Het opleiden van persoonsgerichte professionals in de gezondheidszorg behoeft curriculum-innovatie. Persoonsgerichtheid wordt wereldwijd gezien als noodzakelijk, om humanistische zorgprincipes meer ruimte te bieden. Gezondheidszorgorganisaties geven hieraan invulling door het creëren van omgevingen en relaties waarin alle betrokkenen tot hun recht kunnen komen. Gezondheidszorgopleidingen kunnen dit proces versterken door studenten tijdens de opleiding zelf persoonsgerichte relaties te laten ervaren. Dit kan tevens uitval van studenten tijdens de opleiding tegengaan. We ontwikkelden een innovatief raamwerk dat het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van gezondheidszorgcurricula ondersteunt. Deze best practice in de vorm van een faction, beschrijft het persoonsgericht opleiden van verpleegkundigen met dit raamwerk.
De gezondheidszorg is continu in beweging, mede door veranderende zorgbehoeften en kostenbeheersingsmaatregelen. Techniek en technologie kunnen een belangrijke rol spelen waar het gaat om nieuwe vormen van zorg en behoud van het hoge kwaliteitsniveau. In dit artikel wordt een aantal technologische ontwikkelingen op het gebied van preventie, diagnostiek en therapie besproken, die ook gevolgen zullen hebben voor de podotherapeutische praktijk.
Probleemstelling. De extramuralisering van de gezondheidszorg leidt tot meer patiënten thuis met complexe zorgvragen, die veelal zorg krijgen van verpleegkundigen. Er is echter een tekort aan hbo-wijkverpleegkundigen, dat naar verwachting zal groeien tot 3000 in 2019 (1). De aanwas in dit werkveld stagneert mede doordat veel hbo-verpleegkundestudenten zich tijdens hun opleiding op het algemeen ziekenhuis oriënteren. De positieve beeldvorming over het ziekenhuis wordt door opleidingen vaak bevestigd doordat het curriculum sterk op ziekenhuiszorg gericht is. Mogelijk is er daarnaast sprake van een belemmerende beeldvorming over wijkverpleegkunde. Om inzicht te verkrijgen over hoe curriculum-herontwerp effectief kan zijn in het bevorderen van een positieve beeldvorming over dit werkveld werd een literatuurstudie uitgevoerd vanuit de vraagstelling: ‘Hoe is de beeldvorming van studenten verpleegkunde over werkvelden in de gezondheidszorg, en welke factoren zijn hierop van invloed?’Methode. Systematisch literatuuronderzoek in databases ERIC, PsycInfo, MEDLINE en CINAHL in maart-augustus 2014. Artikelselectie vond plaats op basis van in-en exclusiecriteria en een kwaliteitsassessment (Creswell, 2008). Geïncludeerd werd kwalitatief en kwantitatief onderzoek van na 2004; exclusie betrof onderzoek bij studenten van andere gezondheidszorgberoepen en masterstudenten. De informatie werd geordend op basis van theoretische thema’s. Een flowchart en samenvattende tabel met informatie over ieder artikel werd toegevoegd.Resultaten. De zoekstrategie leverde 522 artikelen op; 39 artikelen werden geïncludeerd. ‘Medisch georiënteerde’ verpleegkunde met verpleegtechnische handelingen is populair, terwijl zorg aan chronisch zieken, psychiatrische patiënten en ouderen minder belangstelling kent. De ziekenhuisomgeving wordt als uitdagend en interessant beschouwd door de dynamiek en het gebruik van complexe technologieën, een beeld dat wordt bevestigd door de media. De wijkverpleegkunde kent negatieve en positieve connotaties. Enerzijds wordt dit als een beroep gezien met laag-complexe zorg aan (meestal) oudere patiënten, in de belastende combinatie van solistisch werken, veel verantwoordelijkheid en een hoge werkdruk. In het positieve beeld is de wijkverpleegkundige een echte generalist door de rol van ‘manusje-van-alles’ bij het hanteren van (combinaties van) somatische, psychiatrische en sociale zorgvragen. Zorgverlening in de eigen woning kent een negatief beeld door het gebrek aan controle over ergonomische en hygiënische werkomstandigheden. Het wordt echter ook gezien als een sfeerverhogend element in het meer persoonlijke karakter dat deze zorg kenmerkt. Discussie. Beelden van studenten over werkvelden in de gezondheidszorg worden mede bepaald door stereotyperingen en misconcepties. Studenten zoeken uitdaging bij zorgverlening in het ziekenhuis vanwege de expliciete complexiteit. Immers, verpleegtechnisch handelen is concreet waarneembaar, en wordt gezien als ‘echte verpleegkunde’. Het type complexiteit van wijkverpleegkundige zorg is met weinig kennis over dit werkveld moeilijker herkenbaar, iets wat ook voor studenten geldt. Dit gegeven biedt kansen voor opleiders tot beïnvloeding van de beeldvorming met curriculum-herontwerp.
