Voor ouderen is het van groot belang om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren. Doel van dit hoofdstuk is bespreken hoe krachttraining en leefstijlprogramma’s kunnen worden gecombineerd om de zelfredzaamheid van ouderen optimaal te beïnvloeden. We zien dat vooral bij ouderen die onvoldoende lichamelijk actief (sedentair) zijn, de spierkracht en het uithoudingsvermogen beneden het gemiddelde zijn. Om de kracht en het uithoudingsvermogen van sedentaire ouderen te behouden en mogelijk te bevorderen zijn specifieke trainingsmethoden ontwikkeld, waaronder krachttrainingsprogramma’s en leefstijlprogramma’s waarin veelzijdig bewegen centraal staat. Om de zelfredzaamheid van grote groepen sedentaire ouderen te bevorderen wordt aanbevolen individuele kortdurende krachttraining, uitgevoerd door de fysiotherapeut, te combineren met (langdurige) deelname aan leefstijlprogramma’s.
LINK
Het doel van dit proefschrift was om spierkracht en vrijwillige spieractivatie te bestuderen die het functioneren kunnen belemmeren in ouderen met artrose. Artrose is een gewrichtsaandoening die gekenmerkt wordt door slijtage van gewrichten. Vooral mensen met artrose aan de knie of heup ondervinden problemen bij het uitvoeren van alledaagse taken als wandelen en traplopen. Ook hebben mensen met artrose vaak een verminderde spierkracht en soms ook een verminderde vrijwillige activatie van de kniestrekkers. De vrijwillige activatie wordt vaak bepaald met de ‘interpolated twitch techniek’, waarbij de zenuw van een spier(groep) elektrisch wordt gestimuleerd om inzicht te krijgen in de mate van vrijwillige aansturing van de spier(groep). Deze methode wordt ook bij patiënten gebruikt, maar dan vaak met gebruik van lagere, submaximale stroomsterktes en door stimulatie op de spierbuik in plaats van de zenuw. In Hoofdstuk 2 onderzochten we de effecten van de stroomsterkte op de bepaling van de vrijwillige activatie van de kniestrekkers bij gezonde vrijwilligers. Er werd geconcludeerd dat submaximale stimulatie via de spierbuik gebruikt kan worden om de vrijwillige activatie te bepalen en dat de vrijwillige activatie wellicht zelfs minder overschat wordt dan bij maximale stimulatie van de zenuw.
DOCUMENT
Wat is de kracht van sport?’ Dat was de uitdagende, prikkelende vraag die wij aan 25 studenten hebben voorgelegd. Het beantwoorden van deze vraag bleek een complexe en soms frustrerende exercitie. Tijdens de zoektocht naar het antwoord moest steeds de balans tussen breedte en diepte van de vraag in de gaten gehouden worden. Daarnaast bleken de studenten soms onzeker over wat zij, als ‘slechts’ studenten, konden bijdragen aan het beantwoorden van deze moeilijke vraag waar vele wetenschappers zich op stuk hebben gebeten. Naar onze mening is de bijdrage van deze studenten heel groot. Zij hebben een compleet en actueel beeld gegeven van hun perceptie over de kracht van sport.
DOCUMENT
We zetten ons in voor de implementatie van het leefstijlprogramma ProMuscle in de keten van zorg voor (pre)kwetsbare 65-plussers in de regio Noord-Veluwe. Samen met betrokkenen, 65-plussers, zorg- en welzijnsprofessionals, beleidsmakers etc., ontwikkelen en evalueren we activiteiten die de implementatie van ProMuscle verbeteren.
