Achtergrond - De progressie van knieartrose lijkt gerelateerd te zijn aan een hoog extern knieadductiemoment (EKAM), dat gereduceerd kan worden door een aangepast gangpatroon. Doel - Ten eerste is onderzocht welke van vier loopstrategieën het EKAM maximaal verlaagt ten opzichte van comfortabel gaan. Vervolgens is vastgesteld of een maximale EKAM-verlaging altijd wordt gerealiseerd door dezelfde loopstrategie, en of dit kan worden verklaard op basis van de mate waarin de houdingsaanpassing plaatsvindt. Methode - Bij 37 gezonde proefpersonen werd een 3D-ganganalyse gedaan. Na het registreren van het normale gangpatroon werden vier loopstrategieën geïnstrueerd en geregistreerd (Trunk Lean [TL], Medial Thrust [MT], Reduced Vertical Acceleration [RVA] en Toe Out [TO]). Het EKAM en diverse strategiespecifieke kinematica werden berekend voor alle condities. Resultaten - Alle loopstrategieën reduceerden de algehele piek van het EKAM. Hierbij bleken TL en MT de EKAM-piek het meest te reduceren, respectievelijk -35% en -30%. Ook de EKAM-impuls was significant verlaagd door deze strategieën. TO reduceerde de EKAM-puls in de late standfase significant. Er waren duidelijke individuele verschillen zichtbaar. MT verlaagde het EKAM het meest in 43% van de deelnemers, terwijl bij 49% van de deelnemers TL tot de meeste reductie leidde. Hoewel de instructies in beide groepen leidden tot vergelijkbare aanpassing van de kinematica, was de reductie van het EKAM bij uitvoering van dezelfde strategie significant verschillend tussen deze twee groepen. Interpretatie - Hoewel TL en MT het meest effectief waren om het EKAM te reduceren, lijkt individuele selectie van de meest optimale loopstrategie essentieel.
LINK
Interview door Margaret Chotkowski en Jeanette van der Does, onderzoekers bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Inspectie SZW is momenteel bezig met een verkenning naar de problematiek van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) bij werkende mantelzorgers en de rol van werkgevers. Wat (kunnen) zij doen aan de preventie van de problemen door PSA bij deze groep werknemers? Bij PSA gaat het om werkdruk en ongewenste omgangsvormen zoals (seksuele)intimidatie, pesten en discriminatie, zowel door de collega’s en leidinggevende als door bijvoorbeeld klanten.Het lectoraag Gezondheid en Bewegen voert binnen het Topfit project onderzoek uit naar werkende mantelzorgers.
MULTIFILE
Het rapport geeft inzicht in de ervaringen van (een deel van de) zorgvrijwilligers in Amsterdam en in hun wensen en vragen ten aanzien van ondersteuning. Hiermee levert het lectoraat Community Care een (bescheiden) bijdrage aan de actuele discussie rond de mogelijkheden en onmogelijkheden van een grotere inzet van vrijwilligers bij de ondersteuning van en zorg voor mensen met een zorgvraag.