Size measurement plays an essential role for micro-/nanoparticle characterization and property evaluation. Due to high costs, complex operation or resolution limit, conventional characterization techniques cannot satisfy the growing demand of routine size measurements in various industry sectors and research departments, e.g., pharmaceuticals, nanomaterials and food industry etc. Together with start-up SeeNano and other partners, we will develop a portable compact device to measure particle size based on particle-impact electrochemical sensing technology. The main task in this project is to extend the measurement range for particles with diameters ranging from 20 nm to 20 um and to validate this technology with realistic samples from various application areas. In this project a new electrode chip will be designed and fabricated. It will result in a workable prototype including new UMEs (ultra-micro electrode), showing that particle sizing can be achieved on a compact portable device with full measuring range. Following experimental testing with calibrated particles, a reliable calibration model will be built up for full range measurement. In a further step, samples from partners or potential customers will be tested on the device to evaluate the application feasibility. The results will be validated by high-resolution and mainstream sizing techniques such as scanning electron microscopy (SEM), dynamic light scattering (DLS) and Coulter counter.
Dementie is een wereldwijd gezondheidsprobleem, met enorme impact op de gezondheidszorg en economie. In Nederland is het aantal mensen met dementie de laatste jaren snel gegroeid en dit aantal zal door vergrijzing verder toenemen. De diagnose dementie is complex en vaak pas definitief na kostbaar en invasief onderzoek. Het introduceren van gemakkelijk uit te voeren tests in de eerstelijn kan bijdragen aan een verbeterde vroegtijdige herkenning en behandeling van dementie binnen de bredere bevolking. Een potentieel veelbelovende benadering is vroege detectie van retinale (netvlies) veranderingen in het oog met behulp van kunstmatige intelligentie (KI). Onderzoek toont aan dat neurale netwerken, een component van KI, subtiele afwijkingen in de retina kunnen detecteren die gerelateerd zijn aan dementie. Een algoritme, ontwikkeld door Cheung et al., toont veelbelovende resultaten op basis van retinale foto's. Het Geheugencentrum van het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft interesse in het gebruik van neurale netwerktechnologieën bij de diagnose van dementie. Het uitvoeren van een implementatieonderzoek gaat echter gepaard met uitdagingen op het gebied van dataverzameling, en daarnaast dienen zorgvuldige ethische overwegingen plaats te vinden. Om implementatieonderzoek in de toekomst mogelijk te maken, wil het Jeroen Bosch Ziekenhuis, samen met Biotactical BV en Avans Hogeschool verkennend onderzoek doen naar de nauwkeurigheid en praktische toepasbaarheid van het algoritme van Cheung et al., gebruikmakend van bestaande datasets. Daarnaast zal een juridisch en ethisch raamwerk worden ontworpen met richtlijnen voor een implementatieonderzoek van deze software in zorginstellingen. Het doel van dit verkennend onderzoeksproject is om vertrouwen op te bouwen bij belanghebbenden en 'lessons learned' op te nemen in een latere implementatiefase.
De COVID-19-pandemie heeft het belang duidelijk gemaakt van continuïteit van zorgverlening binnen de GGZ. Online behandeling is een veelbelovende oplossing daarvoor. Vaktherapie is een vaak ingezette behandeling voor psychiatrische aandoeningen. Vaktherapie is ervaringsgericht en bestaat uit beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische en/of speltherapie. Vaktherapie wordt tot dusverre nog niet online aangeboden. Virtual Reality (VR) is een innovatieve manier om vaktherapie online aan te bieden. Eerder is een innovatieve online vaktherapieruimte ontwikkeld, de VR Health Experience (VRhExp). Hierdoor konden cliënten online vanuit huis aan vaktherapie deelnemen. De VRhExp werd door vaktherapeuten als veelbelovend beschouwd. Tegelijkertijd gaven vaktherapeuten aan specifieke interventies te missen. Het ´ARts and psychomotoR Interventions for Virtual rEality (ARRIVE)´ project stelt zich ten doel om vaktherapeutische VR-interventies te ontwikkelen en te bouwen voor de VRhExp. Vervolgens worden de VR-interventies in pilots onderzocht. Dit wordt gedaan door IT-technici, vaktherapeuten en onderzoekers met behulp van de Design Thinking methode. De VR-interventies worden Open Access beschikbaar gesteld. Door het opnemen van VR-interventies in de VRhExp wordt deze daadwerkelijk bruikbaar voor het aanbieden van online vaktherapie. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten ‘Vaktherapie bij Persoonlijkheidsstoornissen’ en ‘Innovatie in de Care’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in samenwerking met twee vaktherapeutische praktijken (MKB) en GGNet (Centrum voor Geestelijke Gezondheid). De onderzoeksresultaten worden geïmplementeerd in het onderwijs en het werkveld.