Dit onderzoeksrapport richt zich op de bevordering van economische zelfstandigheid bij vrouwen in Amsterdam Nieuw-West, met specifieke aandacht voor de rol van het ontwikkelingscentrum Vrouw en Vaart. Het rapport onderzoekt de factoren die bijdragen aan of belemmeren de arbeidsmarktpositie van vrouwen, met een focus op vrouwen met een migratieachtergrond. Door middel van storytelling-workshops werden ervaringen van 19 (voormalige) deelnemers verzameld. De resultaten benadrukken dat Vrouw en Vaart niet alleen praktische vaardigheden en educatieve programma's biedt, zoals taallessen en beroepsopleidingen, maar ook een veilige sociale gemeenschap creëert die zelfvertrouwen en persoonlijke ontwikkeling bevordert. Het rapport identificeert belemmeringen zoals taalproblemen, sociale isolatie en traditionele rolpatronen, en belicht helpende factoren, waaronder sociale steun, toegang tot kinderopvang en empowerment.De studie concludeert dat Vrouw en Vaart een significante bijdrage levert aan de persoonlijke en economische ontwikkeling van vrouwen, en biedt aanbevelingen voor het versterken van de impact, zoals verdere investering in taalprogramma's, flexibele activiteitenschema's en samenwerking met lokale werkgevers. Verdere studies zijn nodig om de langetermijnimpact op de arbeidsmarktpositie te evalueren. Dit onderzoek onderstreept het belang van sociale maatschappelijke organisaties bij het bevorderen van gelijkheid en economische inclusie.
LINK
Lezing over het gebrek aan aandacht voor vrouwen in de reproductieve genetica en het stamcelonderzoek.
DOCUMENT
In dit onderzoek stond de vraag centraal hoe vrouwen praten over hun ervaringen met de overgang in de context van het werk op Hogeschool Utrecht. Met deze vraag sluiten wij aan bij de roep om meer kwalitatieve studies die de verhalen van vrouwen in de overgang specifiek in de context van werk centraal stellen
DOCUMENT
Alcoholgebruiksstoornis (AUD) is een groot probleem. Alleen al in de USA zijn er 15 miljoen mensen met een AUD en meer dan 950.000 Nederlanders drinkt overmatig. Wereldwijd is 3-8% van het aantal sterfgevallen en 5% van alle ziektes en letsels toe te schrijven aan AUD. Zorg staat voor uitdagingen. Zo krijgt meer dan de helft van de AUD-patiënten binnen een jaar na behandeling een terugval. Een oplossing hiervoor is de inzet van Cue-Exposure-Therapy (CET). Daarbij worden cliënten blootgesteld aan triggers d.m.v. objecten, mensen en omgevingen die zucht opwekken. Om op een realistische, veilige en gepersonaliseerde manier deze triggers te ervaren, wordt Virtual Reality ingezet (VRET). Op die manier worden coping-vaardigheden getraind om verlangen naar alcohol tegen te gaan. De effectiviteit van VRET is (klinisch) bewezen. De komst van AR-technologieën roept echter de vraag op om mogelijkheden van Augmented-Reality-Exposure-Therapy (ARET) te onderzoeken. ARET geniet dezelfde voordelen als VRET (zoals een realistische veilige ervaring). Maar omdat AR virtuele-componenten in de echte omgeving integreert, waarbij het lichaam zichtbaar is, roept het vermoedelijk een ander type ervaring op. Dit kan de ecologische validiteit van CET in de behandeling vergroten. Daarnaast is ARET goedkoper te ontwikkelen (minder virtuele elementen) en hebben cliënten/klinieken gemakkelijker toegang tot AR (via smartphone/tablet). Bovendien worden nieuwe AR-brillen ontwikkeld, die nadelen zoals een te klein smartphone-scherm oplossen. Ondanks de vraag vanuit behandelaars, is ARET nog nooit ontwikkeld en onderzocht rondom verslaving. In dit project wordt het eerste ARET-prototype ontwikkeld rondom AUD in de behandeling van alcoholverslaving. Het prototype wordt ontwikkeld op basis van Volumetric-Captured-Digital-Humans en toegankelijk gemaakt voor AR-brillen, tablets en smartphones. Het prototype wordt gebaseerd op RECOVRY, een door het consortium ontwikkelde VRET rondom AUD. Een prototype-test onder (ex)AUD-cliënten zal inzicht geven in behoeften en verbeterpunten vanuit patiënt en zorgverlener en in het effect van ARET in vergelijk met VRET.
