Het Interventieprotocol Zorg in Samenwerking (ZiS) bestaat uit 3 delen: het Achtergronddocument, het Handboek en het Werkboek. In deel I, het Achtergronddocument, worden de theoretische achtergronden van het programma beschreven. Deel II, het Handboek, levert praktische handleidingen en instructies voor de uitvoering van het programma. ZiS bestaat uit een aantal onderdelen, deze corresponderen met het los bijgeleverde Werkboek (deel III), dat speciaal is geschreven voor de patiënt.
MULTIFILE
Het werkboek Privaatrecht voor Vastgoed is een aanvulling op het theorieboek. Het werkboek bevat twee onderdelen: Meerkeuzevragen• Oefententamens. Voor elk hoofdstuk zijn er meerkeuzevragen. Deze zijn bedoeld om de kennis, toepassing en inzicht van de theorie te toetsen. Daarnaast zijn er oefententamens, die over de hele leerstof gaan. Het werkboek is hiermee ook een goede voorbereiding op tentamens en/of examens. De methode Privaatrecht voor Vastgoed is door zijn opzet en samenstelling bij uitstek praktijk- en tentamen/examengericht.
LINK
Mensen voelen zich verbonden met hun omgeving. Vanuit dat perspectief handelen en reageren zij op wat er gebeurt in de omgeving. Dit praktisch werkboek is ontwikkeld voor lokale gemeenschappen, zij kunnen vanuit hun belangen en opgaven, met anderen, met praktische handvatten en voorbeelden aan de slag om lokaal gedragen erfgoed-sensitieve energieplannen te ontwikkelen.Het werkboek is onder embargo, het wordt gepubliceerd nadat de praktijkwaarde via pilotstudies is aangetoond. Beoogde start pilotstudies: najaar 2021.
DOCUMENT
De richtlijn bestaat uit twee delen: Deel 1: Theoretische onderbouwing met conclusies en aanbevelingen. Gebaseerd op literatuurgegevens en op praktijkervaring van experts. Deel 2: Praktische handleiding voor de hulpverlener. Werkboek. Dit kan digitaal ingevuld worden. Aan de hand van de handleiding en het werkboek wordt een terugvalpreventieplan opgesteld. Deze richtlijn is gericht op terugvalpreventie bij jeugdige patiënten met anorexia nervosa.
MULTIFILE
Werkboek behorende bij het lesmateriaal "Onderzoek naar duurzame ontwikkeling in acht stappen" voor alle sectoren van het mbo.
DOCUMENT
Deel 1 biedt een theoretische onderbouwing en hiervan afgeleide conclusies en aanbevelingen. Ze zijn gebaseerd op literatuurgegevens en op praktijkervaring van experts. 'Het werken met een signaleringsplan ter preventie van terugval bij jeugdige patiënten met anorexia nervosa'. Deel 2. Hierin worden de procedures aangereikt die van belang zijn om om tot een terugvalpreventieplan te komen. Dit deel bevat tevens het Werkboek Terugvalpreventie, maar kunt u hieronder ook als 'los bestand' downloaden.
MULTIFILE
Een agrarische bedrijfsopvolging is niet alleen een juridische, fiscale en financiële zaak, maar ook (en bovenal) een familiale zaak waarbij emotionele binding en betrokkenheid een rol spelen. Bij advies wordt vaak vooral gedacht aan de‘harde’ zakelijke kant, maar dit werkboek heeft als doel om families te ondersteunen én sterker en zelfredzamer te maken, juist op de ‘zachte’ kant waarin het gaat om sociale en emotionele verhoudingen.
DOCUMENT
Een agrarische bedrijfsopvolging is niet alleen een juridische, fiscale en financiële zaak, maar ook (en bovenal) een familiale zaak waarbij emotionele binding en betrokkenheid een rol spelen. Bij advies wordt vaak vooral gedacht aan de‘harde’ zakelijke kant, maar dit werkboek heeft als doel om families te ondersteunen én sterker en zelfredzamer te maken, juist op de ‘zachte’ kant waarin het gaat om sociale en emotionele verhoudingen.