De Maatschappelijke Waarde van Fietsen Elektrische fietsen worden steeds populairder, zowel voor personen als voor vracht. Moderne e-bikes worden daarnaast steeds krachtiger waardoor de benodigde spierkracht ten opzichte van de elektromotor afneemt. Hiermee wordt het verschil tussen volledig elektrisch aangedreven voertuigen en e-(bak)fietsen steeds kleiner. Twee fietsfabrikanten, Van Raam en Nijland Cycling, krijgen regelmatig vragen over het ontwikkelen van voertuigen zonder trapaandrijving. Voor deze bedrijven, met een lange traditie in fietsenbouw, is het moeilijk inschatten in hoeverre een transitie naar 100% elektrisch zal doorzetten naast de markt voor fietsen met trapondersteuning. Vandaar dat men op zoek is naar de maatschappelijke meerwaarde, nu en in de toekomst, voor trapondersteuning, zowel voor personen als voor vrachtfietsen. Ontwikkeling en innovatie op een nieuw terrein (volledig elektrische aandrijving) kan interessant zijn, maar mocht blijken dat de huidige trend van het fietsen in de toekomst zal doorzetten, dan zullen deze bedrijven zich blijven richten op de doorontwikkeling van hun bestaande productlijnen. De verwachting is dat energieverbruik en gezondheid de meerwaarde voor fietsen zullen bepalen. Het doel van dit onderzoek is daarom om beter zicht te krijgen op de vraag wat de maatschappelijke waarde van fietsen is t.o.v. volledig elektrische aandrijving en wat dit betekent voor de fietsindustrie. De centrale vraag die zal worden beantwoord is: Hoe kan de maatschappelijke meerwaarde van fietsen (voor nu en de toekomst) worden bepaald en wat is dan de specifieke bijdrage van de spierkracht in ritten op een voertuig met trap-ondersteuning. Het resultaat is een eerste indicatie van de bijdrage van fietsers aan de energieprestatie en zullen aanbevelingen worden gedaan hoe een en ander kan worden vertaald naar gezondheidsclaims en andere maatschappelijke belangen. Deze zijn van belang bij het maken van een ontwerp voor een Maatschappelijke Kosten baten Analyse voor de fiets. (woorden samenvatting: 292; projectvoorstel: 1408 (t/m hoofdstuk 7))
Een voedingspatroon met voldoende eiwit is belangrijk voor het behoud van spiermassa, spierkracht en zelfredzaamheid bij 65-plussers. Het is bekend dat veel 65-plussers niet voldoende eiwit consumeren, en dat zij zich daar vaak niet van bewust zijn. Ook is bekend dat de voeding van 65-plussers vooral dierlijke eiwitten bevat. De klimaatdoelstellingen vragen om een verschuiving richting een duurzamer voedingspatroon met meer plantaardig eiwit. Dit actuele onderwerp roept vragen op bij 65-plussers, diëtisten, het onderwijs en de voedingsmiddelensector, die hebben geleid tot de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kunnen wij 65-plussers, diëtisten en het voedingsmiddelen-mkb ondersteunen met kennis, concepten en producten die 65-plussers helpen bij het bereiken van een optimale eiwitinname?”. Hierbij wordt gelet op gedragsdeterminanten (kennis, sociale omgeving, motivatie en vaardigheden) en rekening gehouden met de maatschappelijke vraag naar een duurzamer voedingspatroon. Om te onderzoeken welke kansen er zijn bij de doelgroep voor een meer duurzame eiwitinname zullen we een representatief consumentenpanel van 65-plussers opzetten en voor langere tijd actief betrekken bij de substudies. In kwalitatieve studies zullen we onderzoeken welke factoren een duurzaam eiwitrijk voedingspatroon en aandacht voor eetgewoontes bij 65-plussers bevorderen of belemmeren. Via het modelleren van voedingstoffeninnames onderzoeken we door middel van welke (hoeveelheden) producten een optimale eiwitinname kan worden bereikt, gebruik makend van meer duurzame eiwitbronnen en passend bij huidige eetgewoontes. In een gedragsdeterminantenstudie bestuderen we in welke gedragsfase 65-plussers zich bevinden t.a.v. verandering richting een duurzamer voedingspatroon. Tenslotte ontwikkelen en evalueren we kennis, concepten, producten en communicatiemiddelen die aansluiten bij strategieën om eetgedrag te veranderen richting een duurzame en optimale eiwitinname. Dit zullen we doen in samenwerking met het consumentenpanel, brancheorganisaties, partners uit het voedingsmiddelenbedrijfsleven, consumentenorganisaties en kennisinstellingen.