Aanleiding: De sociale en fysieke omgeving van mensen heeft grote invloed op hun gezondheid, bijvoorbeeld via groen of sociale netwerken. Om de gezondheid in de wijk te verbeteren is aandacht voor die omgeving in brede zin dan ook noodzakelijk. Deze integrale aanpak is extra belangrijk voor mensen met een lage sociaaleconomische status (SES). Zij hebben niet alleen een slechtere gezondheid dan andere groepen, maar ervaren hun gezondheid ook anders. En zij leven in een ongunstigere omgeving. GGD-medewerkers, opbouwwerkers en gemeentelijk medewerkers volksgezondheid willen juist mensen met lage sociaaleconomische status activeren en betrekken bij hun werk. Daarvoor is meer kennis nodig over hoe deze bewoners de leefomgeving in relatie tot hun gezondheid beleven. Doelstelling De centrale vraag in dit project is: Hoe versterken we de kennis en het handelingsrepertoire van professionals om burgers, in het bijzonder met een lage SES, een actieve rol te geven bij het gezonder maken van hun leefomgeving? In dit project ontwerpen we samen met professionals en wijkbewoners een participatieve wijk-app, om twee doelen te bereiken: mensen een belangrijkere rol geven bij het gezonder maken van hun wijk én goede data verzamelen. We richten ons zowel op de methodiek (wijkbewoners activeren) als op de app zelf (mogelijkheden en gebruikersinterface). De verzamelde informatie is voor professionals een basis om met de bewoners samen oplossingen te bedenken voor knelpunten in de wijk. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van dit project is een participatieve wijk-app, die professionals ondersteunt bij hun taak om mensen te activeren bij het gezonder maken van hun wijk. Ook is het een nieuwe effectieve manier om data te verzamelen. Om te zorgen voor verspreiding van de opgedane kennis zullen er artikelen verschijnen, zowel in het Nederlands als in het Engels. Ook zal de kennis verspreid worden via conferenties. De ontwikkelde werkwijze, materialen en tools komen publiek beschikbaar via internet.
Het Platform Stad en wijk: participatie en veerkracht stelt zich ten doel om samenwerking en uitwisseling van lectoraten op het gebied van stad en wijk te intensiveren om van hieruit stapsgewijs tot gezamenlijke meerjarige onderzoeksprogramma’s te komen. De lectoraten willen met praktijkgericht onderzoek in steden, in nauw overleg met diverse stakeholders en vertegenwoordigers van de topsector Creatieve Industrie, gezamenlijk bijdragen aan het begrijpen en aanpakken van maatschappelijke vraagstukken in de stad: ongelijkheid en sociale uitsluiting, gezondheid, arbeid en inkomen, duurzaamheid en milieu, wonen, wijk- en gebiedsontwikkeling, relatie tussen overheid en burger.
Platform Stad en Wijk (PLTFM.01.012) is een samenwerkingsverband van lectoraten welke door middel van praktijkgericht onderzoek inzicht verschaffen in en oplossingen aandragen voor maatschappelijke vraagstukken in stad en wijk. Thema’s die aan de orde komen zijn onder andere armoedebestrijding, burgerkracht, gezondheid, integratie, samenleven, maatschappelijke participatie en veiligheid. Daarnaast onderzoeken en ondersteunen de lectoraten innovatieve aanpakken in het sociaal domein (kunst, onderwijs, sport, welzijn, wonen, zorg). Dankzij deze kennisontwikkeling leveren de lectoraten een bijdrage aan de bevordering van participatie en veerkracht in steden en wijken. Het doel van het platform is om multidisciplinair, praktijkgericht onderzoek te stimuleren rond de genoemde stedelijke thema’s, het liefst vanuit een stedenvergelijkend perspectief. Daarnaast richt het platform zich op de verdere kennisverspreiding van belangrijke onderzoeksresultaten en op kennisuitwisseling met de beleidspraktijk, het onderwijs en tussen de lectoraten. Zowel op het gebied van inhoudelijke vraagstukken als methodologie willen we samenwerken.
