Dit artikel legt het belang uit van goede uitleg van kunstmatige intelligentie. Rechten van individuen zullen door ontwerpers van systemen van te voren moeten worden ingebouwd. AI wordt beschouwd als een 'sleuteltechnologie' die de wereld net zo ingrijpend gaat veranderen als de industriele revolutie. Binnen de stroming XAI wordt onderzoek gedaan naar interpretatie van werking van AI.
DOCUMENT
Pieter Willemsz heeft voor zijn vertaling van Le chevalier délibéré de Goudse of Schiedamse druk gebruikt, of het vijftiende-eeuwse handschrift Rothschild 2797 (nu in Parijs). De kans dat hij de Goudse druk van de Collaciebroeders als legger heeft gebruikt is het grootst. De vertaaltechniek van Willemsz bestaat er vooral in dat hij veel uitlegt. Ondanks de grote hoeveelheid woorden is het niet heel duidelijk welk publiek Pieter Willemsz precies voor ogen had. Toch zijn er enkele subtiele details die in de richting van de adel wijzen.
DOCUMENT
Jonge ontwerpers kunnen een belangrijke rol spelen in de omslag naar een circulaire economie. Juist daar ontstaan experimenten met biobased - en restmaterialen. Deze potentieel interessante materiaal- en techniekideeën sterven echter een stille dood vanwege het ontbreken van faciliteiten voor technisch testen en practice proven bewijslast van de gebruikersbeleving. In de bouw is ‘verkoopbaarheid’ een belangrijke drijfveer. Sebastian Guzman, Rik Maarsen, Basse Stittgen en Marianne Cuypers zijn jonge ontwerpers van nieuwe biobased materialen. Het kunstenaarscollectief Biobased creations/New Heroes wil de door hun ontwikkelde materialen toepassen in het paviljoen Exploded View dat een onderdeel wordt van de Floriade in Almere (2022). Met deze Kiem willen we de materialen gaan testen op aantoonbare bouwkundige kwaliteiten (klimaatkamer; druk- en trekbanken) en onderzoeken hoe ze verbeterd worden met behulp van persen met hoge drukkrachten en hoge temperaturen. De Hogeschool van Amsterdam werkt hierbij samen met mkb-er NPSP dat is gespecialiseerd in het maken van bio-composieten. NPSP stelt haar technologie en kennis ter beschikking – en test tegelijkertijd de constructieve kwaliteiten en ontwerpmogelijkheden van uit rioolslib gewonnen wc-papier als bouwmateriaal. Er wordt ontwerpend onderzoek uitgevoerd. Op basis van een verkennend onderzoek van de materialen worden prototypes gemaakt die worden getest. De testresultaten leiden (eventueel) tot materiaalverbeteringen en/of andere toepassingsmogelijkheden die weer tot nieuwe prototypes leiden et cetera. Het doel is om van deze materialen modulaire systemen te ontwerpen waardoor demontage en het toepassen elders gemakkelijker wordt. Het Floriade-paviljoen is niet alleen een demonstratie van de mogelijkheden van deze nieuwe biobased materialen maar geeft de mogelijkheid om te onderzoeken hoe de materialen door de bezoekers worden beoordeeld. Hiertoe wordt de HvA technologie en kennis van neuro-architectuur ingezet. Voor de doorontwikkeling tot volwaardige bouwproducten beogen we een RAAK MKB aan te vragen – om de slag van de biobased bouwmaterialen naar architecten en ontwerpers te maken.
Aanleiding Schimmels in landbouwbodems zijn vooral bekend vanwege de ziekteverwekkende bodemschimmels. Dit is goed te begrijpen, want verliezen in gewasopbrengsten door pathogenen kunnen enorm zijn. De meeste schimmels die voorkomen in landbouwbodems hebben echter een positieve bijdrage op de landbouw en haar gewassen (de Boer et al., 2006, Fraç et al., 2018, Deng et al., 2021). De bodemschimmelgemeenschap draagt bij aan een efficiëntere opname van minerale voedingsstoffen (minder uitspoeling), wateropname (droogte resistent en een verhoogde weerbaarheid tegen stresscondities als ziekten & plagen, verzilting en klimaatverandering. Relatief bekend zijn reeds de (arbusculaire) mycorrhiza die nauw met gewassen samenwerken en onder andere fosfaat en water beschikbaarheid verbeteren. Verhogen van specifieke arbusculaire mycorrhiza kan een factor zijn in het verminderen van de kwetsbaarheid van planten voor zilte stress om meer tolerante planten te krijgen (Duc et al. (2021). Maar er is ook een andere functionele groep, de saprofytische schimmels (ook wel saprofyten genoemd), die een positieve bijdrage geven aan bodemstructuur (bewerkbaarheid), weerbaarheid tegen ziekten & plagen verhogen, tijdelijk vastleggen van overmatige stikstof en rhizosfeer bacteriën die pathogene schimmels onderdrukken (Clocchiatti et al., 2021). Deze schimmels leven van de afbraak van dood organische materialen. In natuurlijke ecosystemen zijn ze ruim vertegenwoordigd en kunnen we ze ook vaak zien op bijvoorbeeld rottend hout. In landbouwbodems en met name in