Debates about social theory and social policy are highly fragmented and unclear in subject and direction. A recognised paradigm is failing. Maybe we have to accept that social reality is not to reconstruct in social theory. But we certainly need social theorists and social theories to support citizens, policy makers and social workers in improving social reality. Social reality in post modern societies is to be characterized by problematic relationships among citizens and between citizens and the public sector and by a sharp rise in problematic behaviour. The affluent society has failed to create a more sensitive world where people behave more socially. The dominant social problem is no longer seen from a social economic perspective but from a social cultural one. Social competences and social capital are considerer to be essential assets to cope with life in post modern society. For people weak ties and thin trust are essential to integrate into society. Thick trust and strong ties can bind people to much and cause inflexibility. The current social problem is a matter of designing a social world where relationships and behaviour are fair and reasonable. It asks for an interesting and creative social policy and social work, not too much stressing the problematic issues but encouraging people to trust each other. Current social policy is too much focused on the needs and problems. It has to change into a more expressive social policy, a policy that people challenges to express them and to create new relationships. Social behaviour asks for flexibility and creativity, for being authentic and playing roles. Scientists, policymakers, social workers and citizens are in the same field and have access to the same knowledge.
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
Oekraïense vluchtelingen kunnen bij aankomst in Nederland direct participeren op de arbeidsmarkt. Mede hierdoor ligt hun arbeidsparticipatie een stuk hoger dan onder Oekraïense vluchtelingen in Duitsland. Is dit ‘work first’-model daarmee ook een voorbeeld voor andere landen? Het is aannemelijk dat een work-first aanpak een belangrijke bijdrage levert aan de relatief hoge arbeidsparticipatie van Oekraïners in Nederland. Die vaststelling ondersteunt de lopende politieke en maatschappelijke discussie om asielzoekers meer mogelijkheden te geven om tijdens de asielprocedure te werken. De bevindingen over de arbeidsmarktpositie van Oekraïners laten echter ook zien dat zij vooral aangewezen zijn op het flexibele segment van de arbeidsmarkt waar de meeste onder hun niveau werken. Dit is een groot verschil met de situatie in Duitsland. Een van de lessen zou kunnen zijn om in navolging van Duitsland de inburgering ook open te stellen voor Oekraïense ontheemden (Groenendijk, 2023). Oekraïense ontheemden kwamen naar Nederland met de gedachte dat dit tijdelijk zou zijn, en ook het beleid van de Nederlandse overheid is hierop gestoeld. Deze tijdelijkheidsgedachte brengt met zich mee dat langeretermijnoverwegingen nauwelijks een rol spelen in onder meer de oriëntatie op de arbeidsmarkt en de geneigdheid om de taal te leren. Naarmate de oorlog langer duurt, is de kans groot dat Oekraïners zich hier permanent gaan vestigen. Ook dat is een reden om in beleid het perspectief meer te verschuiven in de richting van een settle first-aanpak, die misschien op korte termijn de arbeidsparticipatie inperkt, maar als het goed is in de naaste toekomst tot een betere arbeidsmarktpositie en grotere zelfredzaamheid leidt.
MULTIFILE
De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op verschillen tussen leerlingen zijn groter dan ooit. Het afstemmen op verschillen tussen leerlingen vraagt complexe differentiatievaardigheden en kennis van de leraar, naast het omgaan met praktische uitdagingen. Om te differentiëren maken leraren keuzes ten aanzien van leerdoelen, leeractiviteiten en groeperingsvormen op basis van verwachtingen die zij vormen over individuele leerlingen. Meestal vormen leraren accurate verwachtingen van hun leerlingen. Echter, van gestigmatiseerde groepen leerlingen vormen leraren soms onterecht lage verwachtingen. Deze lage verwachtingen kunnen, onbewust en onbedoeld, het handelen van de leraar beïnvloeden. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe professionalisering leraren het beste kan helpen bij het afstemmen op diversiteit. De praktijkvraag van de betrokken werkveldpartijen is dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering geholpen worden om beter af te stemmen op diversiteit in hun klas?’ In dit project werken een Hogeschool, een Universiteit en drie werkveldpartners samen om deze vraag te beantwoorden in drie deelstudies. Gestart wordt met een onderzoek naar de huidige praktijk; het handelen, de opvattingen, de dilemma’s van leraren worden in kaart gebracht, naast de manier waarop zij verwachtingen vormen. In deelstudie 2 wordt onderzocht welke inhouden en vormen van voortgezette professionalisering leraren als effectief ervaren voor hun ontwikkeling op het gebied van het afstemmen op diversiteit in de klas. In deelstudie 3 wordt een professionaliseringsinterventie ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd wat betreft de effecten op het handelen, de opvattingen, dilemma’s en de vorming van leerkrachtverwachtingen. Daarnaast wordt het effect van de interventie op de mate van ondersteuning die leerlingen van hun leraar ervaren onderzocht. Op basis van de uitkomsten van de drie deelstudies ontwikkelen we een passend professionaliseringspalet voor leraren ten behoeve van het afstemmen op diversiteit in de klas in de vorm van onder meer een routekaart en inspiratiekaarten voor leraren.
In dit project ontwikkelt het HvA-lectoraat Responsible IT in co-creatie met Digital Agency Fonk een werkend prototype van een innovatieve educatieve AI-applicatie, die de taalvaardigheid van kinderen en ouders vergroot. Onderdeel van deze applicatie is een functionaliteit voor taalvereenvoudiging op basis van AI. Dit software-onderdeel analyseert tijdens het lezen het AVI niveau van de lezers en past het verhaal hier automatisch op aan. Met audio- en spraakanalyse worden fouten in o.a. uitspraak, grammatica en woordbegrip gedetecteerd, en het niveau van de tekst automatisch verhoogd of te verlaagd. Door de moeilijkheidsgraad van de tekst langzaam te verhogen wordt de leesvaardigheid verbeterd.
Het doel van dit kennisontwikkelingsproject is het ontwikkelen en uitwisselen van nieuwe kennis omtrent anaerobe fermentatie als kosteneffectieve methode voor het verkrijgen van nieuwe groene bouwstenen voor gefunctionaliseerde polymeren op basis van suikers uit biomassastromen. De kennisontwikkeling en kennisuitwisseling binnen dit EFRO 2019 kennisontwikkelingsproject is ingestoken vanuit een unieke samenwerking tussen experts in de groene chemie van de meest gerenommeerde kennisinstellingen op dit gebied, waardoor het mogelijk wordt om technologie voor anaerobe fermentatie en chemische synthese van groene bouwstenen naar een hoger niveau te brengen. Door het gezamenlijk ontwikkelen en uitwisselen van nieuwe industrieel toepasbare kennis (TRL 3-4) worden mogelijkheden onderzocht voor het ontsluiten en ontwikkelen van innovatieve syntheseroutes naar nieuwe gefunctionaliseerde chemicaliën en polymeren die kunnen concurreren met fossiele polymeren in bestaande toepassingen wat betreft eigenschappen en kostprijs of over nieuwe eigenschappen beschikken die interessant zijn voor toepassing in hoogwaardige marktsegmenten.