In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
Lerende netwerken kunnen een belangrijke katalysator zijn voor leren van, tijdens en over vernieuwing. Zowel bij de lectoraten als bij de onderwijs-instituten van Hogeschool Utrecht (HU) bestaat een veelheid aan begrippen, aanverwante termen en vele varianten daarop. In een gezamenlijk project doen we in een lerend netwerk onderzoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen deze vormen van lerende netwerken, hoe ze bijdragen aan duurzame innovatie en welke theorieën er achter zitten. Vorm is inhoud: het is een lab over labs en daarom hebben we het Overlab gedoopt.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Samenvatting Mensen met een beperking (psychiatrisch, verstandelijk, lichamelijk) wonen tegenwoordig vaker zelfstandig en doen voor hun ondersteuning daarom vaker een beroep op mensen in de buurt waar zij wonen. Dit betekent voor de professionele hulpverleners dat zij een steeds grotere taak krijgen in het versterken van het sociale netwerk van mensen met een beperking, en het (op deze wijze) bevorderen van inclusie in de buurt. In hun werk merken zorg- en welzijnsprofessionals op dat, soms relatief spontaan ingezette of kleine initiatieven succesvol kunnen zijn, maar soms ook niet. De professionals hebben wel ideeën over wat goed werkt en wat niet, maar dit is niet op één centrale plek vastgelegd, en daarbij soms onduidelijk en afhankelijk van de context. Zij vragen zich af hoe ze de informatie die ze elk hebben kunnen bundelen en tot meer inzicht kunnen komen in wat werkt, in welke situatie en in welke context. In het project wordt samengewerkt door de Hogeschool van Amsterdam (AKMI / Lectoraat Community Care), de Sociaal Werkopleidingen van de HvA, de Afdeling onderwijs, jeugd en zorg van de Gemeente Amsterdam, GGD Amsterdam, Cliëntenbelang Amsterdam, Centrum voor Cliëntervaringen (i.s.m. VuMcAmsterdam), De Regenbooggroep, Cordaan en Stichting Prisma. In dit onderzoek zullen drie verschillende buurtgerichte interventies worden getoetst aan de hand van de ‘what works’ principes (wwp). De interventies gericht op het bevorderen van de sociale inclusie van mensen met beperkingen in de buurt worden geëvalueerd door cliënten/ ervaringsdeskundigen, zorg- en welzijnsprofessionals en buurtbewoners. Voor dit onderzoek is gekozen voor ‘realis evaluation’, waarin niet het effect op zich wordt onderzocht, maar de werkzame elementen van een interventie. Belangrijke opbrengsten van het project zijn: 1) het determineren en beschrijven van werkzame elementen die leidend kunnen zijn voor het bedenken en/of beoordelen van initiatieven om de netwerken van mensen met een beperking in de buurt te versterken; 2) op basis daarvan een handreiking bieden voor professionals.
Wijkbewoners krijgen meer invloed in het vormgeven van de leefomgeving. Steeds vaker krijgen ze de mogelijkheid om het initiatief te nemen en werk over te nemen van professionals werkzaam in organisaties met publieke taken. Dit gaat echter niet vanzelf. Vandaar dat Versa Welzijn, het lectoraat Participatie & Stedelijke Ontwikkeling en het Mr. Roelsefonds de handen ineen willen slaan.Doel In dit project onderzoeken we op welke wijze het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van wijkbewoners kan worden vergroot met als doel de sociale basis en daarmee het welzijn en de gezondheid van mensen in de wijk te versterken. Resultaten We willen inzichtelijk maken in hoeverre en op welke manier het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van bewoners zich ontwikkelt. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in een grotere betrokkenheid van bewoners bij maatschappelijk uitdagende vraagstukken in de wijk. We ontwikkelen daarnaast handvatten om professionals die werkzaam zijn bij de gemeente en binnen de wijk te ‘scholen’ om een meer ondersteunende en faciliterende rol te nemen ten aanzien van bewonersinitiatieven. Looptijd 01 januari 2023 - 31 december 2027 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee fasen: In fase 1 van het project brengen we de context van Hilversum Zuidwest, specifiek met betrekking tot de inwonersgroepen die actief zijn, in kaart. Het doel van deze fase is om te onderzoeken (a) welke latente talenten en capaciteiten bij bewoners binnen de wijk aanwezig zijn, (b) welke netwerken van bewoners er reeds actief is en (c) welke initiatieven al ontplooid worden. Fase 2 van het project betreft het uitvoeren van participatief actieonderzoek samen mét bewoners en sociale professionals. Cofinanciering Het onderzoek wordt gesubsidieerd door het Mr Roelsefonds.