Artikel in NRC next. Spraakverwarring onderzocht. Telkens onderhandelen. Brutaal. Docenten in het hoger onderwijs vinden het lastig met allochtone studenten om te gaan. Machteld de Jong schreef er een boek over.
DOCUMENT
Interview Donald Ropes in Advisie (oktober 2013) Het verhaal is bekend: Nederland heeft te maken met vergrijzing, oudere werknemers gaan in de komende jaren met pensioen. Daarom zijn bedrijven op zoek naar jong personeel met frisse ideeën. Maar krijgen die jeugdige medewerkers wel de kans die frisse ideeën in de praktijk te ventileren?
DOCUMENT
De onderwerpen inclusie en diversiteit zijn nogal eens voedingsbodem voor conflictstof en polarisatie. Hoe voorkom je dat en wat staat je daarbij als hogeschool of als docent te doen? Machteld de Jong, lector Diversiteitsvraagstukken aan Hogeschool Inholland, laat daarover haar licht schijnen.
LINK
Studenten van De Haagse Hogeschool hebben als studieopdracht vraaggesprekken gehouden met jongeren in de Schilderswijk. Van de opleiding kregen zij begeleiding en een lijst van onderwerpen mee die zij aan de orde moesten stellen. Zo'n tweeëndertig studenten hebben ruim tweehonderd jongeren in de leeftijd van veertien tot achttien jaar geïnterviewd over hun leven, hun ambities, hun problemen. Twee zaken springen er uit. Het zijn jongeren die in de Schilderswijk opgroeien, die ambities hebben voor de toekomst en hun grenzen verkennen. Zij laten ook zien dat er de nodige knelpunten zijn. Zo maken armoede, werkloosheid, criminaliteit en spanningen thuis het opgroeien in de Schilderswijk niet tot een gemakkelijke opgave. Dit rapport maakt deel uit van het onderzoeksprogramma van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool. In dit lectoraat willen we met praktijkgericht onderzoek zicht krijgen op het leven in de stad Den Haag en op de inspanningen van verschillende partijen om de woon- en leefsituatie in Haagse wijken te verbeteren. Het is een bijzonder traject geweest: voor de studenten, de jongeren, de opleiding en het lectoraat. In de context van de jongeren in de Schilderswijk is het vooral belangrijk om vertrouwen te winnen om enig zicht op de situatie van jongeren te verkrijgen. Dit stelt eisen aan de aanpak. Daarenboven weten we dat waar studenten de wijk ingaan, dit een deel is van hun opleiding en het onderzoek een leeronderzoek is. Het gepresenteerde beeld is werkelijkheid, wellicht niet de enige werkelijkheid. Immers, de Schilderswijk heeft vele werkelijkheden. Het rapport is van de hand van Dick Lammers (initiator, begeleider, auteur) en Wouter Reith (auteur). Reacties zijn welkom.
DOCUMENT
De markt van groepsvakanties en groepsuitjes is sterk in beweging. Mensen gaan steeds meer in groepsverband op pad in wisselende samenstelling. Het aanbod kent steeds meer spelers naast de traditionele groepsaccommodaties. Ook op het gebied van marketing is de sector in beweging met een veelheid aan boekingsplatforms en groepsaccommodatie-ondernemers die het heft in eigen hand nemen. En tot slot kent ook de belangenbehartiging een roerige tijd met de oprichting van de stichting Groepsaccommodaties Nederland (GAN). GAN is een jonge brancheorganisatie die staat voor de belangenbehartiging en promotie van de op dit moment ca. 100 leden, allemaal ondernemers met één of meerdere groepsverblijven. Gelet op al deze ontwikkelingen heeft GAN het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe strategische visie voor de groepsaccommodaties. Waar staat deze bedrijfstak voor, wat komt er op de ondernemers af en hoe kunnen ze hierop inspelen? Voor de ontwikkeling van deze visie heeft GAN samenwerking gezocht met het Centre of Expertise Leisure, Tourism and Hospitality (CELTH) en de Hogescholen Breda University of Applied Sciences (BUas; voorheen bekend als NHTV) en NHL Stenden, die hiervoor ook haar European Tourism Futures Institute heeft ingezet. De onderwijsinstellingen hebben met inzet van docenten en studenten diverse deelonderzoeken uitgevoerd die als ‘bouwstenen’ voor het proces op weg naar de visie beschouwd kunnen worden. Aanvullend is nog een schriftelijke enquête gehouden onder (450) groepsaccommodaties in Nederland (respons 34%).
DOCUMENT
In deze rede, die een uitwerking is van mijn lectoraatopdracht, wil ik laten zien dat het diverser worden van de Nederlandse samenleving voor nieuwe uitdagingen zorgt in de samenleving, in buurten, in scholen en andere organisaties en daarmee ook vraagt om nieuwe visies op het debat over inte- gratie zoals dat op dit moment wordt gevoerd. Deze rede beoogt een onderbouwing te geven voor de noodzaak het besef te laten doordringen in de hele samenleving dat diversiteit een gegeven en dat dit van ons allemaal, als burgers en als professionals, iets vraagt en in het bijzonder van pro- fessionals, in het Nederlandse onderwijs. Veel meer dan nu het geval is, zouden onderwijsinstellingen jongeren moeten leren dat het accepteren van verschillen de grondslag is van samen leven en werken in een heel divers Nederland nu en in de toekomst. Alleen zo worden noodzakelijke verbindingen tussen mensen, en het vermogen die tot stand te brengen, al op school ontwikkeld. Het antwoord op de vraag waarom aandacht voor diversiteit zo belangrijk is, de titel van deze rede, is de basis van het bestaansrecht van het lectoraat Diversiteitsvraagstukken. Met diversiteitsvraagstukken worden vraagstukken bedoeld die voortkomen uit het leven, studeren en werken in een zeer diverse samenleving, waarbij nadrukkelijk wordt gesteld dat diversiteit an sich niet als probleem wordt beschouwd, maar de vraagstukken die voortkomen uit omgaan met diversiteit daarentegen wel.
DOCUMENT
In dit rapport wordt de impact van maatjesproject friend4friend beschreven voor de regio Noord-Nederland. Centraal staat de vraag hoe friend4friend Noord-Nederland bijdraagt aan de empowerment van de deelnemende jonge Nederlanders en jonge Nieuwkomers. Aan de hand van drie thema’s – verbinden (netwerkvorming), vertrouwen en versterken (veerkracht) – brengen we deze impact in beeld, gebaseerd op interviews met jonge Nederlanders en jonge Nieuwkomers.
DOCUMENT
Binden en boeien van jonge talentvolle medewerkers is dé uitdaging voor het personeelsbeleid van de universiteiten in de komende jaren. Een vergrijzend personeelsbestand gecombineerd met een forse battle for brains door krapte op de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden, hebben ervoor gezorgd dat bij elke universiteit en faculteit jong talent hoog op de beleidsagenda staat. En niet alleen op de agenda, ook in de praktijk wordt er gewerkt aan het binnenhalen en vasthouden van jonge talentvolle wetenschappers. Diverse maatregelen en instrumenten worden ingezet, variërend van Tenure Track tot een loopbaancoach en introductieprogramma’s. Om inzicht te krijgen in de maatregelen die universiteiten nemen voor het werven, selecteren en begeleiden van jonge talenten én welke van deze maatregelen ook daadwerkelijk effectief zijn, heeft SoFoKleS – Sociaal Fonds voor de KennisSector – aan Radboud Universiteit Nijmegen en Hogeschool Utrecht de opdracht gegeven om een staalkaart te maken van het talentbeleid op Nederlandse universiteiten. In het onderzoek is gekeken welk beleid er is ontwikkeld en wat daarvan in de uitvoering terecht komt. Maar bovenal hebben de onderzoekers gekeken naar de behoeften en wensen van jonge talentvolle wetenschappers en naar de mate waarin het beleid en de uitvoering daarvan tegemoet komt aan die behoeften bijbehorende uitvoering die behoeften tegemoet komen.
DOCUMENT
Nederland, Zweden en Vlaanderen kregen sinds 2015 te maken met grote instroom van nieuwkomers. Hoe jonge nieuwkomers worden opgevangen in het voortgezet onderwijs (vo) verschilt sterk. Zo kiezen Zweden en Vlaanderen voor een snelle(re) integratie van nieuwkomersleerlingen in reguliere groepen. In dit artikel vergelijken Berntsen en Hajer de opvangmodellen in genoemde twee landen met het in Nederland gangbare model.
LINK