Afgelopen jaren heeft het lectoraat Crossmedia van de Hogeschool van Amsterdam samen met 13 musea en 5 ontwerpbureaus praktijkgericht onderzoek gedaan naar ‘museumbeleving’. Het doel van het onderzoek was om een evaluatie- en sturingsmodel te ontwikkelen waarmee tentoonstellingsmakers meer inzicht krijgen in het bieden van een bezoekersbeleving zodat bezoekers meer leren over de inhoud van de tentoonstelling én geïnspireerd en geraakt worden. En we hebben goed nieuws: de inzichten en resultaten van deze onderzoeksprojecten zijn nu beschikbaar in de publicatie De Tentoonstellingsmaker van de 21ste Eeuw. Ontwerpen voor Beleving. Het boek beschrijft enerzijds het onderzoeksproces, maar is ook bedoeld als hulpmiddel voor elke maker, van student tot professional, die betrokken en/of geïnteresseerd is in het creëren en evalueren van museumbelevingen.
MULTIFILE
De creatieve denkkracht van kinderen wordt nog niet vaak benut bij het vinden van oplossingen voor problemen in de dagelijkse praktijk. Hun ervaringen en ideeën zouden meegenomen kunnen worden in ontwerpprocessen door hen te laten participeren in de ontwikkeling van nieuwe producten. In het NRO‐NWO project “Co‐design with kids” hebben 32 kinderen uit groep 5 en 26 kinderen uit groep 7 van twee basisscholen gedurende zeven weken onder begeleiding van een onderzoeker en hun groepsleerkracht gewerkt aan een ontwerpopdracht van een ‘echte’ opdrachtgever gericht op het bewegingsonderwijs (Casus Gymzaal van de Toekomst) en op de speelruimte (Casus Memo). Een jury van zeven tot acht personen met expertise op het vlak van bewegen, buitenspelen, bewegingsonderwijs, onderwijs of ontwerpen heeft de kwaliteit van de ontwerpuitkomsten van de kinderen beoordeeld in termen van originaliteit en variatie, inspiratie, uitwerking en relevantie. Uit de resultaten kwam naar voren dat de kinderen goed in staat zijn tussen‐ en eindproducten te bedenken die aansluiten bij de doelgroep. De ontwerpideeën scoorden over het algemeen ook hoog op de variatie in de oplossingen, de mate waarin de producten uitgewerkt, uitgedacht en direct toepasbaar waren en de mate waarin de eindproducten pasten binnen de context van het probleem. De ontwerpideeën waren volgens de juryleden en opdrachtgevers echter niet heel origineel; de ontwerpideeën waren in hun ogen niet erg vernieuwend, waren een afgeleide van bestaande concepten of bevatten geen verrassende elementen.
DOCUMENT
Om de toepassing van biobased plastics te stimuleren is een belangrijke rol weggelegd voor ontwerpers. Omdat zowel gevestigdeontwerpers als studenten weinig tot geen kennis hebben van biobased plastics, doet de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoek naar verschillende aspecten van ontwerpen met biobased plastics.
MULTIFILE
Sinds januari 2020 moet volgens het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie de factor hitteworden meegenomen in het beleid en ontwerp van de openbare ruimte. In de praktijk blijkthet moeilijk om concrete passende maatregelen te nemen: de implementatie van het planis een zoektocht. Op welke locaties moet je wat dan doen om ervoor te zorgen dat dewoon-, werk- en leefomgeving hittebestendig wordt? Wanneer is het goed genoeg? DeCoolKit kan als ontwerptool worden ingezet om maatregelen tegen hittestress op eenstrategische wijze in het ontwerp van de openbare ruimte te realiseren.
