Als onderdeel van de opdracht van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Utrecht aan de Werkgroep Nieuwkomers Utrecht PO, hebben we de afgelopen anderhalf jaar gewerkt aan het organiseren en begeleiden van de eerste ronde van het stedelijk netwerk nieuwkomers. Dit project beoogt de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van een professionaliseringstraject voor nieuwkomersspecialisten in de Utrechtse basisscholen.
DOCUMENT
Een hoofdstuk over inclusie en nieuwkomers is eigenlijk een contradictio in terminis. Tenslotte: als we inclusief denken, is het vreemd om ‘nieuwkomers’ apart te benoemen. In dit hoofdstuk breken we daarom een lans voor goed onderwijs aan een superdiverse groep, dat in onze ogen als vanzelf goed onderwijs aan nieuwkomers is. Dit doen we door de lezer eerst mee te nemen in vraagstukken rond visie en beleid (paragraaf 1) en vervolgens een handreiking te doen voor de kerningrediënten een inclusieve pedagogisch-didactische aanpak waar alle leerlingen, dus ook nieuwkomers van profiteren (paragraaf 2), waarbij we tenslotte concluderen wat er nodig is voor onderwijsprofessionals om in een superdiverse groep goed, inclusief onderwijs te realiseren.
DOCUMENT
Bijlage bij ‘Adviesrapportage ten behoeve van een kansrijk dekkend onderwijsaanbod aan nieuwkomers in de basisschoolleeftijd binnen Utrecht’. Dit theoretisch kader is opgesteld naar aanleiding van een opdracht uitgezet aan de werkgroep Onderwijs aan Nieuwkomers Utrecht PO door SWV Utrecht PO, betrokken Utrechtse schoolbesturen en de Gemeente Utrecht.
DOCUMENT
Samenwerking tussen leraren en ouders ondersteunt de ontwikkeling van kinderen. Leraren zetten daarom in op educatief partnerschap. Samenwerking met ouders in het nieuwkomersonderwijs brengt echter specifieke uitdagingen met zich mee, zoals verschillen in talen, schoolsystemen en rolpercepties. Dit project onderzoekt hoe educatief partnerschap er in die praktijk uitziet.
Veel onderwijsinstellingen ervaren het als een lastig vraagstuk om kwalitatief hoogwaardig onderwijs te bieden aan leerlingen voor wie het Nederlands niet de enige taal waarin ze leren en leven. Scholen en leerkrachten daarbinnen zijn echter in zeer wisselende mate voorbereid op het omgaan met deze heterogeniteit, zeker waar het gaat om nieuwkomers. Landelijk beleid ten aanzien van pedagogisch-didactische aanpakken en professionalisering van leraren ontbreekt; ‘nieuwkomersvoorzieningen’ kennen geen wettelijke eisen aan bekwaamheden van personeel . Ook voor regulier onderwijs ontbreekt een referentiekader voor professionalisering van docenten om meertalige leerlingen, en zeker nieuwkomers recht te doen. Een inclusieve pedagogisch-didactische benadering belegt zorg voor nieuwkomers niet alleen bij experts maar ook bij alle professionals in het reguliere onderwijs binnen een schoolbrede, meerjarig taal/talenbeleid. De op regionale basis opgebouwde expertise over de transitie naar zo'n inclusieve werkwijze wordt momenteel niet systematisch uitgewisseld. Het beoogde consortium van hogescholen/lectoraten, opleidingen en scholen uit PO, VO en MBO wil de kennisinfrastructuur verder versterken rond professionals en onderwijsinstellingen die een verandering willen inzetten richting een inclusieve benadering van onderwijs aan nieuwkomers en andere meertalige leerlingen. Met het oog hierop verbindt het consortium een bestaand landelijk netwerk van relevante lectoraten met, op het thema actieve, regionale samenwerkingsverbanden van scholen en lerarenopleidingen in het noorden, midden en zuiden van het land.
Leerlingen brengen vele talen de school in, hoe sluit je daar goed op aan? Dat vergt samenwerking tussen diverse professionals en schoolvormen. Bijvoorbeeld omdat schoolse taalvaardigheid een jarenlange begeleiding vergt en taalsteun door alle vakken heen nodig is. Steeds meer scholen staan daarbij open voor functionele inzet van meer (moeder-)talen, bijvoorbeeld voor nieuwkomers. Daarmee voelen meer leerlingen zich thuis, zonder dat het leren van een tweede of derde taal gehinderd wordt. Maar is het altijd wijs?