In dit proefschrift worden netwerken, carrière en vrouwen samengebracht rondomde vraag: In welke mate hebben hoger opgeleide vrouwen inzicht in de wijze waaropnetwerken werken, op welke wijze netwerken zij en zetten zij deze inzichten in omhun carrièredoelstellingen te verwezenlijken?
LINK
Binnen de (fashion)retail zijn de laatste jaren veel nieuwe technologieën beschikbaar*. Veruit de meeste technologieën die bedoeld zijn voor de retail, lijken in het leven te zijn geroepen om het winkelen voor de consument leuker of efficiënter te maken. De slimme spiegel speelt duidelijk in op tijdsbesparing en gemak voor de consument. Geen verkeerde ontwikkeling, aangezien de fysieke winkel een zware periode doormaakt. Maar in hoeverre is een slimme spiegel nou echt een uitkomst voor de fysieke winkel?
LINK
In this project we take a look at the laws and regulations surrounding data collection using sensors in assistive technology and the literature on concerns of people about this technology. We also look into the Smart Teddy device and how it operates. An analysis required by the General Data Protection Regulation (GDPR) [5] will reveal the risks in terms of privacy and security in this project and how to mitigate them. https://nl.linkedin.com/in/haniers
MULTIFILE
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).
Lichamelijke activiteiten waarbij het skelet wordt belast, zoals wandelen of hardlopen, hebben een positief effect op de botgezondheid. Activiteiten waarbij niet of nauwelijks belasting van het skelet plaatsvindt, zoals fietsen of zwemmen, worden vaker in verband gebracht met een verminderde botgezondheid. Dit is met name een probleem voor (prof-)wielrenners, waarbij lange dagen op de fiets worden doorgebracht. Alarmerend is het feit dat de meerderheid van de profwielrenners te maken heeft met broze botten (osteopenie of osteoporose). Broze botten verhogen het risico op botbreuken. Dat is niet alleen zorgwekkend tijdens de actieve wielercarrière, maar vooral ook daarna. Een lage botdichtheid op jonge leeftijd verhoogt de kans op osteoporose en botbreuken in het latere leven. De vraag vanuit de beroepspraktijk is hoe de botgezondheid van (jonge) wielrenners verbeterd kan worden. Ondanks dat verschillende bewegings- en voedingsinterventies effectief zijn bevonden bij ouderen, is het niet bekend of zulke interventies ook effectief kunnen zijn voor (jonge) wielrenners. Bovendien moet een interventie inpasbaar zijn in het dagelijkse leven van (prof-)wielrenners en niet interfereren met de reguliere trainingsarbeid. Een veelbelovende strategie die aan deze eisen voldoet zijn korte dagelijkse springsessies gecombineerd met collageensuppletie. In dit innovatief pilotonderzoek zullen we testen of deze strategie daadwerkelijk een positief effect heeft op het botmetabolisme. Vervolgens kan de strategie geïmplementeerd worden binnen het profwielrennen, waarbij ook de botgezondheid op langere termijn onderzocht kan worden. Het project wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, in samenwerking met wierlerteams Jumbo-Visma en Parkhotel Valkenburg (profploegen), KNWU (wielerunie), Niche4Health (collageensupplementen), en Universiteit Maastricht (wetenschappelijke input en bloedanalyse).
In Nederland wordt jaarlijks 150.000 ton brood teruggestuurd naar bakkerijen. Dit zogenoemde retourbrood wordt doorgaans verwerkt tot diervoeder of vergist als biomassa. Het hergebruiken van brood binnen de voedselketen biedt echter een duurzamer alternatief met een kleinere ecologische voetafdruk en draagt bij aan een circulaire economie. Retourbrood kan door middel van een enzymatische behandeling omgezet worden in versuikerde broodpasta, dat kan dienen als suikervervanger, maar ook extra vezels, mineralen en eiwitten kan leveren. De eerste haalbaarheidsproeven, uitgevoerd door studenten en onderzoekers van Hogeschool van Hall Larenstein in Leeuwarden in samenwerking met MBO-instelling Aeres en het Bakery Sweets Center, hebben veelbelovende resultaten opgeleverd. Toepassingen variëren van muffins en ontbijtkoek tot roomijs en bonbonvullingen. Producten met broodpasta worden momenteel nog niet commercieel ingezet. Om de broodpasta breed toepasbaar en commercieel rendabel te maken, is het essentieel om de consumentenacceptatie van dit product te onderzoeken. Dit project richt zich op het vergroten van die acceptatie door op een festival de volgende activiteiten te organiseren: 1. Interactie aangaan met een breed publiek van jong tot oud. 2. Consumenten laten kennismaken met innovatieve voedingsmiddelen waarin broodpasta is verwerkt. 3. Bewustzijn creëren over de kwaliteit en duurzaamheid van producten waarin broodpasta is verwerkt. Een smaaktest en enquête over aspecten zoals smaak, prijs, circulariteit en acceptatie vormen de kern van het onderzoek. Daarnaast beogen we met deze aanvraag de interesse te vergroten voor de opleiding Voedingsmiddelentechnologie en de carrièremogelijkheden in de voedingssector. Ondanks de grote vraag naar voedingsmiddelentechnologen, lopen de studentenaantallen terug door een gebrek aan bekendheid met de sector en misvattingen over carrièrekansen. Door hoogwaardige producten te presenteren en het gesprek aan te gaan met het festivalpubliek, willen we aantonen dat de voedingsmiddelensector een innovatieve sector is waar wordt gewerkt aan maatschappelijke en duurzaamheidsvraagstukken die van groot belang zijn.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool