De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
In opdracht van de VNG is onderzoek verricht naar de invloed van digitalisering en technologische ontwikkelingen op de juridische functie van gemeenten en de vraag op welke wijze hierop adequaat kan worden ingespeeld. Dit thema is zeer actueel. Technologische ontwikkelingen in de maatschappij stellen gemeenten voor (beleidsmatige) uitdagingen. Digitalisering biedt veel kansen om gemeentelijke dienstverlening en besluitvorming te verbeteren, maar kent tegelijkertijd risico’s. Door de recente toeslagenaffaire staan kwaliteit, rechtvaardigheid en transparantie van overheidsbesluitvorming terecht in het middelpunt van de belangstelling. De inzet van technologie en algoritmes speelt bij dienstverlening en besluitvorming een steeds belangrijkere rol. Dit geldt ook bij gemeentelijke besluitvorming. De uitdaging is om de kansen die technologie biedt te benutten, maar tegelijkertijd juridische kwaliteit te borgen en de menselijke maat te behouden.
DOCUMENT
Eind augustus opende het Financieele Dagblad met het bericht dat Amerikaanse ondernemingen niet langer het belang van aandeelhouders centraal stellen. Ze willen meer aandacht voor het algemeen belang in hun doelen. Wanneer financiële doelen niet meer centraal staan, heeft dit gevolgen voor de rolvan de cfo en controllers in het algemeen.
MULTIFILE
Gebouwen blijven lang (gemiddeld 50 jaar) in functie. Desondanks wordt circulariteit van gebouwen vaak gelijk gesteld aan herbruikbaarheid van de toegepaste materialen na sloop. Door de aanscherpende functionele eisen is het moeilijk om de bouwmaterialen die bij sloop of verbouwing vrijkomen één-op-één te hergebruiken. Deze materialen voldoen niet meer aan de huidige eisen en worden veelal gerecycled om de materialen/grondstoffen in de kringloop te houden. Als hergebruik van afzonderlijke bouwmaterialen moeilijk is dan wordt het interessant om te onderzoeken of de levensduur van een gebouw in z’n totaliteit kan worden opgerekt: door te streven naar bijvoorbeeld levensduren van 100 jaar en meer. In de leidraad Circulair Ontwerpen van CB’23, een platform dat onderzoek doet naar circulariteit in de gebouwde omgeving, worden onder meer overmaat en koestering als randvoorwaarden voor een langere levensduur genoemd. Door het gebouw te over-dimensioneren kan het gemakkelijker andere functies in zich opnemen. Koestering gaat over waardering van de gebruikers voor een gebouw. Uit het literatuuronderzoek dat met een KIEM-subsidie is uitgevoerd, blijken gebouwen met royale en aansprekende entrees en die uitgevoerd zijn in zorgvuldig gedetailleerde materialen die mooi verouderen hiervoor in aanmerking te komen: materialen als beton, natuursteen en baksteen – dure materialen met relatief hoge schaduwkosten. Het consortium, bestaande uit architectenbureaus, bouwfysische en constructieve adviesbureaus, opdrachtgevers, ontwikkelaars en koepelorganisatie/kennisplatform NEVAP wil het onderzoek naar gebouwen die lang in functie kunnen blijven, doorzetten. Het architectonische en theoretische onderzoek naar gebouwen met lange levensduren wordt uitgebreid, maar het onderzoek gaat zich vooral richten op de vraag hoe deze gebouwen technisch en financieel gerealiseerd kunnen worden. De onderzoeksvraag is hierbij : ‘Op welke manieren kan de levensduur van gebouwen worden verlengd om waardeverlies van gebouw en gebruikte materialen te voorkomen waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met architectonische en (gebruiks-)technische, maar ook met financiële en milieutechnische randvoorwaarden?’
Mode heeft een cruciale functie in de samenleving: zij maakt diversiteit en inclusiviteit mogelijk en is een middel voor individuen om zich uit te drukken. Desalniettemin is mode ook een raadsel op het gebied van duurzaamheid, zowel aan de sociale als aan de milieukant. Er bestaan echter alternatieven voor de huidige praktijken in de mode. Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van een van die initiatieven te ondersteunen. In samenwerking met twee Nederlandse MKB bedrijven in de mode-industrie, willen we een of meer business modellen co-designen voor het vermarkten van circulair ontworpen laser geprinte T-shirts. Door lasertechnologie te introduceren in plaats van traditionele inktopties, kunnen de T- shirts hun CO2 voetafdruk verder verkleinen en een verstandig alternatief zijn voor individuen, die op zoek zijn naar duurzame modekeuzes. Maar hoewel de technologische haalbaarheid vaststaat, vereist het vermarkten sterke, schaalbare, bedrijfsmodellen. Via een haalbaarheidsstudie willen we dergelijke businessmodellen ontwikkelen en de commercialisering van deze producten ondersteunen. Wij zijn van plan de reacties van de consument op een dergelijke innovatie te bestuderen, evenals de belemmeringen en stimulansen vanuit het oogpunt van de consument, en de inkoop-, toeleveringsketen- en financiële kwesties die kunnen voortvloeien uit de schaalbaarheid van een potentieel bedrijfsmodel. Om praktische relevantie voor de bredere industrie te verzekeren, streven we ernaar om de resultaten te presenteren op evenementen georganiseerd door een van de consortiumpartners (in 2023), als ook om een teaching case en een wetenschappelijk artikel te ontwikkelen op basis van de resultaten van het project.
Civic crowdfunding is een nieuw en snel groeiend instrument om buurtinitiatieven te financieren. Er bestaan echter nog veel vragen bij gebiedsprofessionals op het gebied van civic crowdfunding. Om maatschappelijke projecten te laten bloeien, moeten ze snel kunnen beoordelen of een project suc-cesvol kan worden en of de gemeente een rol kan nemen. Deze kennis ontbreekt nu. Er is te weinig bekend over welke crowdfunding initiatieven succesvol zijn en hoe gebiedsprofessionals een ge-meentelijke organisatie zo benaderen, dat ze snel en effectief voor bewoners kunnen optreden. Het onderzoek richt zich op nieuwe functies voor professionals binnen gemeenten, zoals gebieds-managers, gebiedsmakelaars en participatiemedewerkers. Zij zoeken in samenwerking met bewo-ners, (sociaal) ondernemers en maatschappelijke organisaties naar mogelijkheden om bewonersini-tiatieven te laten bloeien. Het onderzoek richt zich specifiek op de vraag hoe gebiedsprofessionals hun gemeentelijke organi-satie kunnen inrichten op deze vorm van burgerparticipatie en hoe zij kennis en menskracht kunnen mobiliseren in gebieden (civic crowdsourcing). Door het programma ontstaat een kennisnetwerk tussen Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam, de VNG Academie, professionals bij ruim 14 gemeenten en de twee belangrijkste civic crowdfunding platforms in Nederland