Met de introductie van het begrip ‘nieuwe professional’ wordt aangezet tot een andere manier vandenken over en door professionals. Door deze nieuwe manier van denken worden er andere eisengesteld aan zorg- en welzijnswerkers. Het debat over deze andere eisen kan betrekkelijk nieuwe professionals als zorgboeren mogelijk tekort doen. De intrinsieke waarde die de zorgboerderij als welzijnsaanbod heeft, wordt als gevolg van de transitie mogelijk ook afgemeten aan de hand van de acht bakens (kenmerken) waarlangs het profiel van de ‘nieuwe professional’ wordt ontwikkeld. De zorgboer moet zich met zijn kwaliteiten juist onderscheiden van de reguliere zorg- en welzijnsprofessional
DOCUMENT
Deze eindrapportage van het project ‘competenties van de zorgprofessional van de toekomst’ is uitgevoerd in opdracht van de Health Hub Utrecht, Coalitie Aantrekkelijke Arbeidsmarkt. De rapportage is tot stand gekomen met inbreng van een groot aantal mensen uit zorg, welzijn en opleidingen, die in dialoogsessies mee hebben gedacht over hoe de zorgprofessional van de toekomst goed toegerust kan worden. Met elkaar is gezocht naar de uitdagingen die zorg en welzijn, en opleidingen denken tegen te komen richting 2030 en er is nagedacht over richtingen die bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. De tweede publicatie betreft het tussenrapport: Competenties van de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst: Tussenrapportage ter afsluiting van fase 1. (Drs. J. Dijkstra RN, dr. M. Jacobs, Drs. B. Berkhout, 2023)
MULTIFILE
Sociale zorg neemt langzaamaan en onvermijdelijk belangrijke delen van de institutionele zorg over. Zorg die dicht bij de (leef)wereld van de hulpvrager kan worden georganiseerd, vaak met inzet van de eigen omgeving. Hierbij lijken alle vingers in eenzelfde richting te wijzen: meer nadruk op eigen kracht van burgers, minder technocratische en bureaucratische regelgeving, met een centrale rol voor cliënten en hun netwerken. Met de vergrijzing van de samenleving valt ook een flinke toename van de zorgvraag te verwachten. Hoe gaan we dat oplossen met elkaar?
DOCUMENT
Technologie draagt bij aan belangrijke kwaliteitsindicatoren binnen zorg en welzijn, zoals gepersonaliseerde zorg, langer thuis wonen, en bevordering van eigen regie en zelfstandigheid. Zorgorganisaties investeren in het gebruik van technologie en de COVID-19 pandemie heeft het (initiële) gebruik van technologie een boost gegeven. Toch is het gebruik van technologie nog onvoldoende onderdeel van het handelingsrepertoire van zorgprofessionals. En dit is hard nodig om de zorg toekomstbestendig te houden en het hoofd te kunnen bieden aan de groeiende zorgvraag en krapper wordende arbeidsmarkt. Er is bij zorg- en welzijnsorganisaties Ambiq, Aveleijn en Livio behoefte aan praktische handvatten om grip te krijgen op het complexe proces van technologie-implementatie, waarbij aandacht is voor de verschillende factoren waarop zorgprofessionals invloed hebben. De praktijkvraag vanuit drie praktijkorganisaties luidt: Hoe zorgen we ervoor dat zorgtechnologie een vanzelfsprekend onderdeel wordt van het dagelijks handelen van zorgprofessionals, zodat zij dit meenemen bij elke zorgvraag en behoefte van cliënten? Het NASSS framework en bijbehorende implementatiestrategieën bieden handvatten om recht te doen aan het complexe proces van implementatie van technologie in zorg en welzijn. Hierbij worden de NASSS-domeinen ‘conditie’, ‘technologie’, ‘adopter’ en ‘organisatie’ als uitgangspunt genomen in dit project. Door middel van actieonderzoek wordt onderzocht op welke manier zorgprofessionals kunnen worden ondersteund bij de implementatie van technologie in hun dagelijks handelen. Per organisatie wordt één zorgtechnologie geimplementeerd in minimaal 3 teams. Het implementatieproces volgt de volgende stappen: 1) analyse van het proces van technologie implementatie (WP1); 2) plan van aanpak t.a.v. implementatiestrategieën (WP2); 3) evaluatie van het implementatietraject binnen de drie organisaties. De geleerde lessen en opgedane kennis en eravring wordt gedeeld met het werkveld en onderwijs (WP4). Het project leidt tot inzicht in de resultaten en ervaringen van technologie implementatie en een praktisch en theoretisch gefundeerde werkwijze om technologie een structurele plek te geven in het werkproces van zorgprofessionals.
De fysieke en sociale omgeving zijn, veelal onbewust, van invloed op het beweeggedrag van mensen. Een beweegvriendelijke openbare ruimte heeft een preventieve werking op de gezondheid van mensen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan Healthy Ageing. Een aantrekkelijk park nodigt uit tot wandelen of hardlopen. Een mooie fietsroute door de natuur nodigt uit tot fietsen.Ook de socialiserende werking van beweegvriendelijke ruimten heeft effect op de leefbaarheid van een wijk en buitengebied. Door mensen te laten bewegen en elkaar te ontmoeten kunnen zorgkosten dalen en sociaal-maatschappelijke problematiek worden teruggedrongen. Daarnaast is een dynamisch en beweegvriendelijk natuurgebied een aantrekkelijke toeristische bestemming waarbij het positieve effecten heeft op de economie van de regio.Het KennisLab ‘Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte’ is een vervolg op de InnovatieWerkPlaats BIOR die is gestart vanuit een aanvraag bij het Centre of Expertise Healthy Ageing. Het richt zich op optimale benutting van de openbare ruimte om een actieve leefstijl te stimuleren en daarbij ook de economische en sociale impact op de omgeving van deze ruimte. In het lab werken kennisinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, overheden (gemeente, provincie) en woningcorporaties samen met diverse partners uit de sport, horeca en recreatie.
Het Platform Stad en wijk: participatie en veerkracht stelt zich ten doel om samenwerking en uitwisseling van lectoraten op het gebied van stad en wijk te intensiveren om van hieruit stapsgewijs tot gezamenlijke meerjarige onderzoeksprogramma’s te komen. De lectoraten willen met praktijkgericht onderzoek in steden, in nauw overleg met diverse stakeholders en vertegenwoordigers van de topsector Creatieve Industrie, gezamenlijk bijdragen aan het begrijpen en aanpakken van maatschappelijke vraagstukken in de stad: ongelijkheid en sociale uitsluiting, gezondheid, arbeid en inkomen, duurzaamheid en milieu, wonen, wijk- en gebiedsontwikkeling, relatie tussen overheid en burger.