CROSS. Een modieuze veiligheidsschoen die bedoeld is voor vrouwen. Deze schoen is ideaal voor vrouwen die moeten wisselen van schoeisel en dit zat zijn. De CROSS schoen zal een compromisloze veiligheidsschoen worden waarbij gekeken wordt naar comfort, stijl én veiligheid in plaats van het conventionele principe: op de eerste plaats veiligheid en daarna comfort en geheel verwaarloosbaar de stijl van de schoen. De CROSS veiligheidsschoen onderscheidt zich door haar veilige, tijdbesparende en representatieve modieuze look gedurende de gehele dag.
Het DIEET project onderzocht hoe de eerstelijns diëtetiek effectief en toekomstbestendig zou kunnen zijn: meetbaar en stuurbaar. In het project is onderzocht wat de succes- en faalfactoren zijn in het handelen van de diëtist tijdens het eerste consult met een patiënt. Door observaties van 605 consulten bij 237 diëtistenpraktijken in heel Nederland zijn potentiele predictoren in kaart gebracht. Op basis van deze predictoren (zoals bijv. een directieve houding van de dietist tijdens het consult) en het vaststellen van een effectieve behandeling na 9 maanden is een model ontwikkeld. Het model bleek echter minder eenvoudig dan gedacht, en de verklaring daarvoor is eigenlijk wel eenvoudig: diëtetiek is MAATWERK. Zo bleek bijvoorbeeld dat bij oudere mannen de directieve houding van de diëtist wel samen gaat met een effectieve behandeling, bij jonge vrouwen werkt motivational interviewing beter. Dit is voor de diëtetiek (en volgens onze voorzichtige inschatting ook andere beroepsgroepen) volstrekt unieke informatie. Deze resultaten hebben we nog een keer kwalitatief met de Stuurgroep van het RAAK-MKB project DIEET besproken en unaniem besloten dat de impact van dit product (model) voor de praktijk heel groot is. Deze nieuwe inzichten zullen ook verwerkt worden in de nieuwe druk van het boek (landelijk lesmateriaal diëtetiek opleidingen) dat is ontwikkeld (Neelemaat F, Ozturk H, Weijs P. Kritisch Redeneren in de Diëtetiek; bol.com). Het ontwikkelde model bleek door het maatwerk fors ingewikkelder dan vooraf ingeschat. Dit model kan echter in een web-based applicatie worden ingebouwd en de predictoren kunnen worden ingevoerd. Met deze applicatie kan bij elke diëtetiek (paramedische) stage en bij elke diëtist professional een scan worden gedaan op effectief handelen. Bij de studenten zal een relatie worden gelegd met het stagecijfer en bij de professionals met de effectieve behandeling na 9 maanden. Implementatie van de webbased applicatie in de eerstelijns diëtetiek praktijk zal meteen breed worden ingezet. Echter onderdeel van deze aanvraag is een interventie en controle groep, waarbij de interventie groep wel feedback krijgt op basis van de score en de controle groep niet. De snelle feedback (na het consult en niet pas na 9 maanden) is namelijk de sleutel tot succes. Top-up subsidie is nodig om voor het bestaande model een web-based tool te ontwikkelen en ontsluiting naar onderwijs en beroepspraktijk te bevorderen. Om in de toekomst goed gebruik van de tool door professionals, onderzoekers, studenten en docenten mogelijk te maken, is een geïntegreerde web-versie van de tool wenselijk waarin nieuwe updates eenvoudig kunnen worden doorgevoerd. Tot slot kan met Top-up de tool beter ontsloten worden voor de praktijk en voor inzet in het onderwijs door het maken van enkele goede casus beschrijvingen en het presenteren van de tool door middel van bijvoorbeeld workshops. Door Top-Up op deze manier in te zetten krijgt de doorwerking van de resultaten van het RAAK-project een flinke extra impuls.