and capabilities, collaborative networks enhance information exchange, knowledge sharing and learning opportunities to address these complex problems that cannot be solved by organizations individually. Nowhere is this more apparent than in the apparel sector, where examples of collaborative networks for sustainability are plenty, for example Sustainable Apparel Coalition, Zero Discharge Hazardous Chemicals, and the Fair Wear Foundation. Companies like C&A and H&M but also smaller players join these networks to take their social responsibility. Collaborative networks are unlike traditional forms of organizations; they are loosely structured collectives of different, often competing organizations, with dynamic membership and usually lack legal status. However, they do not emerge or organize on their own; they need network orchestrators who manage the network in terms of activities and participants. But network orchestrators face many challenges. They have to balance the interests of diverse companies and deal with tensions that often arise between them, like sharing their innovative knowledge. Orchestrators also have to “sell” the value of the network to potential new participants, who make decisions about which networks to join based on the benefits they expect to get from participating. Network orchestrators often do not know the best way to maintain engagement, commitment and enthusiasm or how to ensure knowledge and resource sharing, especially when competitors are involved. Furthermore, collaborative networks receive funding from grants or subsidies, creating financial uncertainty about its continuity. Raising financing from the private sector is difficult and network orchestrators compete more and more for resources. When networks dissolve or dysfunction (due to a lack of value creation and capture for participants, a lack of financing or a non-functioning business model), the collective value that has been created and accrued over time may be lost. This is problematic given that industrial transformations towards sustainability take many years and durable organizational forms are required to ensure ongoing support for this change. Network orchestration is a new profession. There are no guidelines, handbooks or good practices for how to perform this role, nor is there professional education or a professional association that represents network orchestrators. This is urgently needed as network orchestrators struggle with their role in governing networks so that they create and capture value for participants and ultimately ensure better network performance and survival. This project aims to foster the professionalization of the network orchestrator role by: (a) generating knowledge, developing and testing collaborative network governance models, facilitation tools and collaborative business modeling tools to enable network orchestrators to improve the performance of collaborative networks in terms of collective value creation (network level) and private value capture (network participant level) (b) organizing platform activities for network orchestrators to exchange ideas, best practices and learn from each other, thereby facilitating the formation of a professional identity, standards and community of network orchestrators.
Onderzoek laat zien dat gedragsproblemen en leesproblemen vaak gelijktijdig voorkomen. Maar waar moet de leerkracht zich op richten; het gedrag of de leesprestaties? Voor de onderwijspraktijk is het relevant om uitsluitsel te krijgen over hoe deze problematiek in elkaar zit.Doel Uit veel onderzoek komt naar voren dat gedragsproblemen en leesproblemen bij veel kinderen min of meer gelijktijdig voorkomen. Leerkrachten zijn in deze situatie geneigd zich eerst te richten op het gedrag aangezien ze daar de meeste last van hebben. De primaire gerichtheid op gedragsproblemen uit zich ook in de grote vraag die er is naar begeleiding van leerkrachten bij het voorkomen en bestrijden van gedragsproblemen en de oververtegenwoordiging van studenten die bij de Master EN bij het Seminarium voor Orthopedagogiek de route Gedrag kiezen. De vraag is of deze gerichtheid terecht is en inderdaad tot de oplossing van de problemen leidt dan wel dat een achterliggend probleem de oorzaak is; namelijk een leesprobleem dat bij de leerling gedragsproblemen veroorzaakt. Het is relevant voor zowel de onderwijspraktijk als de opleidingen om uitsluitsel te krijgen over hoe deze problematiek in elkaar zit. In dit proefschrift wordt beoogd de vraag te beantwoorden of de gerichtheid op gedragsproblemen terecht is. Ook wil hiermee tegemoet worden gekomen aan de behoefte aan onderzoek waarmee de praktijk duidelijkere handvatten aangereikt krijgt om om te gaan met deze problemen en waar te beginnen met het bestrijden en voorkomen van de problemen. De volgende onderzoeksvragen worden beantwoord: 1) Gaan leesproblemen vooraf aan gedragsproblemen, is het andersom of is er sprake van wederzijdse volgtijdelijkheid? 2) Veroorzaken leesproblemen gedragsproblemen, is het andersom of veroorzaken zij elkaar? 3) In welke mate is lezen en gedrag te beïnvloeden door de leerkracht? Resultaten Het gedrag van leerlingen tijdens de leesles (aandacht, verstorend gedrag, emotionele stabiliteit) blijkt niet bij te dragen aan hun leesvaardigheid aan het eind van datzelfde schooljaar (groep 5); het is dus niet zo dat leerlingen die zich beter gedragen aan het begin van het jaar, beter lezen aan het eind van het jaar. Andersom is het wel zo dat leerlingen die aan het begin van het jaar beter lezen, zich aan het eind van het jaar beter gedragen (Brokamp, Houtveen & Van de Grift, 2018b; Brokamp, Houtveen & Van de Grift, submitted). Er wordt momenteel vervolgonderzoek uitgevoerd om te kijken of deze trend hetzelfde is over meerdere leerjaren. Wanneer gekeken wordt naar wat de leerkracht kan doen om zowel het lezen als het gedrag van de leerlingen tijdens de leesles te beïnvloeden, blijkt dat de leerkracht door het geven van een kwalitatief goede leesles ervoor kan zorgen dat de leerlingen beter gaan lezen, maar ook meer gefocust zijn, minder verstorend gedrag vertonen en (in minder mate) meer zelfvertrouwen hebben. Voor de praktijk heeft dit een belangrijke implicatie, namelijk het belang van goed leesonderwijs; het geven van een goede leesles zorgt niet alleen voor verbetering van de leesprestaties maar kan ook in positieve zin bijdragen aan het gedrag van de leerlingen (Brokamp, Houtveen & Van de Grift, 2016; 2018a). Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M. (submitted). Reading and behavioural and emotional engagement: a bidirectional relationship? Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M (2016, January). Reading, classroom behaviour and teaching skills. Paper presented at ICSEI 2016 Conference, Glasgow, UK. Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M (2018a). The relationship among students' reading performance, their classroom behavior, and teacher skills. The Journal of Educational Research. doi: 10.1080/00220671.2017.1411878 Brokamp, S.K., Houtveen, A.A.M., & Van de Grift, W.J.C.M (2018b, Juni). Leesvaardigheid en betrokkenheid tijdens het lezen: een bidirectionele relatie?. Paper gepresenteerd op de ORD 2018 Conferentie, Nijmegen, Nederland. Looptijd 01 december 2012 - 31 december 2020 Aanpak In het onderzoek meten we zowel het gedrag tijdens de leesles als de leesvaardigheid van de leerlingen over meerdere jaren. Ook bekijken we het instructiegedrag en algemeen pedagogisch handelen van de leerkrachten om de vraag te kunnen beantwoorden in welke mate de leerkrachten het lezen en gedrag van de leerlingen kunnen beïnvloeden.