Onderwijscentrum De Twijn heeft een eigen intervisiemethode ontwikkeld om medewerkers in balans te laten zijn in hun werk. Een intervisor leidt de intervisiebijeenkomst, een geïnterviseerde brengt casuïstiek over het eigen werk in, en drie observanten ondersteunen de intervisie. Balans wordt volgens deze methode gezocht tussen de punten van de driehoek voelen, denken en handelen, en van de driehoek persoonlijke, professionele en organisatorische bronnen van inspiratie, waarden, en kaders.
DOCUMENT
Controllers maken de balans op, bewaren de balans, en balanceren. Het letterlijk beoordelen van een balans is voor een controller vertrouwd gebied. Uiteindelijk moeten credit en debet, passiva en activa keurig horizontaal uitgelijnd kunnen worden, net als bij een weegschaal met twee schalen. Dit is dan ook de oorspronkelijke betekenis van een balans.
LINK
Veel roc's hebben leiderschapsproblemen. Ze slagen er maar niet in een juiste balans te vinden tussen personeel, school en omgeving bij het uitvoeren van hun taken. Wat vooral ontbreekt is inspirerend schoolleiderschap. Eigen tijdse ideeen over onderwijs en leren worden binnen de school niet uitgedragen en bediscussieerd. Men komt er gewoon niet aan toe. Vooral de schaalvergrotingsoperaties van de afgelopen jaren zijn debet aan deze problematiek. De beheerskant van roc's is hierdoor in het centrum van de aandacht gekomen. De schaalvergroting dreigt hierdoor een doel op zicht te blijven in plaats van een middel om het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie in de regio te revitaliseren. De auteur geeft denkgereedschap om het schoolleiderschap van roc's op een een nieuwe manier in te gaan vullen zodat er een betere balans ontstaat tussen externe eisen en interne ambities en competenties.
DOCUMENT
Veel hoger onderwijsinstellingen implementeren flexibelere vormen van onderwijs in hun curriculum vanwege verschillende redenen, zoals a) het bevorderen van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, b) de maatschappelijke noodzaak voor wendbare, zelfregulerende professionals die een Leven Lang Leren, en/of c) om de motivatie van (aanstaande) studenten te verhogen. Deze flexibiliteit uit zich bijvoorbeeld – op zowel curriculumniveau als op moduleniveau – in het zelf kunnen kiezen van de inhoud van het leren, waar het leren plaatsvindt, met wie er wordt geleerd, wanneer en hoe er wordt geleerd. De keuze om flexibelere invullingen van het onderwijs te geven moet echter aansluiten bij de wensen en behoeften van studenten, bij die van het werkveld alsook bij die van de instelling/opleiding. Binnen dit symposium richten we ons op de wensen en behoeften van de studenten en hun keuzeprocessen: In hoeverre willen studenten flexibiliteit in het onderwijs, en welke mate van flexibiliteit ervaren zij? Wat zijn de achterliggende redenen voor deze behoeften? Als zij flexibiliteit hebben, hoe maken ze hier dan gebruik van? Welke keuzes maken studenten als zij inhoudelijke flexibiliteit krijgen en op basis waarvan maken zij deze keuzes? Binnen dit symposium staan drie papers centraal waarin antwoord op deze vragen worden gegeven.
LINK
Het Nieuwe Telen (HNT) heeft in haar theoretisch kader de teeltprocessen ingedeeld in zes balansen. De energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans van de plant en de CO2 balans, de vochtbalans en de energiebalans van de kas. In dit project is onderzocht of de mineralenbalans, de ecologische balans en de hormoonbalans nuttige aanvullingen zijn op de bestaande balansen van HNT. Aanbevelingen: faciliteer onderzoek naar metingen die het mogelijk maken de status van de plant te volgen m.b.t. de mineralenbalans en ecologische balans.
DOCUMENT
In dit rapport beschrijven we de onderzoeksresultaten van het project ‘Toekomstbestendig Sociaal Ondernemen’. Sociale ondernemingen staan voor de continue uitdaging om hun commerciële en sociale doelen in balans te houden. Door het organiseren en behouden van deze balans kunnen sociale ondernemingen blijven bijdragen aan een betere arbeidsmarktpositie voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt en hierin verder groeien en professionaliseren. Er is echter niet één manier om dit te doen en de onderlinge verschillen tussen sociale ondernemingen zijn groot.Via interviews en leernetwerken zijn spanningen en uitdagingen op de thema’s organisatie, personeel, begeleiding, leiderschap en inkomsten vertaald naar concrete voorbeelden en naar factoren die de toekomstbestendigheid van sociale ondernemingen kunnen vergroten: de succesfactoren.
