What you don’t know can’t hurt you: this seems to be the current approach for responding to disinformation by public regulators across the world. Nobody is able to say with any degree of certainty what is actually going on. This is in no small part because, at present, public regulators don’t have the slightest idea how disinformation actually works in practice. We believe that there are very good reasons for the current state of affairs, which stem from a lack of verifiable data available to public institutions. If an election board or a media regulator wants to know what types of digital content are being shared in their jurisdiction, they have no effective mechanisms for finding this data or ensuring its veracity. While there are many other reasons why governments would want access to this kind of data, the phenomenon of disinformation provides a particularly salient example of the consequences of a lack of access to this data for ensuring free and fair elections and informed democratic participation. This chapter will provide an overview of the main aspects of the problems associated with basing public regulatory decisions on unverified data, before sketching out some ideas of what a solution might look like. In order to do this, the chapter develops the concept of auditing intermediaries. After discussing which problems the concept of auditing intermediaries is designed to solve, it then discusses some of the main challenges associated with access to data, potential misuse of intermediaries, and the general lack of standards for the provision of data by large online platforms. In conclusion, the chapter suggests that there is an urgent need for an auditing mechanism to ensure the accuracy of transparency data provided by large online platform providers about the content on their services. Transparency data that have been audited would be considered verified data in this context. Without such a transparency verification mechanism, existing public debate is based merely on a whim, and digital dominance is likely to only become more pronounced.
MULTIFILE
In this paper, we explore the design of web-based advice robots to enhance users' confidence in acting upon the provided advice. Drawing from research on algorithm acceptance and explainable AI, we hypothesise four design principles that may encourage interactivity and exploration, thus fostering users' confidence to act. Through a value-oriented prototype experiment and value-oriented semi-structured interviews, we tested these principles, confirming three of them and identifying an additional principle. The four resulting principles: (1) put context questions and resulting advice on one page and allow live, iterative exploration, (2) use action or change oriented questions to adjust the input parameters, (3) actively offer alternative scenarios based on counterfactuals, and (4) show all options instead of only the recommended one(s), appear to contribute to the values of agency and trust. Our study integrates the Design Science Research approach with a Value Sensitive Design approach.
MULTIFILE
De landbouwsector wordt steeds digitaler. Sensoren, machines en software verzamelen dagelijks waardevolle gegevens over gewassen, bodem en bedrijfsvoering. Maar wie heeft toegang tot deze data? En hoe behoudt de agrarisch ondernemer zelf de controle?Nieuwe Europese regels geven meer rechten en beschermenu tegen misbruik.In deze brief, opgesteld namens het DigiAgro-project in samenwerking met de Hanzehogeschool Groningen en het Instituut voor Rechtenstudies, leest u hoe deze wetgeving de positie van de agrarisch ondernemer versterkt, wat hun rechten en plichten zijn. En hoe een agrarisch ondernemer gebruik kan maken van de kansen die de regels bieden.Disclaimer:Deze opdracht is uitgevoerd door studenten in het kader van hun opleiding bij het Instituut voor Rechtenstudies. De studenten leveren een juridisch beroepsproduct op en doen daartoe onderzoek. De studenten wordt tijdens de uitvoering van de opdracht begeleid door een coach. De inspanningen van de studenten en de coach zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beroepsproduct op te leveren. Dit moet opgevat worden als een product van (derdejaars)studenten en niet van een juridische professional. Mocht ondanks de geleverde inspanningen de informatie of de inhoud van het beroepsproduct onvolledig en/of onjuist zijn, dan kunnen de Hanzehogeschool Groningen, het Instituut voor Rechtenstudies, individuele medewerkers en de studenten daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.
DOCUMENT
Middels een RAAK-impuls aanvraag wordt beoogd de vertraging van het RAAK-mkb project Praktische Predictie t.g.v. corona in te halen. In het project Praktische Predictie wordt een prototype app ontwikkeld waarmee fysiotherapeuten in een vroeg stadium het chronisch worden van lage rugpijn kunnen voorspellen. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen en hierop te interveniëren. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Werkzame factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool waarmee een geïndividualiseerde kans op chronische rugpijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijn richtlijn. Hiervoor is eerst geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan is een keuze gemaakt ten aanzien van data die digitaal verzameld worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd worden. Met de verzamelde data worden met machine learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in de Clinical Decision Support Tool: een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden eindgebruikers (fysiotherapeuten en patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Vanwege de coronacrisis is er een aanzienlijke vertraging in de patiënten-instroom (doel n= 300) ontstaan die we met ondersteuning van een RAAK-impuls subsidie willen inlopen.
