Deze publicatie gaat over het leiderschap van leraren, internationaal aangeduid als ‘teacher leadership’. Leraren kunnen veel verschillende vormen van leiderschap uitoefenen. Persoonlijk leiderschap heeft bijvoorbeeldbetrekking op de mate waarin leraren regie over hun eigen werk en eigen ontwikkeling voeren. Pedagogisch leiderschap is de wijze waarop leraren in hun klas leiderschap richting hun leerlingen tonen en invloed uitoefenen op de leerprocessen van leerlingen. In voorliggende publicatie bedoelen we met ‘leiderschap van leraren’ of ‘teacher leadership’ de invloed die leraren uitoefenen op zaken die hun eigen klas of hun eigen vak overstijgen. Met dat leiderschap beïnvloeden ze collega’s, leidinggevenden en anderen binnen de school. Die invloed kan betrekking hebben op het curriculum, het handelen van collega’s, het pedagogisch klimaat binnen de school, het beleid en de organisatie vanzaken binnen en buiten de school, etc. Dat kan door ideeën te opperen, te ontwikkelen, te ondersteunen, te adviseren, te inspireren, rolmodel te zijn en nog op tal van andere manieren.In Nederland wordt in toenemende mate verwacht dat leraren de verantwoordelijkheid en leiding krijgen en nemen ten aanzien van cruciale aspecten van het onderwijs binnen scholen. Leraren moeten dan wel de mogelijkheden hebben om deze rol op zich te kunnen nemen (NRO, 2017). Dit was aanleiding voor het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek om opdracht te geven tot het schrijven van een overzichtsartikel rond de vraag:Op welke manier(en) kan bereikt worden dat leraren een leidende rol kunnen spelen in individuele scholen (in alle onderwijssectoren), in samenwerkingsverbanden tussen scholen en op landelijk niveau?Voor het beantwoorden van deze vraag zijn we uitgegaan van vier deelvragen:1. Waarom is er in toenemende mate aandacht voor teacher leadership?2. Wat is teacher leadership precies?3. Wat is er uit onderzoek bekend over de effecten van en condities voor teacherleadership?4. Welke vormen van teacher leadership zijn er in de Nederlandse context reedszichtbaar?Op basis hiervan beantwoorden we de hoofdvraag:Hoe kan het leiderschap van leraren in scholen versterkt worden?Voor het beantwoorden van deze vijf vragen hebben we geput uit nationale en internationale praktijk- en beleidspublicaties, gebruik gemaakt van diverse overzichtsstudies en een systematische analyse gedaan van 44 onderzoekspublicaties over teacher leadership die tussen 2014 en 2017 zijn verschenen.
Sinds 2019 biedt de HvA academie het programma Verbindend Leiderschap aan. 175 leidinggevenden verbonden aan de HvA en UvA namen in 2019 en 2020 deel aan dit interne leiderschapsprogramma. Het programma beoogde leidinggevenden te stimuleren 1) te werken aan persoonlijk leiderschap en hun leiderschapsstijl, 2) samen te werken aan de uitvoering of ondersteuning van hoogwaardig onderwijs en onderzoek, 3) het netwerk binnen de HvA en UvA te vergroten en contact te maken met andere leidinggevenden binnen andere posities en 4) een scherper beeld te ontwikkelen bij Verbindend Leiderschap in context van de HvA.
