De sociale veiligheid wordt zowel personeel als bezoekers merendeels positief beoordeeld. Echte knelpunten in de zin van lokale situaties waar nodig iets aan moet gebeuren zijn niet uit het onderzoek gebleken. Wel is er een meer algemeen knelpunt uit het onderzoek naar voren gekomen ten aanzien van de sociale veiligheid: dit ligt in het parkeren voor personeel met avond- en nachtdienst. Deze medewerkers beoordelen de veiligheidssituatie op het buitenterrein negatief en willen liever in de garage parkeren omdat ze dat veiliger vinden.Ten aanzien van de verkeersveiligheid zijn er wél enkele knelpunten in de zin van lokale situaties waar nodig iets aan moet gebeuren uit het onderzoek gebleken. De knelpunten betreffen de verkeerscirculatie in de garage: het tegen de aangegeven rijrichting inrijden na het passeren van de slagboom, de verkeerde oriëntatie van parkeervakken in een tweetal parkeerzones en de tekorten in de zichtbaarheid van de aangegeven verkeerscirculatie. Deze knelpunten hangen in zekere mate samen met de overzichtelijkheid, oriëntatiemogelijkheden en bewegwijzering in de garage. Dit zijn factoren die ook op de sociale veiligheid invloed hebben. Verlichting is NIET het knelpunt in de veiligheidsbeleving. Dat is eerder de stilte, dat wil zeggen de afwezigheid van andere gebruikers op stille uren.Uit het onderzoek zijn geen knelpunten of wensen voor maatregelen op specifieke plekken gekomen; de klachten en opmerkingen gelden op hoofdlijnen voor de gehele parkeervoorziening (buitenterrein, garage). Aanpassing van verlichting op specifieke plekken is niet aan de orde. Voor het gehele buitenterrein en voor de gehele garage zal desgewenst een nieuw verlichtingsconcept moeten worden ontwikkeld.Indien ervoor gezorgd kan worden dat het buitenterrein na afloop van het bezoek uur ‘s avonds geheel (of vrijwel geheel) leeg is, is het mogelijk om een nieuw verlichtingsconcept door te voeren op het terrein, dat uitgaat van (veel) minder verlichting. Dit voorkomt verspilling van energie terwijl tegelijkertijd niemand er last van heeft, omdat niemand meer op het buitenterrein hoeft te zijn. ‘Dynamisch dimmen’ heet dit concept. Wanneer er ondanks aanpassingen in de parkeerregeling toch mensen op het buitenterrein moeten zijn, schakelt de verlichting weer op. Ook in de garage kan dit concept worden doorgevoerd.Het is een voordeel dat het Deventer Ziekenhuis de parkeervoorzieningen volledig zelf exploiteert (geen exploitatie door een externe partij). Dat geeft de mogelijkheid om een deel van de plaatsen in de garage toe te wijzen aan personeel. (Bij exploitatie door een externe partij zal deze eisen dat de garage in zijn geheel voor bezoekers beschikbaar is, omdat die de hoogste tarieven betalen).Wanneer er in de garage voldoende plaatsen beschikbaar zijn voor personeel met avond- en nachtdienst, ontstaat de situatie dat na afloop van het bezoekuur ’s avonds het buitenterrein (vrijwel) leeg is en kan daar met gerust hart het concept ‘dynamisch dimmen’ worden toegepast.Bewegwijzering, oriëntatiemogelijkheden en kleurstelling zijn bijkomende aspecten die de veiligheidsbeleving mede bepalen. Bezoekers waarderen deze aspecten laag, met name in de garage. Het personeel ziet in deze bijkomende aspecten minder een probleem. Door deze aspecten aan te pakken, is te verwachten dat de veiligheidsbeleving van bezoekers (nog) verder toeneemt.
MULTIFILE
Veel ouderen ervaren tijdens en na ziekenhuisopname functieverlies. ‘Function Focused Care in Hospital’, ook wel bekend als bewegingsgerichte zorg, is een interventie gericht op het voorkomen en verminderen van functieverlies bij ouderen tijdens een ziekenhuisopname. Verpleegkundigen moedigen patiënten aan tot actieve betrokkenheid in de dagelijkse zorgmomenten.Doel Doel van dit project is de effectiviteit bepalen van Function Focused Care in Hospital op het fysiek functioneren van patiënten die opgenomen zijn in de Nederlandse ziekenhuizen. Resultaten Nederlandstalig scholingsprogramma en handboek van de Function Focused Care in Hospital-benadering voor de ziekenhuissetting; Een evaluatie van het proces en de uitkomsten van de Function Focused Care-benadering. Looptijd 01 november 2020 - 31 oktober 2025 Aanpak Er is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd, die uitwees dat de interventie geschikt is voor de Nederlandse praktijk. Op de neurologische en geriatrische afdelingen van drie ziekenhuizen is Function Focused Care in Hospital in de dagelijkse zorg geïmplementeerd en geëvalueerd op effectiviteit. Over de interventie Function Focused Care (FFC) is een zorgbenadering waarin verpleegkundigen patiënten actief betrekken bij alle zorgmomenten om hun fysiek functioneren te optimaliseren. Eerder onderzoek heeft laten zien dat FFC een positief effect heeft op fysieke activiteit, mobiliteit en ADL bij ouderen in de wijk en de langdurige zorg. Ook laten studies in de acute zorg belovende resultaten zien van FFC op fysieke activiteit en mobiliteit bij ouderen opgenomen in het ziekenhuis. Voorbeelden van zorg volgens de FFC-benadering zijn met de patiënt naar de badkamer lopen in plaats van wassen op bed, of de maaltijd aan tafel nuttigen in plaats van zittend in bed eten. De essentie van FFC is het behouden of, indien mogelijk, verbeteren van het fysieke functioneren. Tijdens de hele ziekenhuisopname wordt de patiënt aangemoedigd meer tijd te laten besteden aan fysieke activiteit op een op de patiënt aangepast niveau. Co-financiering Het project wordt mede gefinancierd door ZonMW, projectnummer 520002003.
Hoe kan zorgvernieuwing structureel en efficiënt gerealiseerd worden door inzet van 3D-technieken en welke praktische medische vraagstukken worden hiermee opgelost? Dat was een vraag die voortkwam uit experimenten van MST (afdeling Radiotherapie) voor het KIEM-project ‘Zorgvernieuwing door de inzet van 3D’. Hierin is onderzoek gedaan naar state-of-the-art 3D-technieken in de zorg. Op basis hiervan is een roadmap ontwikkeld waarin de kansen voor MST zijn samengevat. Dit heeft MST-intern geleid tot intensieve discussies over de vraag HOE deze 3D-technieken gerealiseerd kunnen worden in de huidige workflow. Uit de roadmap is een selectie gemaakt waar 3D-technieken een duidelijke meerwaarde kunnen bieden, als deze goed geïntegreerd kunnen worden met de ontwikkelende workflow binnen het in het KIEM-project opgezette Medisch-3D-Printlab bij het MST. De uitdaging is enerzijds om 3D-printen succesvol te introduceren en implementeren in de bestaande workflow van verschillende afdelingen in het ziekenhuis, waardoor innovatie in de zorg plaatsvindt en de kwaliteit van deze zorg verbeterd kan worden. Anderzijds een volgende stap in de mogelijkheden van 3Dprinten te verkennen: combinatie harde-zachte materialen. Het MST, Saxion Lectoraat Industrial Design en FabLab Enschede slaan de handen ineen, samen de met nieuwe partners uit de regio Siemonsma Tandtechniek en LAYaLAY om 3D-technieken daadwerkelijk te implementeren binnen de complexe wereld van het ziekenhuis. Doel van dit project is drieledig: 1) Implementatie van nieuwe 3D-technieken uit de roadmap en deze te optimaliseren aan de hand van praktijkcasussen. 2) Het verkennen van kansen binnen verschillende medische disciplines alsmede nieuwe 3Dscan/ printtechnieken (combinatie van harde-zachte materialen). 3) Het bijeenbrengen van nieuwe kennispartners en andere specialismen om dit thema grootschalig uit te werken in een vervolgproject.
Kwetsbare thuiswonende ouderen met een acute zorgvraag worden regelmatig opgenomen in het ziekenhuis. Het voorkómen van een onnodige acute opname is belangrijk. Een acute opname leidt namelijk vaak tot negatieve uitkomsten voor ouderen, zoals het vergroten van kwetsbaarheid, lichamelijke achteruitgang en functieverlies. Uit meerdere gespreksrondes met wijkverpleegkundigen blijkt dat zij het lastig vinden om de medische urgentie van een acute zorgvraag van ouderen goed in te schatten, en zodanig over te dragen naar de huisarts, zodat deze de urgentie begrijpt en oppakt. Ambulancezorgprofessionals geven aan dat zij de medische toestand juist goed in beeld hebben, maar de ondersteuningsbehoefte bij kwetsbare oudere moeilijk in kunnen schatten en niet weten wiens verantwoordelijkheid het is om de ondersteuningsbehoefte aan over te dragen. Beide disciplines kunnen van elkaar leren. Met dit project beogen wij door ontwerpgericht onderzoek kennisuitwisseling tot stand te brengen en nieuwe toepasbare kennis en handvatten te ontwikkelen om de handelingsverlegenheid van wijkverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals bij kwetsbare ouderen te verminderen. Hiermee dragen we bij aan het oplossen van de knelpunten in de acute zorgverlening voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie en ondersteunen we maatschappelijke ontwikkelingen gericht op het organiseren van zorg dicht bij de patiënt. De eerste stap van het plan van aanpak is om knelpunten en oorzaken verder in kaart te brengen, met behulp van een PRISMA-analyse van echte ‘vastgelopen’ casuïstiek van kwetsbare ouderen met een acute zorgvraag. Vervolgens worden instrumenten in kaart gebracht via een rapid literatuurreview, aangevuld met via een enquête verkregen gegevens onder professionals in Nederland. Deze informatie wordt verwerkt in een drietal ontwerpsessies, waarbij handvatten voor wijkverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals in co-creatie worden ontwikkeld. Vervolgens worden deze handvatten in een pilot getest op haalbaarheid. Met deze uitkomsten worden handvatten zo nodig aangepast en vervolgens verspreid onder betrokken professionals via diverse kanalen, kennissessies en in het HBO-onderwijs opgenomen.