De dataverzamelingsmethodiek ‘verhalen vangen’ (afgeleid is van de methodiek storytelling) die voor het project “Samenwerken met ouders: hoe doe je dat?” is gekozen, is in de praktijk een deel van de oplossing voor de soms moeizame samenwerking tussen ouders en leerkrachten. De verhalen van leerkrachten en ouders zeggen veel over de individuele beleving van de samenwerking. Analyse van de verhalen geeft inzicht in de werkzame factoren en de competenties die een leerkracht nodig heeft om met ouders samen te werken. Maar, de impact van de verhalen is groter. Door aan dit project deel te nemen hebben leerkrachten (en ouders) leren luisteren. Iets wat op het oog vanzelfsprekend en eenvoudig lijkt, bleek in de praktijk verrassend lastig. Het oprecht luisteren naar ouders bleek voor veel leerkrachten een nieuwe en leerzame ervaring. Deze aanpak heeft veel scholen aangesproken. Deze laagdrempelige manier van data verzamelen bleek voor veel schooldirecteuren, leerkrachten en ouders een eye opener. Wij merken dat de methodiek relatief arbeidsintensief en dus duur is omdat alle gesprekken tot nu toe worden opgenomen en getranscribeerd. Uit deze transcripten worden de verhalen van ouders, leerkrachten en kinderen gedestilleerd. Om te kunnen voldoen aan de vraag van scholen om getraind te worden in ‘verhalen vangen’ en dus beter luisteren, willen wij de methodiek minder arbeidsintensief maken. We willen verkennen welke mogelijkheden er zowel inhoudelijk als technisch zijn om de methodiek, met behoud van alle waardevolle gesprekstechnieken, efficiënter te kunnen aanbieden.
Communicatieprofessionals geven aan dat organisaties geconfronteerd worden met een almaar complexere samenleving en daarmee het overzicht verloren hebben. Zo’n overzicht, een ‘360 graden blik’, is echter onontbeerlijk. Dit vooral, aldus diezelfde communicatieprofessionals, omdat dan eerder kan worden opgemerkt wanneer de legitimiteit van een organisatie ter discussie staat en zowel tijdiger als adequater gereageerd kan worden. Op dit moment is het echter nog zo dat een reactie pas op gang komt als zaken reeds in een gevorderd stadium verkeren. Onderstromen blijven onderbelicht, als ze niet al geheel onzichtbaar zijn. Een van de verklaringen hiervoor is de grote rol van sociale media in de publieke communicatie van dit moment. Die media produceren echter zoveel data dat communicatieprofessionals daartegenover machteloos staan. De enige oplossing is automatisering van de selectie en analyse van die data. Helaas is men er tot op heden nog niet in geslaagd een brug te slaan tussen het handwerk van de communicatieprofessional en de vele mogelijkheden van een datagedreven aanpak. Deze brug dan wel de vertaling van de huidige praktijk naar een hogere technisch niveau staat centraal in dit onderzoeksproject. Daarbij gaat het in het bijzonder om een vroegtijdige herkenning van potentiële issues, in het bijzonder met betrekking tot geruchtvorming en oproepen tot mobilisatie. Met discoursanalyse, AI en UX Design willen we interfaces ontwikkelen die zicht geven op die onderstromen. Daarbij worden transcripten van handmatig gecodeerde discoursanalytische datasets ingezet voor AI, in het bijzonder voor de clustering en classificatie van nieuwe data. Interactieve datavisualisaties maken die datasets vervolgens beter doorzoekbaar terwijl geautomatiseerde patroon-classificaties de communicatieprofessional in staat stellen sociale uitingen beter in te schatten. Aldus wordt richting gegeven aan handelingsperspectieven. Het onderzoek voorziet in de oplevering van een high fidelity ontwerp en een handleiding plus training waarmee analisten van newsrooms en communicatieprofessionals daadwerkelijk aan de slag kunnen gaan.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool