Little is known about how COVID-19 affects older patients living at home or how it affects district nursing teams providing care to these patients. This study aims to (1) explore, from the perspectives of Dutch district nurses, COVID-19′s impact on patients receiving district nursing care, district nursing teams, and their organisations during the first outbreak in March 2020 as well as one year later; and (2) identify the needs of district nurses regarding future outbreaks. A mixed-methods, two-phase, sequential exploratory design was followed. In total, 36 district nurses were interviewed during the first outbreak (March 2020), of which 18 participated in the follow-up questionnaire in April 2021. Thirteen themes emerged, which showed that the COVID pandemic has substantially impacted patient care and district nursing teams. During the first outbreak, nurses played a crucial role in organising care differently and worked under high pressure, leading to exhaustion, tiredness, and psychosocial problems, including fear of infection. A year later, nurses were better prepared to provide COVID care, but problems regarding work pressure and mental complaints remained. The identified needs focus on a sustainable implementation of leadership roles for district nurses. At the organisational and national levels, more support and appreciation are needed in terms of trust and appropriate policies.
LINK
Objective To explore predictors of district nursing care utilisation for community-living (older) people in the Netherlands using claims data. To cope with growing demands in district nursing care, knowledge about the current utilisation of district nursing care is important. Setting District nursing care as a part of primary care. Participants In this nationwide study, claims data were used from the Dutch risk adjustment system and national information system of health insurers. Samples were drawn of 5500 pairs of community-living people using district nursing care (cases) and people not using district nursing care (controls) for two groups: all ages and aged 75+ years (total N=22 000). Outcome measures The outcome was district nursing care utilisation and the 114 potential predictors included predisposing factors (eg, age), enabling factors (eg, socioeconomic status) and need factors (various healthcare costs). The random forest algorithm was used to predict district nursing care utilisation. The performance of the models and importance of predictors were calculated. Results For the population of people aged 75+ years, most important predictors were older age, and high costs for general practitioner consultations, aid devices, pharmaceutical care, ambulance transportation and occupational therapy. For the total population, older age, and high costs for pharmaceutical care and aid devices were the most important predictors. Conclusions People in need of district nursing care are older, visit the general practitioner more often, and use more and/or expensive medications and aid devices. Therefore, close collaboration between the district nurse, general practitioner and the community pharmacist is important. Additional analyses including data regarding health status are recommended. Further research is needed to provide an evidence base for district nursing care to optimise the care for those with high care needs, and guide practice and policymakers’ decision-making.
Wat is de meerwaarde van Leefpatroonmonitoring voor zelfstandig alleenwonende kwetsbare ouderen met multimorbiditeit en multiproblematiek die een meervoudige hulpvraag hebben. Wat zijn de bevorderende en belemmerende factoren bij de inzet van Leefpatroonmonitoring? Ervaringen van mantelzorgers en meerwaarde van leefstijlmonitoring voor mantelzorgers en cliënten.
Kwaliteitsstandaarden ondersteunen zorgprofessionals in de wijkverpleging in het professioneel en onderbouwd uitoefenen van hun vak. In dit project leren zorgprofessionals met innovatieve reflectiemethodieken te werken met de kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting. Daarmee vergroten we de kwaliteit van zorg aan cliënten thuis. Doel Een duurzame en continue cyclus van leren en verbeteren opzetten in de praktijk, door de introductie van reflectiemethodieken die het leren en werken met kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting bevordert. Resultaten Zorgprofessionals in de wijkverpleging leren werken met de kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting. Inzicht in hoeverre reflectiemethodieken bijdragen aan het ‘leren werken met’ en ‘reflecteren op’ het werken met kwaliteitsstandaarden. Looptijd 01 maart 2021 - 01 maart 2024 Aanpak Met een actiegeoriënteerde aanpak gaan onderzoekers en zorgprofessionals gezamenlijk aan de slag met verschillende reflectiemethodieken. De reflectiemethodieken zijn ‘mentoring’, ‘peer-to-peer shadowing’ en ‘het leren van de data’. Academische werkplaats in de wijk Dit project wordt uitgevoerd binnen de Academische werkplaats in de wijk. Dit is een samenwerkingsverband van Hogeschool Utrecht, de leerstoel verplegingswetenschap van het UMCU en vier verschillende zorgorganisaties in de eerstelijnszorg waaronder AxionContinu, Careyn, de Rijnhoven en Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentrum. Het doel van de Academische werkplaats in de wijk is om de werkpraktijk, het onderwijs en het onderzoek meer met elkaar te verbinden en daarmee bij te dragen aan de kwaliteit van verpleegkundige zorg. Cofinanciering Dit onderzoeksproject wordt gefinancieerd door ZonMw, dossiernummer 80-87100-98-004.