DOCUMENT
Het Steun-Stress Kracht-Kwetsbaarheidsmodel, laat zien welke factoren invloed hebben op het ontstaan van psychische klachten. Stress en kwetsbaarheid vergroten het risico op klachten. Sociale steun en het gebruik van sterke kanten dragen bij aan herstel. Werkboek 4 uit de reeks "Eigen Regie en Herstel" behandelt de sociale steun die de balans naar de goede kant kan uitslaan. Betekenisvolle relaties zijn belangrijk voor mensen. Sociale steun krijgen, vriendschap geven en belangrijk zijn voor anderen, is van groot belang voor herstel. In dit werkboek zijn strategieën beschreven om nieuwe mensen te leren kennen en het ontwikkelen van hechtere relaties met mensen die u al kent. Deze publicatie is een bewerkte, geautoriseerde vertaling van “Illness management and recovery: Personalized skills and strategies for those with mental illness” van Gingerich, S., Mueser, K. T., & New Hampshire-Dartmouth Psychiatric Research Center (2011). ISBN: 978-1616491062 Uitgever: Hazelden Foundation, Center City, MN 55012, USA.Nederlandse vertalingLaura Stalenhoef (Saxion, student TP)Marijke Brugman (Saxion; Netwerk IMR)Rieke Kamman (Dimence Groep)Grietje Meinen (RIBW Groep Overijssel; Netwerk IMR)Redactie/EditorAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Hanneke Teunissen (Saxion Hogeschool)BewerkingAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Ingrid Stevelmans (GGzE)Marijke Brugman (Saxion Hogeschool)Trudy Sterk (Zorggroep Apeldoorn en omstreken)Titus Beentjes (Dimence Groep)Jos Droës (Stichting Rehabilitatie '92)Petra Schaftenaar (Inforsa)Peter Pierik (Saxion Hogeschool)Kim Mueser (Department of Occupational Therapy, Boston University)Susan Gingerich (Independent Consultant, Philadelphia, PA, United States)IllustratiesIris de Rooij
MULTIFILE
In het Nationaal Park Drentsche Aa startte in 2021 het driejarige programma Energietransitie & Participatie, uitgevoerd door de Natuur- en Milieufederatie Drenthe (NMFD) en BOKD (vereniging dorpsbelangen en -huizen in Drenthe). Hierin staat de regie van bewoners bij de energietransitie centraal: Wat vinden inwoners kwaliteiten voor natuur, cultuurhistorie en landschap op dorps- en gebiedsniveau? Hoe wil men hier in het kader van de energietransitie mee omgaan? Welke concrete projecten kunnen zij hieruit ontplooien?Als praktische methode bij de uitvoering van dit programma werd ingezet op het gebruik van een integrale modulaire aanpak van het werkboek Wij doen Het!1 Samen energie steken in onze waardevolle gebouwen, dorpen en landschappen. Met dit werkboek kunnen lokale gemeenschappen in eigen regie (vanuit de kracht van hun dorp) aan de slag met lokale opgaven (breder dan energie) en de waardering voor de gebouwde en landschappelijke omgeving. Vervolgens beslissen zij op welke manier zij navolging geven aan energie-activiteiten, van communicatie tot het realiseren van energiemaatregelen.Het programma van de NMFD en BOKD voorzag niet in specifieke ondersteuning van de lokale gemeenschappen of monitoring van de bijbehorende de resultaten. Dit onderzoeksrapport beschrijft hoe het KIEM-project daar invulling aangaf:- Er is een training ontwikkeld en verzorgd aan lokale gemeenschappen en aan hun procesbegeleiders van de NMFD en BOKD.- Er is een dorpsmonitor ontwikkeld en uitgevoerd om de voortgang en lessen van lokale gemeenschapen te identificeren evenals verbeterpunten van het werkboek.- Er is ondersteuning geboden aan lokale gemeenschappen bij het ontwikkelen van hun energieplannen (die aansluiten bij lokale opgaven en de kwaliteiten van de omgeving).- Er hebben dorpsspecifieke en dorpsoverstijgende studentonderzoeken plaatsgevonden, bijvoorbeeld over de verduurzaming van historische gebouwen in Drenthe en over de energietransitie in specifieke dorpen in het nationaal park.- Er is op diverse manieren kennis over het project gedeeld: via onderwijs, bijeenkomsten van lokaal tot internationaal niveau en op andere manieren. Kennisdeling via studentonderzoek, bijeenkomsten en publicaties heeft geleid tot doorwerking: vervolgstappen van lokale gemeenschappen en zelfs de oprichting van een nieuwe lokale gemeenschap. Ook hebben lokale gemeenschappen en organisaties buiten het nationaal park informatie opgevraagd en hebben ze willen meedenken aan vervolgprojecten.De toepassing van het werkboek is gebaseerd op het theoretisch perspectief ‘erfgoed als ruimtelijke vector-benadering’. Daarmee ontstaat inzicht op welke manier dagelijks gebruikers erfgoed waarderen en inzetten bij ruimtelijke veranderingen. Zo bleek dat erfgoed vaak wel als expliciet thema werd benoemd, maar niet expliciet werd verwerkt in energie-activiteiten. Daarnaast werd cultuurhistorie als ruimtelijke kwaliteit veelal tegelijk genoemd met de thema’s landschap en natuur.Een van de lessen is dat lokale gemeenschappen zeer verschillen zijn, net als de dorpen waarin energie-initiatieven plaatsvonden (alhoewel in hetzelfde nationaal park gelegen). Lessen van lokale gemeenschappen waren daarom soms zeer divers. Een generieke les, richting de professionals is dat een lokale gemeenschap een heel andere dynamiek en taalgebruik kent dat dat van de professional. Een professional heeft een project met een doel dat binnen de afbakening (budget, tijd en team) moet worden gerealiseerd. Een lokale gemeenschap bestaat uit vrijwilligers, die individueel intrinsiek gemotiveerd zijn. Op basis van hun keuzes en beschikbaarheid ontstaat een tempo waarin activiteiten ontplooid worden. Dit maakt lokale initiatieven dynamisch. Een professionele organisatie die wil inzetten op participatie of draagvlak moet zich realiseren dat zij hier dienstbaar aan zijn en hun ondersteuning niet opdringen op basis van hun eigen belang (doelen en afbakening). Dan is immers geen sprake maar van faciliteren maar forceren.Tot slot heeft dit project wat confronterende maar zeer waardevolle inzichten opgeleverd over de relevantie en vorm van het werkboek. Tijdens de monitor en ondersteunende activiteiten ontstond het beeld dat lokale gemeenschappen helaas niet actief met het werkboek werkten, maar wel met de thematiek van het werkboek bezig waren; de toepassing van het werkboek leek dus wel impliciet plaats te vinden. Uit een korte vragenlijst aan het eind bleek dit niet het geval te zijn. Eén van de lokale gemeenschappen had het werkboek wel expliciet op tafel gehad. De anderen hadden allen wel met de thematiek gewerkt. Tijdens evaluatiesessies met de procesbegeleiders van de NMFD en BOKD, en later met de ontwikkelaars van het werkboek, werd geconcludeerd dat het werkboek een goed naslagwerk is, maar dat een meer toegankelijke versie vermoedelijk leidt tot betere praktische toepassing.
DOCUMENT