Dit onderzoek heeft de beleving van ziekenhuisverpleegkundigen over betekenis en toepassing van leiderschapscompetenties in verpleegkundig handelen in kaart gebracht. Daarnaast was het onderzoek gericht op bewustwording van de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap. METHODE: Het betreft een mixed-methods onderzoeksdesign met kwalitatieve data van 75 diepte-interviews en 24 focusgroepen over een periode van 2 jaar en kwantitatieve data van 430 verpleegkundigen. RESULTATEN: Verpleegkundig leiderschap blijkt vooral gerelateerd aan opkomen voor patiënten vanuit expertise waarvan concrete voorbeelden werden gevonden. Tegelijk blijkt dat verpleegkundigen zich niet volledig bekwaam achten op bachelor niveau; op competenties zoals evidence based practice (EBP), zelfmanagement bevorderen en gezamenlijke besluitvorming is sprake van kennistekorten. Factoren die de ontwikkeling van leiderschap bevorderen zijn werkcultuur-gebonden. DISCUSSIE EN CONCLUSIE: Inzetten op vergroten van bewustwording van zowel onbewuste bekwaamheid als onbekwaamheid naast een veilige teamsfeer zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling van klinisch leiderschap. Hierin zijn reflectie en uitwisseling van goede voorbeeldsituaties ondersteunend. Het onderzoek levert een model voor verpleegkundig leiderschap op dat laat zien hoe persoonlijke leiderschapscompetenties door alle verpleegkundigen, ongeacht het functieniveau, worden ingezet in combinatie met expertise die aan het functie en opleidingsniveau is gekoppeld en waarbij gedeeld leiderschap als een gezamenlijke opdracht in teamverband wordt beoefend.
MULTIFILE
Veel essentiële beroepen kampen met een nijpend tekort aan medewerkers. Momenteel bestaat er een tekort van ongeveer 15.000 verpleegkundigen, oplopend naar 100.000 in 2030. Van startende verpleegkundigen verlaat 15% binnen twee jaar het zorgberoep, onder andere als gevolg van mentale overbelasting. Uitval door mentale overbelasting treft ook politiemensen. De politieorganisatie staat de komende jaren voor de uitdaging om 17.000 politiemensen erbij te krijgen. Het reduceren van mentale overbelasting van zorgprofessionals en politiemensen is cruciaal omdat een tekort van hen de samenleving hard treft. Dit postdoc-programma heeft als doel inzichtelijk te maken hoe de transitiefase van opleiding naar loopbaanstart voor professionals in essentiële beroepen beter kan worden ingericht, om mentale overbelasting te voorkomen en duurzame inzetbaarheid te vergroten. Onderzoeksvraag: Wat is de optimale samenstelling van transitieprogramma’s voor startende professionals in essentiële beroepen (zoals zorginstellingen en politie-eenheden), die bijdragen aan vermindering van werkstress, mentale overbelasting en geestelijke gezondheidsproblemen en aan bevordering van duurzame inzetbaarheid? Daartoe wordt een inventariserend onderzoek uitgevoerd - samen met zorginstellingen en de politieorganisatie - naar inhoud van en ervaringen met interventies die beginnende professionals ondersteunen tijdens de overgang van opleiding naar loopbaanstart (transitieprogramma’s). De uitkomsten hiervan vullen we aan met resultaten uit systematisch literatuuronderzoek. Opbrengsten: - Tweetal artikelen over transitie-interventies in zorginstellingen en in politie-eenheden; - Realist review naar mogelijk werkzame componenten van transitieprogramma’s voor verpleegkundigen en hun theoretische onderbouwing; - Update van model voor werk gerelateerde risico- en beschermende factoren voor politiemensen; - Gap-analyse met vergelijking van internationale literatuur (realist review en update literatuuronderzoek naar risicofactoren en beschermende factoren) met de huidige praktijk; - Blauwdruk voor (de componenten van) optimale transitieprogramma’s voor zorginstellingen en politie-eenheden; - Voorstel voor vervolgonderzoek gericht op effectiviteit van volgens blauwdruk ontwikkelde transitieprogramma’s; - Onderwijsmodules en verdere input voor opleidingen Human Resource Management (HRM), Verpleegkunde en de Minor Arbeid, Gezondheid en Welzijn.