Wijkgerichte preventie van gezondheidsproblemen wordt als een belangrijke sleutel gezien om de druk op de gezondheidszorg te verlichten. Wijkverpleegkundigen spelen hierbij een belangrijke rol als gezondheidsbevorderaars in de wijk. Echter, vraagarticulatie laat zien dat zij zich nog onvoldoende handelingsbekwaam voelen en dat zij de instrumenten die ontwikkeld zijn door landelijke kennispartners onvoldoende kennen en benutten. Implementatie van wijkgerichte preventie verloopt moeizaam. Om de implementatie van de reeds aanwezige kennis te verbeteren willen we onderzoeken of het haalbaar is om hiervoor een nieuw landelijk implementatienetwerk van kennis- en praktijkpartners op te zetten. Het voornaamste innovatie-doel is de opzet van een structureel samenwerkend netwerk dat de implementatie van beschikbare kennis over wijkgerichte preventie aanjaagt. We maken gebruik van de kennis en inzichten die ontwikkeld zijn over netwerksamenwerking door Common Eye. We organiseren daarvoor tweemaandelijks een uitwisselingsbijeenkomst met de stuurgroep van het netwerk in oprichting, we interviewen de belangrijkste stakeholders en organiseren een werkconferentie als startpunt van het netwerk. Daarnaast stellen we een actieplan op voor de komende drie jaar. Het resultaat van dit project is relevant op 3 niveaus: a) voor kwetsbare inwoners die leiden aan gezondheidsproblemen die te voorkomen zijn; b) voor wijkverpleegkundigen die beter en krachtiger vorm en inhoud willen geven aan hun preventieve opdracht en hun samenwerkingspartners in de wijk die kunnen rekenen op initiatiefrijke wijkverpleging die inhoudelijk goed op de hoogte is en c) de gezondheidszorg in het algemeen: minder onnodige zorg, vroegere signalering van problemen waarbij escalatie wordt voorkomen.
De wijkverpleging staat voor grote uitdagingen. Meer ouderen met gezondheidsproblemen wonen tot hoge leeftijd thuis. Toch is er weinig bekend over welke zorg bijdraagt aan betere uitkomsten, zoals zelfredzaamheid en verminderde acute ziekenhuisopname. Doel Wat zijn de resultaten van wijkverpleging? Naar welke uitkomsten moet je naar kijken als je de kwaliteit van wijkverpleging wilt meten? In dit promotieonderzoek gaan we op zoek naar manieren om de invloed van wijkverpleegkundige zorg te meten. We zoeken zowel in de literatuur als de praktijk Resultaten Uit verkennende literatuurstudies blijkt dat we weinig weten over welke resultaten iets zeggen over de kwaliteit van wijkverpleging in de Nederlandse context. Momenteel kunnen nog geen concrete resultaten van de onderzoeken gedeeld worden, zodra deze zijn afgerond worden de resultaten hier gedeeld. Looptijd 01 oktober 2016 - 01 december 2022 Aanpak Momenteel zijn meerdere onderzoeken in uitvoering en/of bijna afgerond: Literatuurstudie (systematic review) naar de uitkomsten om de effecten van wijkverpleegkundige interventies te meten; Groepsinterview met experts (Delphi-studie) over welke uitkomsten van belang zijn in de wijkverpleging; Een vergelijkende studie met declaratie data van verzekeraars over declaraties naar risicofactoren voor het gebruik van wijkverpleging; Vragenlijst onderzoek (survey) naar hoe verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging uitkomsten meten en hoe zij leren van het inzichtelijk maken van uitkomsten. Daarna doen we kwalitatief onderzoek met focusgroepen naar de behoeften van verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging rondom het werken met uitkomsten.