MULTIFILE
Het Urban Technology onderzoeksprogrammavan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) doet praktijkgericht onderzoek voor de omschakeling naar eencirculaire stad. Eén van de factoren die hierbij een rol spelen is hoe producten circulair ontworpen kunnenworden. In een aantal onderzoeksprojecten wordt door de HvA specifiek gekeken naar het gebruik van lokalereststromen om circulaire producten te ontwerpen. Onder meer aan de hand van een wel heel bijzonderereststroom: de in 2017 afgedankte stadionstoelen van de Amsterdam ArenA. In Product #5 / 2017 en Product#2 / 2018 verschenen de eerste twee delen waarin de achtergrond van dit onderzoek is besproken en waarinsuggesties voor nieuwe stoelontwerpen op basis van upcycling en recycling gedaan zijn.In dit derde en laatste deel richten we ons op de consument. We gaan in op de vraag hoe circulaireproducten door de consument gewaardeerd worden en welke rol de herkenbaarheid
DOCUMENT
How and where can Dutch design entrepreneurs find work in Germany? This was the question DutchDFA put to the research team at Inholland University of Applied Sciences in February 2010. But the researchers took a different angle, and generated unexpected data, revealing patterns, and valuable new insights into practicing design and architecture abroad.
DOCUMENT
Martijn de Waal bezocht op uitnodiging van Het Nieuwe Instituut de opening van de achtste editie van de architectuurbiënnale van Shenzhen. Naar aanleiding van zijn bezoek aan de tentoonstelling Eyes of the City schrijft hij over hoe de opkomst van camera's, AI en deep learning het leven in de stad verandert.
LINK
In het middelbaar beroepsonderwijs worden hybride leeromgevingen, waarin de contexten van school en werk worden geïntegreerd, gezien als een veelbelovende manier om onderwijs en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Er is weinig bekend over het duurzaam ontwerpen van deze integratieve leeromgevingen binnen een mbo-instelling als geheel, waarbij het gaat om leeromgevingen van verschillende sectoren. In deze meervoudige, tweejarige case study zijn 45 integratieve leeromgevingen op de grens van school en werk, verspreid over zes sectoren binnen één onderwijsinstelling in kaart gebracht. Deze leeromgevingen zijn in focusgroepen geanalyseerd op 1) waar zij zich bevinden op de dimensie school-werk, 2) de ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal, temporeel, instrumenteel en ruimtelijk, en 3) bevorderende en belemmerende factoren bij het ontwerpen en uitvoeren van integratieve leeromgevingen. Dit onderzoek geeft inzicht in hoe deze leeromgevingen zijn ontworpen en welke factoren daarbij van belang zijn. Integratief samenwerken met het werkveld blijkt in alle sectoren mogelijk. De ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal en ruimtelijk worden vaker als integratief ervaren dan het ontwerpkenmerk temporeel. Vanuit het temporele perspectief blijken vooral kaders van school leidend en komen daarmee naar voren als een belangrijke factor in het succesvol opschalen en verduurzamen van leeromgevingen.
MULTIFILE
We staan als leraren LO voor de mooie opdracht om leerlingen meer bekwaam en enthousiast te maken voor een duurzame deelname aan onze beweeg- en sportcultuur (KVLO, 2017). Het creëren van een spelleeromgeving waarin rekening wordt gehouden met de verschillen tussen leerlingen, iedere leerling betrokken is en succesvolle ervaringen op kan doen, is daarom cruciaal. In dit artikel dragen we aan de hand van het speler- en spelgecentreerde vakdidactische model Spelinzicht (Weeldenburg, Zondag & De Kok, 2017) concrete voorbeelden en handvatten aan ten behoeve van het ontwerpen en realiseren van een uitdagende spelleeromgeving in de LO-praktijk. Dit doen we aan de hand van spelactiviteiten die de spelsporten Rugby, Gaelic football en American football als vergezicht hebben.
DOCUMENT
The survey on ‘Doing Business in Germany’ (2010), conducted by the CBRD research project (Cross-Media, Brand, Reputation & Design Management), helped identify key principles for doing business internationally. As the study shows, self-analysis by the Dutch agency or individual designer is at least as important for a successful enterprise as finding the right opportunities on the German or any other international market. For the designer concerned, this requires insight into one’s own ambitions, motives, competencies, attitude and work style.
DOCUMENT