3D betonprinten is een techniek met een grote potentie voor de bouwsector . Het in 2018 geëindigde RAAK-mkb KONKREET project, heeft voor lectoraat Industrial Design en de betrokken partners veel inzichten op gebied van 3D betonprinten opgeleverd. (van Beuren & Vrooijink, 2018) Één van deze inzichten is dat door het laagsgewijs opbouwen van het object bij 3D betonprinten het wapenen nog als uitdaging kan worden gezien. Immers als de wapening er al is wanneer de printkop er langs komt zit deze de printkop in de weg, en wanneer deze later aangebracht moet worden kan het beton al zijn uitgehard. Dit ‘wapeningsprobleem’ zorgt ervoor dat wapening uit het printvlak in-situ niet te realiseren is. Binnen het KONKREET project is hiervoor als oplossing een concept met technisch textiel bedacht om te wapenen. Hierbij kan het vormbare textiel tijdens het printproces tegen het oppervlak worden aangedrukt. De partners van dit project, Ter Steege advies & innovatie en Vertico XL printing, willen bewijzen dat door het concept verder uit te werken een belangrijke drempel van het 3D betonprinten kan worden weggenomen. Het doel is om een methode te ontwikkelen om in-situ wapening in de vorm van technisch textiel te realiseren bij 3D geprint beton. Dit vraagt om een creatieve oplossing. Om dit te doen zijn er 6 projectstappen: 1. Belastingseis vaststellen 2. Geschikt textiel selecteren 3. Methode ontwikkelen voor het aanbrengen van textiel 4. Onderzoek naar binding textiel aan het beton 5. Onderzoek naar de mechanische eigenschappen van het nieuwe materiaal 6. Disseminatie van de opgedane kennis. Belangrijk is om hierbij te benoemen dat het om een verkennend onderzoek gaat waarbij onderzocht wordt of het een kansrijke wapeningsmethode kan zijn.
Artrose is in Nederland de snelst groeiende chronische aandoening, waarbij de knie het meest vaak is aangedaan. Mensen met knieartrose ervaren forse beperkingen in het dagelijks functioneren. Mensen met knieartrose ervaren soms pijn en stijfheid in het kniegewricht als gevolg van herhaalde lokale overbelasting van de aangedane regio in de knie. De geadviseerde fysiotherapeutische behandeling voor knieartrose bestaat uit informeren, leefstijladviezen en oefentherapie, waarin het aanleren van een minder belastend looppatroon een rol speelt. Binnen de behandeling zijn therapietrouw en zelfmanagement, zoals bij elke chronische aandoening, zeer belangrijk en wordt veelal gevraagd dat men in de thuisomgeving oefentherapie uitvoert. Uit diverse studies blijkt dat therapietrouw veelal laag is bij deze groep. Dat beïnvloedt de behandeluitkomsten negatief, gezien de effectiviteit van fysiotherapeutische zorg is voor een groot deel afhankelijk van de mate van therapietrouw. Om de behandeluitkomsten te verbeteren is het belangrijk om therapietrouw en zelfmanagement te vergroten en patiënten thuis aan de slag gaan met beweegadviezen. Daarbij kan real-time feedback op het looppatroon, in de relevante context, in het dagelijks leven, patiënten helpen om hun looppatroon aan te passen. Daarmee zou behandeling van artrose-gerelateerde klachten in potentie effectiever en efficiënter ingericht kunnen worden. Binnen dit KIEM voorstel verkennen we als eerste welke gebruikerseisen en -wensen er bestaan ten aanzien van real-time feedback op het looppatroon, en onderzoeken we of het haalbaar is om met behulp van het dragen van een sensor om gunstige, en ongunstige looppatronen van elkaar te onderscheiden.
Financieel professionals als accountants, boekhouders, belasting-, financiering- en verzekeringsadviseurs moeten een grotere rol spelen in het faciliteren van de verduurzaming bij hun mkb-klanten om te komen tot brede welvaart. Om dat te kunnen doen is meer kennis nodig over duurzaam adviseren en is er behoefte aan uitwisseling van ervaringen en best practices tussen de verschillende typen financieel professionals. Dit onderzoek gaat zorgen voor meer samenwerking tussen verschillende bloedgroepen van financieel professionals door de oprichting van een advieslab. Wij onderzoeken samen met hen de kansen en mogelijkheden die hier liggen, waarbij wij als kennisinstituut ook een impuls kunnen geven aan de (bij)scholing van de diverse beroepsgroepen. Het onderzoek leidt tot een advies hoe de samenwerking voor verdere kennisuitwisseling het beste kan worden vorm gegeven, een overzicht van bestaande instrumenten en tools voor duurzame advisering en een aanzet voor vervolgonderzoek.