In augustus 2008 is de Philips-vestiging van Hoogeveen verhuisd naar Drachten. Bij deze verhuizing zijn circa 200 medewerkers overgeplaatst. Bij een dergelijke verhuizing biedt Philips haar medewerkers de mogelijkheid om gebruik te maken van een verhuisregeling.Aanleiding voor dit onderzoek zijn het lage aantal verhuizingen van de medewerkers naar Drachten, slechts 10% is daadwerkelijk verhuisd. Philips wil graag dat medewerkers woonachtig zijn binnen een straal van 35 km vanaf de Philips-vestiging. Het doel van de opdrachtgever is om het beleid bij verhuizen te toetsen en waar deze verbeterd kan worden te verbeteren. Dit onderzoek bevat daarom informatie waarmee Philips in de toekomst haar verhuisbeleid kan verbeteren. Philips medewerkers zullen dan bij overplaatsingen eerder geneigdzijn mee te verhuizen naar de nieuwe werkomgeving.Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
Medewerkers spelen een cruciale rol in het veranderproces naar een meer klantgerichte organisatie. Een gebrek aan klantgerichtheid ontstaat vaak als medewerkers zich niet meer verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van het eigen werk. Laat staan voor het werk van hun collega’s. Ondanks het feit dat medewerkers zo’n belangrijke rol spelen in het veranderproces, beginnen veel organisaties met het verbeteren van systemen en processen. Dit lijkt misschien een logische keuze, maar dat is het niet.
LINK
Het lectoraat Talentontwikkeling in Hoger Onderwijs en Samenleving heeft tijdens de coronacrisis onderzoek gedaan naar het welzijn van docenten en andere medewerkers en naar de impact van de coronacrisis op het onderwijs. In juni 2021 en januari 2022 zijn vragenlijsten afgenomen. Op deze poster staat een deel van de resultaten uit de tweede vragenlijst. Deze vragenlijst is ingevuld door 525 docenten en 772 overige medewerkers.
DOCUMENT
DOEL Inzicht krijgen in de relatie tussen de leerstrategie van groepen lageropgeleide medewerkers, de ervaren knelpunten bij veranderingsprocessen en de wijze waarop zorgorganisaties deze knelpunten kunnen verminderen. METHODE Het onderzoek is uitgevoerd volgens de Grounded Theory binnen vier zorgorganisaties, bestaande uit meerdere verpleeg- en verzorgingshuizen. Gegevens zijn verzameld via interviews met leidinggevenden en medewerkers, een vragenlijst over de teamsamenstelling en een documentenstudie. RESULTAAT Lageropgeleide medewerkers leren op concrete en actieve wijze. In combinatie met een beperkt analytisch vermogen belemmert dit de ontwikkeling van leerfuncties, als verdieping van vakkennis, probleemoplossend vermogen en reflectieve en communicatieve vaardigheden. Dit verklaart ervaren knelpunten als het niet signaleren van problemen of het niet plannen, uitvoeren of evalueren van een verandering. Inspelen op de leerstrategie, door leiderschap en actieve scholingsvormen op de werkplek, stimuleert de ontwikkeling van leerfuncties. Daarnaast hebben een organische organisatiestructuur en een ontwikkelingsgerichte omgeving een positieve invloed op veranderingsprocessen. CONCLUSIE Het onderzoek verbindt bestaande theorieën over (collectief) leren tot één theorie en vult deze aan met nieuwe inzichten. De ontwikkelde theorie leidt tot aanbevelingen voor praktijk en vervolgonderzoek.
DOCUMENT
Veel zorginstellingen streven een lerende organisatie na om in te kunnen spelen op een veranderende omgeving. Deze literatuurstudie onderzoekt de haalbaarheid van dit concept binnen zorgorganisaties waar hoofdzakelijk lager opgeleide medewerkers werken, door de leerstrategie van lager opgeleiden te belichten. Daarnaast is het doel enkele begrippen te verduidelijken als voorbereiding op vervolgonderzoek. De resultaten tonen een veelheid aan definities van vaak abstracte begrippen omtrent leren binnen een organisatie. Verder kan geconcludeerd worden dat lager opgeleiden een concrete en actieve leerstrategie hanteren en dat zij bepaalde leervermogens onvoldoende ontwikkelen. Dit belemmert de ontwikkeling naar een lerende organisatie. Enkele aanbevelingen worden gedaan om het leren op de werkplek te stimuleren en voor vervolgonderzoek.
DOCUMENT
Op basis van 19 semigestructureerde interviews met medewerkers verdeeld over de domeinen is opgetekend wat zij onder studentengagement verstaan, wat zij ondernemen en welke (on)mogelijkheden zij zien. Deze factsheet laat zien dat de termen die vielen o.a. betrokkenheid, binden en intrinsieke motivatie waren. Ook staan de vier soorten engagement die in de literatuur te onderscheiden zijn, vermeld. Daarnaast een overzicht van activiteiten om betrokkenheid te beïnvloeden, tips om engagement te vergroten en welke uitdagingen daarbij komen kijken.
MULTIFILE
Full text via link. MBO Utrecht Academie Welzijn (niveau 3 en 4) en de Utrechtse buurtteamorganisatie Lokalis willen komen tot een samenhangende aanpak voor MBO-studenten met psychische problemen, gericht op inclusie en het voorkomen van uitval. Hiervoor is allereerst een gezamenlijke visie op de integrale begeleiding en ondersteuning van MBO-studenten met psychische problemen ontwikkeld, met de jongeren en ouders zelf, studieloopbaanbegeleiders en andere MBOmedewerkers, medewerkers van het Buurtteam MBO, en andere externe hulpverleners en betrokkenen. In deze visie worden de verschillende perspectieven (student, onderwijs, hulp en gemeente) in één conceptueel kader verenigd, als gemeenschappelijke basis voor een samenhangende aanpak.
LINK
Het programma “Pinot Gris” helpt medewerkers van 55 jaar en ouder om bewust om te gaan met het resterende deel van hun loopbaan. De gedachte is dat oudere medewerkers die zich beter bewust zijn van hun kwaliteiten en drijfveren en op basis daarvan beslissingen nemen over hun loopbaan, productiever en gemotiveerder blijven. Het programma is opgezet en uitgevoerd binnen Hogeschool Inholland en heeft inmiddels drie maal plaatsgevonden. Dit artikel doet verslag van een evaluatieonderzoek naar de effectiviteit van het programma.
DOCUMENT
In een verkennend onderzoek, bestaande uit een literatuurstudie en interviews met dertien pedagogisch coaches zochten we een antwoord op de volgende vragen. Op welke inhouden en op welke manier wordt er vooral gecoacht en welke ervaringen hebben de pedagogisch coaches tot nu toe? En hoe kan deze functie worden ingevuld, zodat deze bijdraagt aan de kansrijke ontwikkeling van kinderen? Hierbij is met name onderzocht op welke inhouden en op welke wijze pedagogisch medewerkers worden gecoacht door pedagogisch coaches. De focus ligt hierbij op de coaching van pedagogisch medewerkers die werken met het jonge kind (0-4 jaar). Het doel van dit onderzoek is om meer richting te geven aan de inhoud van coaching en good practices op dit vlak te delen.
DOCUMENT