akkerbouwbodems is hun aanwezigheid veel minder zichtbaar. Hier vormen bacteriën in plaats van schimmels vaak de dominante groep van micro-organismen. De hoeveelheid aan saprofyten in intensieve teelten is 5-10 keer lager dan in bodems van meer natuurlijke ecosystemen (Clocchiatti et al., 2021). De belangrijkste oorzaken zijn intensieve grondbewerking, gebruik van bestrijdingsmiddelen en tekort aan afbreekbare organische materialen. De laatste factor is volgens wetenschappelijk onderzoek de belangrijkste (de Boer, et al. 2021). Door afvoer van gewassen en gewasresten en het veelvuldig gebruik van minerale meststoffen blijft er voor de saprofyten niet veel over om op te groeien. En daarmee de waardevolle bijdrage die deze schimmels leveren aan het goed functioneren van bodems en de gezondheid van gewassen. ProbleemstellingOnderzoek laat zien dat saprofyten en mycorrhiza schimmels door praktijkmaatregelen gestimuleerd kunnen worden (Gryndler et al 2009, Sun et al., 2016) en daarmee op natuurlijke wijze een positieve bijdrage leveren aan akkerbouw- en veehouderijsystemen en daarmee kunnen bijdragen aan maatschappelijke opgaven. Echter, huidige kennisontwikkeling (zowel binnen UvhN als in de beroepspraktijk) richt zich momenteel vooral op bacteriën en/of op specifieke schimmelsoorten en groepen. Er is echter nog weinig kennis en inzicht in gehele schimmelgemeenschappen en netwerken. Hiervoor is het nodig dat er enerzijds een datainfrastructuur is die instaat is om de vele gegevens (DNA data, fysisch/chemisch bodemparameters, agronomisch gegevens) te verwerken en verbanden te vinden. Bio-informatica, machine-learning en AI zijn hiervoor belangrijke componenten. Anderzijds is kennis nodig van bodem(biologie) en landbouwpraktijk. In noord Nederland hebben we de kennis en faciliteiten in huis om deze kennis op te doen, uit te dragen en toe te passen, maar deze is versnipperd over verschillende kennisinstellingen en een samenwerkingsverband ontbreekt. DoelstellingDoel van dit project is het opzetten van een nieuw samenwerkingsverband tussen de consortiumpartners dat met elkaar onderzoek (praktijkgericht, toegepast en fundamenteel) wil doen naar bodemschimmels. Een consortium dat zich richt op samenwerking, nieuwe onderzoekstechnieken en ontwikkelen van kennis omtrent bodemschimmels. Met als doel te komen tot nieuwe kennis voor de landbouwpraktijk; o.a. handelingsperspectief, technieken, datainfrastuctuuren adviezen ter bevordering van een gunstige bodemschimmel-gemeenschap.
Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 165.000 mensen. Kanker, orgaanfalen en dementie zijn de meest voorkomende doodsoorzaken. Ongeveer 80% van de mensen overlijdt verwacht, dus na weken tot jaren leven in de palliatieve fase van hun ziekte. Vrijwel allemaal hebben zij en hun naasten in de laatste levensfase behoefte aan palliatieve zorg: interdisciplinaire, multidimensionele, proactieve zorg gericht op kwaliteit van leven van mensen met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid—en hun naasten. Pas sinds eind vorige eeuw wordt structureel en op verschillende manieren gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van leven voor mensen met palliatieve zorgbehoeften en het verbeteren van de toegankelijkheid ervan. HBO-professionals als verpleegkundigen, social workers en paramedici spelen in het verlenen van palliatieve zorg een cruciale rol. Er ontbreken echter kennis, hulpmiddelen en handelingsperspectieven om alle mensen in de palliatieve fase met vertrouwen hulp te bieden. De stappen die al gezet zijn in de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk vragen om meer samenhang, bekendheid en aandacht. De hogescholen willen daarom in dit nieuwe Landelijk Lectorenplatform Palliatieve Zorg samenwerken om meer (gezamenlijk) praktijkgericht onderzoek uit te voeren, de praktijk toe te rusten en het onderwijs te voeden en te ontwikkelen. Ook gaan we bouwen aan een infrastructuur waarop samenwerking met lokale gemeenschappen en het openbare leven (lokale overheden, religieuze organisaties, werkgevers, scholen, kunst en cultuur) geïnitieerd en bevorderd wordt. Door het bundelen van krachten en het praktijkgerichte karakter van de samenwerking zal juist de palliatieve zorg in de eigen leefomgeving verbeterd worden. Het platform sluit aan bij de vanuit Health Holland ontwikkelde Kennis- en Innovatieagenda 2020 – 2023 ‘Gezondheid en Zorg’. Ook past het bij het Nationaal Programma Palliatieve Zorg – II en het programma PALLIANTIE – II (ZonMw). De bestaande samenwerking van lectoren en andere hogeschoolonderzoekers met de Stichting Onderzoek Palliatieve Zorg Nederland (PALZON) wordt verstevigd.