Het afgelopen decennium is sport steeds meer veranderd van een activiteit meteen intrinsiek doel naar een middel om andere doelen na te streven. Niet alleenindividuele sporters willen afvallen, gespierder worden of juist gezonder, ookde overheid verwacht van verenigingen dat zij maatschappelijke taken uitvoeren.Verenigingen worden geacht de leefbaarheid in de wijk te vergroten doorsociale cohesie en integratie te bevorderen. Ook worden verenigingen geachtmensen te stimuleren aan sport te doen. Er wordt vaak geparticipeerd in sportstimuleringsprojecten om specifieke doelgroepen aan het sporten te krijgen en te houden. Hierbij komt dat de overheid ontdekt dat de lange termijn effecten van veel sportstimuleringsprojecten momenteel te beperkt zijn. Om te komen tot duurzame sportstimulering, lijkt de bal te liggen bij de maatschappelijk verantwoorde sportvereniging.
DOCUMENT
Presentatie aan directeuren, Vereniging Hogescholen, HEO Sector 6 maart 2015.
DOCUMENT
Met Situatiegericht inzamelen de kledingafvalberg te lijf. Voor u ligt het adviesrapport, dat is ontstaan door het uitvoeren van onderzoek door studenten aan drie verschillende hogescholen in Nederland: Utrecht, Rotterdam en Zuyd. De uitkomsten van het onderzoek dat de studenten verrichtten, is met resultaten van eerdere onderzoeken vergeleken door onderzoekers van het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen aan de Hogeschool Utrecht. Hieruit is dit adviesrapport opgesteld. De resultaten uit de onderzoeken van de studenten en van al bestaande rapporten komen in dit verslag samen tot een advies aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Hoewel voor dit resultaat met name een inspanningsverplichting gold, brengt het resultaat een belangrijke eerste inzicht en daarmee een boodschap aan de (Vereniging) Nederlandse Gemeenten. Het advies is slechts een richtlijn, omdat de resultaten voortgekomen zijn uit zeer beperkte casus-bestudering.
DOCUMENT
Het lectoraat Familiebedrijven van hogeschool Windesheim en het lectoraat Automotive Research van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) richten zich samen met BOVAG in dit project op de volgende onderzoeksvraag: ‘Wat is de adviesbehoefte van kleine familiebedrijven in de autobranche en hoe worden zij in deze adviesbehoefte voorzien?’ Kleine familiebedrijven hebben net als andere bedrijven te maken met maatschappelijke uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en digitalisering van producten en klant/leverancierscontact. Deze ontwikkelingen vragen om aanpassingen in het business model om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen. Waar grotere bedrijven veelal beschikken over interne competenties of middelen om zich door externen te laten helpen om hun bestaansrecht te continueren, is dit bij kleinere (familie)bedrijven minder het geval. In kleine familiebedrijven wordt hard gewerkt in de zaak, in plaats van aan de zaak, en is de beschikbaarheid van financiële middelen voor extern advies, beperkt. Het aanspreekpunt voor kleine familiebedrijven is veelal beperkt tot de boekhouder (administratiekantoor of accountant) (Barbera & Hasso, 2013). Doel van dit project is om de adviesbehoefte van kleine familiebedrijven (tot 10 FTE) in de mobiliteit sector en de bestaande advies-infrastructuur in kaart te brengen. Binnen deze sector zijn ruim 8.000 onafhankelijke autobedrijven actief, waarvan ruim een derde (3.200 bedrijven) is aangesloten bij de branchevereniging BOVAG. Van alle onafhankelijke autobedrijven die zijn aangesloten bij BOVAG heeft 70% minder dan 4 werknemers in dienst. Middels verdiepende interviews en focusgroepen worden de adviesbehoeften en de wijze waarop in deze adviesbehoeften wordt voorzien in kaart gebracht. Als vervolg op dit project kan een groter (RAAK-MKB) project worden gestart om de adviesinfrastructuur beter aan te laten sluiten op de adviesbehoeften van kleinere familiebedrijven in meerdere bedrijfstakken. Hiermee leveren de consortium partijen een bijdrage aan het versterken van de vitaliteit van kleine familiebedrijven.
Chronische pijn is een groot, complex en duur probleem en heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van patiënten, dagelijks functioneren, stemming en ziekteverzuim. Er zijn verschillende interventies ontwikkeld die met name gericht zijn op het beïnvloeden en veranderen van het gedrag waarbij zelfmanagement een belangrijke rol speelt. Echter het bestendigen van resultaten op lange termijn blijkt een groot probleem en leidt zelfs tot terugval naar “oud” gedrag waardoor patiënten opnieuw vaak kostbare hulp gaan zoeken. Er zijn twee additionele interventies ontwikkeld in een eerder RAAK-project (SOLACE) ter voorkoming van deze terugval: “Do It Your Self” en “Waarde gerichte Doelen” , echter de werkzaamheid van deze interventies op de lange termijn is niet onderzocht. Een eerste feasibility studie lijkt veelbelovend met positieve effecten naar de bruikbaarheid van deze interventies in de betrokken revalidatiecentra. Vanuit dit werkveld maar ook vanuit de patiënten kwam nadrukkelijk de vraag om deze interventies op effectiviteit te toetsen. Dit heeft geleid tot de onderzoeksvraag; “Is een additionele interventie (do it yourself en/of waarde gerichte doelen) gericht op het blijven toepassen van aangeleerde vaardigheden na een succesvol doorlopen pijn programma effectief in het bestendigen van de resultaten op de lange termijn en leidt dit tot een afname van het zorggebruik.” Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee werkpakketten; (1) het ontwikkelen van een bruikbare app voor de ontwikkelde interventies in samenwerking met DIO Design en (2) een effectiviteit studie in de revalidatiecentra Adelante in Hoensbroek en Maastricht, Libra R&A locatie Weert en Heliomare Revalidatie in Wijk aan Zee. De doelstelling van het consortium is om de samen met zorgprofessionals, patiënten, beroepsvereniging en ontwerpers een product ter voorkoming van terugval verder te ontwikkelen en te toetsen. Na afronding van dit project zijn de op effectiviteit getoetste additionele interventies, DIY en WD, klaar om landelijk te worden uitgerold.
Veel patiënten met chronische pijn vallen na revalidatie toch een keer terug naar ‘oud’ gedrag. In het project SOLACE zijn twee strategieën ontwikkeld om terugval te voorkomen. Deze interventies leken effectief in de betrokken revalidatiecentra. Maar werken ze ook op de lange termijn?Doel Het doel van project Agrippa (Additional intervention for self-management in chronic pain patients) is om strategieën die terugval na revalidatie voorkomen verder te ontwikkelen en te toetsen. Dit doen we samen met zorgprofessionals, patiënten met chronische pijn, beroepsverenigingen en ontwerpers. Na afronding van dit onderzoek kunnen de strategieën landelijk in de praktijk worden gebracht. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 februari 2019 - 01 februari 2021 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: 1. We ontwikkelen een app waarin de twee interventies ‘Do It Your Self’ en ‘Waardegerichte Doelen’ worden opgenomen. 2. We toetsen de effectiviteit van de app in drie revalidatiecentra. Meer informatie Voor meer informatie bezoek je de uitgebreide projectpagina Agrippa.