In dit artikel wordt verslag gedaan van een evaluative studie naar wederzijds leren binnen twee tutorgroepen in het kader van een masteropleiding speciale onderwijszorg. Wederzijds leren wil zeggen dat alle groepsleden, dus studenten en opleiders, van elkaar leren. De betrokkenen gaven aan dat wederzijds leren in de tutorgroepen de kwaliteit van het leren van alle deelnemers kan verbeteren. Er wordt verondersteld dat expliciete aandacht voor het wederzijds leren de kwaliteit van de opleiding positief beinvloedt.
DOCUMENT
Amsterdam Zuidoost vormt geen eenheid. Het spoor splijt het gebied in delen die ogenschijnlijk een eigen leven leiden. Aan de ene kant woonwijken en winkelcentra en aan de andere kant entertainment, retail, kantoren en het AMC. In discussies over de toekomst van Amsterdam Zuidoost wordt vaak gewezen op mogelijke synergie tussen beide kanten van het spoor. Het Lectoraat Kenniseconomie van Amsterdam, verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam (domein Economie en Management / HES, gevestigd in Zuidoost) wil met dit onderzoek een bijdrage leveren aan de discussie hoe en in hoeverre beide gebieden met elkaar samenhangen, hoe ze van elkaar profiteren en in hoeverre inspanningen nodig zijn om het wederzijds profijt te vergroten.
DOCUMENT
Lectoraten van Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogeschool sloegen, in opdracht van Zestor, de handen ineen om onderzoek te doen naar de professionele ontwikkeling van hbo-docenten in teamverband. De praktijkkwestie die het vertrekpunt voor het onderzoek vormt, is: Hoe kunnen docententeams gezamenlijk leren om hun vakbekwaamheid en professionele identiteit te versterken?
DOCUMENT
De gemeente Deventer en Saxion hebben in 2018 een strategische samenwerkingsovereenkomst getekend voor de periode van 4 jaar. Daarin zijn gezamenlijke ambities geformuleerd op de thema’s ICT, Duurzaamheid en Gezondheid. Hierbinnen is de City Deal Kennis Maken (CDKM) gestart in Deventer. Landelijk doel hiervan is dat onderzoekers, docenten en studenten betrokken worden in het oplossen van stedelijke opgaven: kennisbenutting én het aanbieden van een rijke leeromgeving. Afgelopen maanden is een impuls gegeven aan de samenwerking tussen Deventer en Saxion, o.a. door de inzet van een trainee als kwartiermaker met de zgn. impulsregeling (SIA). Een netwerk is gevormd en er wordt gewerkt aan vragen uit de stad binnen Saxion, met name binnen Stadslab en Smart Solutions Semester. De CDKM Deventer loopt goed en dynamisch, maar er is behoefte aan het uitbouwen en verduurzamen van de ontplooide activiteiten. Zo werken we samen toe naar het op grootschalige wijze studenten, docenten en onderzoekers te betrekken bij maatschappelijke opgaven van de stad. De huidige CDKM-regeling 2019 (SIA) zal worden ingezet om initiatieven die gestart zijn in de afgelopen periode op te schalen en te verduurzamen, met als doelen: 1: Intensiever, groter en actiever netwerk tussen ondernemers, overheid en onderwijs. 2: Meer gerichte en planmatige systematiek voor ophalen en verduidelijken van kennisvragen bij gemeente, bedrijven, instellingen, en inwoners. 3: Optimale benutting van onderwijs voor de beantwoording van stadsvragen, met name door uitbreiding van onderwijsconcepten waarbinnen gewerkt wordt aan deze vragen (Smart Solutions Semester, Stadslab en Serious game in de wijk). De regeling maakt het verder mogelijk constructief voort te bouwen op onze strategische agenda en hier verder uitvoering aan te geven. Door de regeling CDKM 2019 kunnen we een plus creëren op de samenwerking die er al is, en eraan bijdragen dat het werken aan maatschappelijke opgaven het uitgangspunt wordt van het onderwijs binnen Saxion.