Aanleiding Eerstelijnsprofessionals zoals wijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners, maatschappelijk werkers en welzijnswerkers hebben te maken met grote veranderingen in hun beroepspraktijk. De zorg concentreert zich meer in de wijk en professionals werken in multidisciplinaire teams met professionals van verschillende organisaties. Daarnaast moeten zij samenwerken met mantelzorgers en vrijwilligers. En omdat het overheidsbeleid erop gericht is mensen langer thuis te laten wonen, wordt de zorgvraag steeds complexer. Goed samenwerken is essentieel. Er bestaan methodieken, maar de zorgverleners hebben het gevoel dat ze niet kunnen voldoen aan de veranderende eisen. Er is behoefte aan aanvullende kennis en ondersteuning bij het regisseren en monitoren van de kwaliteit van de samenwerking. Doelstelling Dit RAAK-project gaat op zoek naar oplossingen. De onderzoekers gaan vaststellen welke factoren de samenwerking tussen professionals onderling en van professionals met het informele netwerk in de wijk bevorderen dan wel belemmeren. Daarna worden instrumenten ontwikkeld waarmee professionals zelf hun samenwerking duurzaam kunnen monitoren en verbeteren, zonder tussenkomst van managers, adviseurs of anderen. Hiermee versterken zij hun professionaliteit en autonomie. Vijf zorgteams gaan de samenwerkingsinstrumenten (zogeheten thermometers) in de praktijk gebruiken. De teams evalueren de methoden en leveren input voor verbetering. Beoogde resultaten Het project levert de volgende concrete resultaten op: " indicatorenset voor de kwaliteit van samenwerking in de eerstelijnsberoepspraktijk, waarvan een deel voor professionals onderling en een deel voor professionals met informele netwerkleden; " twee samenwerkingsthermometers waarmee professionals zelf hun samenwerking kunnen monitoren en verbeteren, zonder tussenkomst van managers en adviseurs; " beslismatrix met samenwerkingsacties die aansluiten bij de thermometers; " beschrijving van vereisten (inhoudelijk en technisch) voor een bijpassende digitale applicatie; " beschrijving van factoren die de kwaliteit van samenwerking bevorderen; " implementatieplannen voor praktijk en onderwijs (inclusief opzet voor minor en leerwerkplaats); " publicaties in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften.
Sociale isolatie wordt gerelateerd aan sterfterisico’s van roken, overgewicht en te hoge bloeddruk en zorgt voor een verhoogde kans op institutionalisering. Door de dubbele vergrijzing en maatschappelijke ontwikkelingen groeit de groep zelfstandig wonende senioren én de druk op de ouderenzorg in Nederland snel. Deze groep senioren heeft, naast een grote kans op één of meerdere chronische aandoeningen, grotere kans op eenzaamheid en sociale isolatie. De huidige coronapandemie vergroot deze sociale kwetsbaarheid. Echter, juist voor deze groep is een informeel netwerk en nabijheid van contacten cruciaal om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. Een lichte vorm van ‘gemeenschap’ en sociale interactie in de buurt is een voorwaarde voor het ontstaan van informele netwerken. Een semipublieke ruimte in de vorm van een dynamische ‘fourth place’, kan deze sociale interactie tussen buurtbewoners, waaronder kwetsbare ouderen, stimuleren en faciliteren. In ‘The Art of Connection’ fungeert de buitenruimte rond CPO Cohousing, gericht op meergeneratiewonen in de vergrijzende wijk Coehoorn te Arnhem, als ‘living lab’. Aansluitend bij de waarden van deze slimme, creatieve wijk, staat de volgende onderzoeksvraag staat centraal: Op welke manier kan een interactieve buitenruimte bijdragen aan het bevorderen van sociale interactie tussen bewoners, waaronder kwetsbare ouderen, in de wijk Coehoorn? In co-creatie met gebruikers en stakeholders wordt, in een iteratief proces, een prototype van een interactieve buitenruimte ontwikkeld. Deze wordt in een pilot geëvalueerd met behulp van big data, gecombineerd met observaties, interviews en expertmeetings. De beoogde resultaten leveren een bijdrage aan extramuralisering van kwetsbare ouderen door het bevorderen van sociale interactie tussen bewoners, en daarmee het versterken van een informele (zorg)netwerken. Door actieve betrokkenheid van buurtbewoners en andere (lokale) stakeholders, gedurende het hele proces, wordt een learning community gevormd, hetgeen de kans op een geslaagde interventie vergroot.