DOCUMENT
Het kenniscentrum CaRES van de Hanzehogeschool Groningen heeft in 2013 een set kwalitatieve indicatoren voor praktijkgericht onderzoek opgesteld. Er zijn criteria geformuleerd voor de rubrieken Praktijk, Wetenschap en Onderwijs. Daarbij hebben lectoren en kenniskringleden uitgesproken te streven naar kennispakketten. Een kennispakket is een serie samenhangende kennisproducten die balans brengen tussen de drie domeinen die het onderzoek in het HBO moet bedienen: beroepspraktijk, wetenschap en onderwijs. De criteria zijn opgesteld tijdens interne reviews van eigen onderzoek. Daarbij is gebruik gemaakt van een landelijk, door lectoren ontwikkelde reviewmethode.
DOCUMENT
Nederland kent op dit moment ruim 5 miljoen mantelzorgers. Het aantal mantelzorgers zal in de komende jaren naar verwachting toenemen doordat het aantal ouderen in de samenleving sterk toeneemt en deze ouderen steeds vaker zelfstandig wonen. Mantelzorgers, mantelzorgondersteuners en beleidsmakers benadrukken dat wanneer alles goed en soepel loopt de zorgtaken vaak voldoening geven en een positieve invloed kunnen hebben op het leven van de zorgvrager en de mantelzorger. Een goede balans tussen draagkracht en draaglast is echter essentieel om de zorgtaken te kunnen volhouden en deze voldoening te kunnen blijven voelen.
DOCUMENT
Leraren in het voortgezet onderwijs die formatief handelen geven informatie over hoe het beoogde doel te bereiken. Leraren die summatief toetsen geven een geïnformeerd oordeel over prestaties. Formatief handelen heeft een motiverende werking, terwijl summatief toetsen niet per se schadelijk is voor de motivatie van leerlingen. Op basis van de resultaten uit het proefschrift van Krijgsman (2021) adviseren we formatief handelen en summatief toetsen te combineren, zodat beide functies elkaar versterken (synergie) zonder eenzijdig de nadruk op een van beiden te leggen (balans). Tot op heden blijft deze synergie en balans uit. Factoren in het gehele onderwijs-ecosysteem beïnvloeden dit. Scholen hebben bijvoorbeeld een grote mate van autonomie op het gebied van toetsing. Tegelijk ontbreekt er een eenduidig landelijk kader voor toetsbeleid en is er behoefte aan professionele ontwikkeling voor schoolleiders, teamleiders en leraren op het gebied van toetsdeskundigheid. Daarnaast worden de behoeften van leerlingen rondom toetsing veelal niet geïnventariseerd bij de ontwikkeling van toetsvisie en -beleid. We pleiten voor een samenwerking tussen leerlingen, leraren, teamleiders, schoolleiders, regionale of nationale leiders, beleidsmakers en wetenschappers, om vanuit een systemisch perspectief dit complexe vraagstuk aan te pakken.
DOCUMENT
Een groeiend aantal HBO-opleidingen in Nederland heeft programmatisch toetsen (PT) geïmplementeerd als een nieuwe benadering van toetsen. Torre et al. (2020) en Baartman et al. (2022) nemen ontwerpgerichte perspectieven in wanneer ze beschrijven hoe de implementatie van programmatisch toetsen zich in de praktijk manifesteert. Onderzoek naar het ontwerpen van leeromgevingen laat zien welke verschillende ontwerpkeuzes gemaakt kunnen worden (Bouw et al., 2021). De theoretische principes die als basis kunnen dienen voor het ontwerp van programmatisch beoordelen zijn beschreven (Heeneman et al., 2021). Opleidingen maken op basis van deze principes verschillende specifieke ontwerpkeuzes maken, passend bij hun eigen context. Dit ontwerpperspectief op programmatisch toetsen wordt echter vaak niet geëxpliciteerd. Hierdoor is er beperkt inzicht in welke ontwerpkeuzes zijn gemaakt bij het implementeren van programmatisch toetsen (Torre et al., 2020).
DOCUMENT