Kunstmatige intelligentie (AI) ontwikkelt zich in razend tempo, maar blijft in de kern een cerebraal, cognitief en computationeel fenomeen. Het beweegt niet, ademt niet, voelt niet. Toch dringt AI steeds dieper door in ons dagelijks leven waardoor het ons beeld van kennis in toenemende mate beïnvloedt en verandert. Maar menselijke kennis is veel meer dan verstandelijk en rationeel —ze is ook fysiek, intuïtief en relationeel. Teach Us How to Feel onderzoekt hoe AI en belichaamde kennis op elkaar inwerken én mogelijk kunnen samenwerken binnen artistiek en ontwerpend onderzoek. AI wordt vooralsnog vaak overschat in zijn vermogen om menselijke ervaringen te reproduceren. Tegelijkertijd worstelen wij als mensen ermee om onze belichaamde kennis expliciet te maken, juist omdat deze grotendeels intuïtief is en onze communicatie talig. Dit spanningsveld roept de volgende vraag op: Hoe kunnen belichaamde kennis en AI elkaar wederzijds beïnvloeden in het creatieve maakproces, en wat leren we daardoor over hoe we weten, voelen en creëren in artistiek en ontwerpend onderzoek? HKU en MU Hybrid Art House ontwikkelen in samenwerking met Innovation:Lab en de kunstenaars Katja Heitmann en Florian van Zandwijk een collectief onderzoeksproces waarin deze vraag centraal staat. Door middel van artistieke experimenten wordt AI niet alleen onderzocht als technologie, maar benaderd als een ‘ander’—een entiteit die onze lichamelijkheid uitdaagt en onze gevoelswereld raakt. Uiteindelijk ontwikkelt dit project nieuwe creatieve strategieën en methodes om met AI te werken, voorbij dominante narratieven van technologische vooruitgang of dystopie. Het vraagt zich af waar AI waardevolle kennis en taal kan toevoegen aan de creatieve sector, en waar belichaamde kennis ongrijpbaar blijft voor AI. In een wereld waarin AI terrein wint, helpt dit project ons om stil te staan en opnieuw na te denken over de waarde van het menselijke lichaam, intuïtie en zintuiglijke ervaring in combinatie met deze ‘andere’ intelligentie.
Aanleiding Reclasseringswerkers jeugdbeschermers, schuldhulpverleners, klantmanagers en woonbegeleiders: ze werken allemaal in een situatie van drang en dwang. En hun rol is bovendien steeds meer verschoven van vrijwillig hulpverlener naar toezichthouder of controleur in een gedwongen kader. Dat vergt een andere houding en doel dan wat deze 'sociale professionals' in hun opleiding hebben geleerd. De beroepsgroep heeft dan ook grote behoefte aan ondersteuning bij het werk. Hoe kunnen zij effectief contact houden met hun cliënten, in hun gecombineerde rol van begeleiden en controleren? En dat in een maatschappij die gericht is op participatie en zelfregie - iets waarvoor juist hun cliënten nauwelijks toegerust zijn. Doelstelling In 2011 heeft het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) de longitudinale studie 'Werkalliantie in gedwongen kader' gestart in de context van reclassering. Hierin staat het concept 'werkalliantie' centraal: doelen en taken waar cliënt en professional gezamenlijk aan werken. Dit RAAK-project wil het onderzoek doorontwikkelen tot een definitieve werkalliantiemonitor voor andere domeinen: schuldhulpverlening, jeugdbescherming, woonbegeleiding en arbeidstoeleiding. Hiertoe zijn vier deelprojecten gedefinieerd: 1) vaststellen van het concept werkalliantie in gedwongen kader en van de werkalliantiemonitor; 2) toetsen van de effectiviteit van werken met de alliantiemonitor in het reclasseringswerk; 3) aanpassing van de alliantiemonitor voor andere contexten en toetsen van de effectiviteit in deze contexten; 4) synthese van alle onderzoeksbevindingen en eindrapportage. Beoogde resultaat Het project levert een bruikbare, geteste alliantiemonitor op die kan worden gebruikt in de 5 onderzochte werkdomeinen waarin sprake is van drang en dwang. Aan het onderzoek werken docenten, bachelorstudenten en masterstudenten mee en cliënten en professionals uit de beroepspraktijk. De resultaten worden verwerkt in het curriculum van de betrokken onderwijsinstellingen: zo wordt de veelgebruikte methodiek 'werken in gedwongen kader' aangepast. De deelnemende instellingen, professionals en landelijke koepels verspreiden de kennis in het werkveld. Ze delen de resultaten in vakbladen en op conferenties.
Centre of Expertise, part of Hogeschool Rotterdam