Transitie van landbouw naar voedsel is een zaak van vernieuwers én van de gevestigde orde. In de ontmoeting tussen die twee ligt de ruimte voor transitie. Maar hoe breng je die in kaart? En hoe navigeer je die? In vier verschillende netwerken die elk een ontmoeting vormen tussen vernieuwers en gevestigde orde staan deze vragen centraal. We organiseren bijeenkomsten met boeren, beleidsmakers en milieu-activisten om in kaart te brengen wat boeren ervan weerhoudt om te veranderen, en wie welke sleutels in handen heeft om bestaande obstakels weg te nemen en nieuwe kansen te bieden. Resultaat hiervan is handelingsperspectief richting transitie voor alle deelnemers. We bestuderen proeftuinen voor innovatieve landbouw in de Provincie Zuid-Holland, om na te gaan hoe ze met de gevestigde orde kunnen worden verbonden, en hoe gevestigde partijen kunnen aansluiten bij deze vernieuwers. Het resultaat is beter inzicht in de opschaling en uitschaling van transitie-experimenten. We begeleiden een gebiedsproces in Flevoland van boeren, tuinders, gemeente en provincie, in de context van de Floriade, waarbij we op zoek gaan naar hoe een gebiedsvisie kan bijdragen aan transitie bij ondernemers die voor een vernieuwingsopgave staan. Door deze drie projecten te begeleiden en te bestuderen, vergaren we inzicht voor professionals in wat transitieruimte is en hoe je strategisch richting transitie kunt werken. Daarnaast ontwikkelen we instrumenten die zowel de gevestigde orde als de vernieuwers kunnen gebruiken om zelf effectiever ruimte voor transitie te zoeken. De resultaten komen ter beschikking in rapporten en masterclasses voor professionals, en in papers en artikelen voor de wetenschappelijke gemeenschap.
Hogeschool Rotterdam gaat innovatietraineeships inzetten om innovatietrajecten te steunen in het mkb. Hogeschool Rotterdam wil graag door het mkb gezien worden als dé partner voor innovatietrajecten en wil haar netwerk met regionale mkb-ondernemers ontwikkelen. Het innovatietraineeship is een uitstekende kans om de studenten een interessante, leerzame stageplek te bieden met de kans op een startersfunctie in een lerend netwerk. Het innovatietraineeship geeft het mkb een kans om een concreet vraagstuk aan te pakken, waarin de innovatietrainee samen met professionals uit het bedrijf en docent/onderzoekers uit het hbo aan de slag gaat. De onderzoeksthema’s zijn digitale transformatie en de gedragsverandering die daarvoor nodig is. Dit project raakt het snijvlak van drie kenniscentra: Kenniscentrum Business Innovation (Kennis maken voor de nieuwe economie) Kenniscentrum Creating010 (Digitale transformatie, methodisch grondig en ethisch verantwoord) Kenniscentrum Duurzame HavenStad (Verduurzamen van stad en haven) Als de gekozen 15 afstudeerders hun diploma’s hebben gekregen, treden ze een jaar in dienst bij hetzelfde bedrijf om het innovatieonderzoek te implementeren. Tijdens dit jaar wordt de rol van de onderzoekers uit hogeschool groter in de begeleidingen, net zoals de rol van de innovatiecoach die verantwoordelijk is voor de begeleiding tijdens het traineeprogramma. Het hele project wordt inhoudelijk aangestuurd door een portfolio manager die de verschillende innovatietrajecten vanuit het mkb met de onderzoekscapaciteiten en -programma’s vanuit de hogeschool matcht. De innovatiecoach verzorgt de procesmatige begeleiding van de innovatietraineeships en is trekker van het traineeprogramma. De innovatietrainees vormen samen binnen de hogeschool een interdisciplinaire top klas. De bedoeling is om waarde te creëren door synergie van de interdisciplinaire samenwerking in het onderwijs en bij de bedrijven. De top klas wordt tijdens het hele traject gecoacht in de competenties van innoverend handelen, ze krijgen masterclasses in verschillende thema’s en worden, waar mogelijk, gekoppeld aan een young professional binnen de bedrijven.