In the autumn of 2009, a group of exchange students in the University of Applied Sciences of Utrecht got a task to make a research project on the current situation of Social Media. The group consisted of 5 people with really different backgrounds and opinions. Two Finnish, one Austrian, one Belgian and one Taiwanese put their heads together to explore the enormous world of Social Media. In this paper, Social Media stands for Online Social Media in other words: websites that allow people to communicate with each other, share opinions and ideas, public or semi-public profiles for the users and possibility to view those profiles. Most known examples of Social Media at this moment (2010) would be Facebook, MySpace, YouTube, Flickr, flixter, LinkedIN, Tagged, Twitter and Plurk. There are hundreds and hundreds more of Social Media websites and each of them has its own purpose and idea. Some of them concentrate on one topic or subject and some websites are more expanded. Most of the Social Media websites give the opportunity to their users to upload pictures, videos and other data but the most important thing is that social media allow people to communicate ‘one-to-many and many-to-one’ and not as the old fashion media ‘one-way communication’ only.
DOCUMENT
Social media zijn momenteel het gesprek van de dag. In slechts enkele jaren tijd hebben social media sites als YouTube, Facebook en LinkedIn een miljoenenpubliek aan zich gebonden. En het aantal consumenten en bedrijven dat gebruik maakt van deze online platformen groeit nog steeds sterk. Hoewel er dagelijks nieuwe cijfers verschijnen over het gebruik van social media is er vooralsnog weinig bekend over de adoptie van social media door bedrijven. Middels dit boek willen de onderzoekers van het lectoraat Online Ondernemen van de Hogeschool van Amsterdam een bijdrage leveren aan het opvullen van deze kennisleemte door het social media gebruik binnen de detailhandel in Nederland in kaart te brengen. Het boek bevat de resultaten van een onderzoek naar gebruik van de social media sites Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube, weblogs, Twitter en fora door (web)winkels en consumenten in Nederland. Welke social media sites worden veel en welke weinig gebruikt door (web)winkels en consumenten in Nederland? Wat zijn de kenmerken van de (web)winkels en consumenten die voorop lopen en achterblijven in het gebruik van social media platformen? In hoeverre zijn Nederlanders geïnteresseerd in het volgen van commerciële bedrijven via social media? Hoeveel volgers hebben (web)winkels op Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube en Twitter? Op deze en andere vragen over het gebruik van social media in de detailhandel in Nederland wordt in dit boek antwoord gegeven.
DOCUMENT
Omdat haat en racisme op social media nauwelijks bestraft worden, wil een meerderheid van de Tweede Kamer de pakkans verhogen. Naar aanleiding van dit bericht was er in diverse media-aandacht voor #datmeenjeniet, een project van Movisie, Diversity Media en Hogeschool Inholland. Daarbij worden jongeren getraind om voor elkaar op te komen als ze online op discriminatie stuiten en te laten zien dat online discriminatie niet acceptabel is.
LINK
Verschillende onderzoeken laten een verband zien tussen de toegenomen keuzemogelijkheden om online gebruik te maken van alternatieve nieuwsbronnen en wantrouwen tegenover de journalistiek. Ondanks dat alternatief mediagebruik geen nieuw fenomeen is weten we nog heel weinig over de nieuwsgebruikers van deze media.
AI4debunk is een vierjarige EU-innovatieactie, gefinancierd door Horizon Europe, gewijd aan de bestrijding van desinformatie. Het project brengt 13 partners uit acht landen samen om burgers te empoweren met door AI aangedreven tools. Te midden van toenemende nepnieuws en propaganda streeft AI4Debunk naar het bevorderen van betrouwbaar online gedrag, in navolging van de oproep van de Europese Commissie voor een verstandige toepassing van AI.
Aanleiding: Scholen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met pestsituaties. In het onderwijsveld is er behoefte aan concrete handvatten om pesten te kunnen signaleren en om op adequate wijze met pestincidenten om te gaan. Recente initiatieven vanuit de politiek en de landelijke onderwijskoepels (Plan van Aanpak Pesten, 2013) onderstrepen het belang hiervan. Doelstelling Het doel van dit project is kennis ontwikkelen en valoriseren waarmee professionals in het basisonderwijs het pestgedrag effectief kunnen terugdringen op basisscholen in Nederland. Voor dit doel verricht het projectteam onderzoek voor de theoretische en praktijkgerichte onderbouwing van antipestbeleid. In samenwerking met professionals en docenten ontwikkelt het team de afzonderlijke onderdelen van antipestbeleid. Daarna volgt een proefimplementatie en onderzoek van de verschillende onderdelen en dan de implementatie op de deelnemende scholen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het project zijn een online pestmeter die scholen zelfstandig kunnen gebruiken om het pesten in de school in kaart te brengen, methodieken voor docenten om pestsituaties - zowel eenvoudige pestproblemen als intensieve incidenten - in de klas op te lossen, een digitale interactieve lessenserie voor leerlingen, een training voor docenten en een training voor schoolleiding (via e-learning). De resultaten, kennis en inzichten worden landelijk verspreid door middel van cursusmaterialen, publicaties, sociale media, presentaties, congresdeelnames en een slotsymposium.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool