Bij het Caribische eiland Saba wordt hard gewerkt aan een kunstmatig koraalrif. Het gaat slecht met het koraal en dit kunstmatige rif moet de biodiversiteit onder water weer op peil krijgen. Bevat geluidsfragment met telefonisch interview met Alwin Hylkema, onderzoeker aan het lectoraat Kust- en Zeemanagement van hogeschool Van Hall Larenstein.
LINK
Een taal die iedereen begrijpt, ook mensen die minder taalvaardig zijn - Koraal en de Universiteit van Amsterdam zijn die aan het ontwikkelen: Taal voor allemaal. Andere partijen, waaronder overheden, doen mee. U ook?
LINK
Het project ‘(Be)Leef in de wijk’ Het project is gestart in januari 2015 en afgerond in maart 2017. Het project is uitgevoerd door een consortium van Coöperatie KenVaK (Zuyd Hogeschool, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, NHL-Stenden Hogeschool, Hogeschool Leiden), Trimbos-instituut en de praktijkinstellingen Koraal Groep, STEVIG en Idris. Hulpverleners, studenten en docentonderzoekers werkten in co-creatie samen. Het project is gesubsidieerd door Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.
DOCUMENT
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen en zijn herbivore sleutelsoorten verdwenen. Het rif wordt overwoekerd met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem door middel van “Building with Nature” te herstellen. Artificiële riffen worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en op de Saba bank. Van Hall Larenstein, STENAPA, SCF, IMARES, CNSI en Golden Rock Dive Centre werken samen in het AROSSTA (Artificial Reefs on Saba and Statia) project om deze vraag te beantwoorden. Hiervoor worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen wordt bepaald door gedurende 1,5 jaar de vestiging van zee-egels, vissen en koraal te onderzoeken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoeklocaties. Daarnaast is bekend wat het effect is van het gebruikte materiaal en het aanbrengen van extra schuilplaatsen op de functie van artificiële riffen. Tenslotte wordt inzicht gegeven in hoeverre artificiële riffen een bijdrage leveren aan het herstel van aangrenzende gebieden. Omdat het onderzoek uitgevoerd wordt op twee locaties, met contrasterende omstandigheden, zullen de resultaten van regionaal belang zijn om bestaande en toekomstige artificiële riffen optimaal te laten functioneren.
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. De afgelopen decennia is dit ecosysteem echter ernstig achteruit gegaan. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen. Herbivore sleutelsoorten, zoals de zee-egel, zijn verdwenen door een gebrek aan schuilplaatsen. Het gevolg is dat het rif overwoekerd wordt met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken en zo voorkomen dat het rif zich herstelt. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem te herstellen. Artificiële riffen zorgen voor een directe toename van driedimensionale structuur. Ze worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en Saba. Om deze vraag te beantwoorden worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen voor vis en koraal, wordt gedurende anderhalf jaar onderzocht en vergeleken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoekslocaties.
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opéénstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid koraal op het rif afgenomen en is de kwaliteit van dit ecosysteem ernstig achteruitgegaan. Een belangrijke oorzaak hiervoor is een massasterfte onder de herbivore zee-egel Diadema antillarum, waarbij 95% van de populatie werd uitgeroeid. Door het wegvallen van deze sleutelsoort worden de macro-algen niet langer onder controle gehouden en kan nieuw koraal zich niet vestigen, waardoor het ecosysteem niet kan herstellen. Helaas zijn de zee-egels, 30 jaar na de massasterfte, nog steeds afwezig op de meeste riffen. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen actieve interventies gebruiken om de zee-egelpopulaties te herstellen. Er zijn sterke aanwijzingen dat beperkte vestiging van zee-egellarven en predatie op juveniele zee-egels belangrijke oorzaken zijn voor het achterblijvende herstel. Dit project heeft daarom als doel om interventies te ontwikkelen die de vestiging en overleving van zee-egels in de eerste levensfases optimaliseren. Om dit te bereiken wordt onderzocht hoe biochemische signalen en verschillende soorten structuren ingezet kunnen worden om de vestiging van zee-egellarven te stimuleren. Daarnaast wordt onderzocht wat de belangrijkste predatoren van zee-egels zijn, hoe belangrijk deze zijn en hoe extra schuilplaatsen geboden kunnen worden om de overleving van juveniele zee-egels te maximaliseren. Uiteindelijk worden de best-werkende interventies gecombineerd tot een eindproduct, een “Diadema booster”, dat herstel van de zee-egelpopulaties mogelijk maakt. Hiermee wordt beoogd een kettingreactie in gang te zetten: macro-algen worden intensiever begraasd, er groeit meer koraal, wat uiteindelijke weer leidt tot een geschikter habitat met meer schuilplaatsen voor de zee-egels. Op die manier krijgt het koraalrif rondom Saba en St. Eustatius, maar ook op andere plekken in het Caribisch gebied, kans om te herstellen.