Inzicht in het leren van volwassenen heeft een sleutelrol in strategisch management. Om dat inzicht mogelijk te maken moeten we ons realiseren dat ons bestaande, impliciete begrip van leren vaak in hoge mate is gebaseerd op ervaringen met leren op school, in opleiding, scholing en training: leren in een educatieve context. In deze bijdrage bepleiten we een breder begrip van leren. Verschillende manieren van leren (door ervaring, sociale interactie) komen voor naast schools leren. Emotionele aspecten spelen een belangrijke rol. De cultuur van een organisatie of afdeling heeft een belangrijke invloed op het leren. Als veranderend of kritisch leren nodig is, zal vanuit een breder begrip van leren gewerkt moeten worden.
DOCUMENT
Digitale reken-wiskundemethodes hebben steeds meer te bieden. Ze kunnen een enorme verrijking van het reken-wiskundeonderwijs zijn en de mogelijkheden van de leerkracht vergroten als het gaat om het volgen, ondersteunen en uitdragen van leerlingen, ook als het gaat om de wereld binnen de school halen en leerlingen motiveren. Het werk van de leerkracht wordt er wel complexer door. Hoe rijk de digitale materialen en mogelijkheden ook zijn, uiteindelijk zal voor het ontwikkelen van begrip, inzicht, denken en redeneren de leerkracht onmisbaar blijven.
DOCUMENT
De populatie leerlingen die van huis uit een andere taal spreken dan het Nederlands (hierna: meertalige leerlingen) is in het Nederlandse onderwijs de afgelopen jaren flink toegenomen. Deze trend zal zich de komende jaren vermoedelijk voortzetten, wat maakt dat ‘superdiversiteit’ in ons onderwijs een gegeven is en blijft. Doordat de instructietaal Nederlands is, en veel lesmethoden uitgaan van de Nederlandse talige en culturele achtergrondkennis, worden meertalige leerlingen vaak geconfronteerd met gesproken en/of geschreven taal die ze niet meteen begrijpen. Dit werkt bij uitstek belemmerend tijdens lessen die gericht zijn op (leren) lezen met begrip. Ook kan het een negatieve invloed hebben op de leesmotivatie van leerlingen. Meertalige leerlingen van verschillende leeftijden presteren over het algemeen dan ook minder goed op het gebied van leesbegrip in het onderwijs. Daarbij geven leraren in meertalige klassen veelal aan zich handelingsverlegen te voelen. Ze weten onvoldoende welke passende ondersteuning ze kunnen bieden tijdens de les om meertalige leerlingen optimaal te begeleiden en hun (lees)potentieel te realiseren. In de afgelopen jaren zijn meerdere studies verschenen waarin de kern wordt beschreven van een effectieve didactische aanpak bij lezen met begrip en leesmotivatie. Ook zijn er recente inzichten over hoe de kennis- en taalontwikkeling bij meertalige populaties gestimuleerd kan worden. In deze publicatie beschrijven wij de samenhang tussen meertaligheid, begrijpend leesonderwijs en leesmotivatie in het Nederlandse basisonderwijs, waarbij de volgende vraag centraal staat: Welke kennis is er beschikbaar die onderwijsprofessionals helpt bij het ondersteunen van meertalige leerlingen in het lezen met begrip en het bevorderen van hun leesmotivatie?
LINK
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.
Afstudeerbegeleiders ondersteunen HBO-studenten in het uitvoeren van onderzoek. Daarnaast moeten ze een goed begrip hebben van het beroep waarvoor de student opgeleid wordt. Maar beschikken ze wel over de nodige expertise? En zijn ze vaardig genoeg in het overbrengen van de kennis?Doel Het belangrijkste doel is het evalueren van de huidige afstudeerbegeleiding binnen economische HBO-studies. Om dit goed te kunnen beoordelen zullen we eerst onderzoeken hoe de beste begeleiding eruitziet. Ofwel hoe afstudeerbegeleiders studenten het best kunnen ondersteunen en onderwijzen. Daarnaast ontwikkelen we een bruikbaar meetinstrument waarmee de begeleiding geëvalueerd kan worden. Na dit onderzoek kan dit instrument verder ontwikkeld worden zodat afstudeerbegeleiders zelf hun eigen handelen ermeun eigen handelen kunnen beoordelen. Resultaten Na afloop van het onderzoek publiceren we hier de resultaten. Looptijd 01 mei 2016 - 01 mei 2021 Aanpak We ontwikkelen een bruikbaar meetinstrument dat inzicht verschaft in de integratie van expertisegebieden in het pedagogisch-didactisch handelen van afstudeerbegeleiders in het hbo.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool