In het SCOUT (Sensoric data Catching Of highly Useful Terabytes) project wordt onderzocht hoe de verzamelde data verkregen door sensortechnologie in de tomatenteelt het beste verwerkt kunnen worden om een bruikbaar eindproduct op te leveren. In deze PowerPoint presentatie worden de belangrijke parameters en indicatoren van telplanten benoemd en wordt de data architectuur van de sensoren op robots en van de centrale controller beschreven.
DOCUMENT
Wageningen wordt vanwege haar geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog ook wel de ‘Stad van de vrijheid’ genoemd, wat er mogelijk toe bijdraagt dat de gemeente erg ruimhartig is met het opvangen van vluchtelingen. De stad ligt in een typisch Nederlands fiets- en waterlandschap. Vrijwilligers van ‘Welkom in Wageningen’ bieden doorlopend fietslessen aan, en in de warme zomers zijn de strandjes aan de Nederrijn een geliefde plek waar veel Wageningers en vluchtelingen naartoe trekken om te zwemmen en te recreëren. Zwemmen wordt gedoogd, maar het is niet zonder gevaar. Veel vluchtelingen kunnen niet/slecht zwemmen en onderschatten het risico van zwemmen in de rivier. Het project WoW! Wageningen richtte zich daarom op veilig en inclusief sporten en bewegen in de openbare ruimte en bestaat uit twee projectdelen. Deelproject I ‘Water of Wageningen!’ leverde een kennisbundeling (iPDF) op van bestaande materialen en interventies. Het voorziet in een advies voor een doeltreffende, duurzame en attractieve werkwijze om voorlichting te geven over zwemmen in natuurwater en te wijzen op de gevaren van het zwemmen in de rivier. Ook is een poster met QR-code naar de iPDF ontwikkeld zodat de iPDF beschikbaar en bekend blijft voor COA-medewerkers, ook als er personele wisselingen plaatsvinden. Deelproject II ‘W on Wheels!’ heeft met een art-based research methode de betekenisverlening van de vluchtelingen die deelnamen aan de fietslessen onderzocht. Tijdens een slotbijeenkomst zijn hun video's gedeeld en waren onder andere vluchtelingen, beleidsmedewerker van de gemeente, fietslesvrijwilligers en COA-medewerker aanwezig. Deze creatieve methode gaf vluchtelingen een stem richting de beleidsmedewerkers en tijdens de slotbijeenkomst kwamen verdiepende gesprekken op gang tussen de vluchtelingen en andere aanwezigen.
DOCUMENT
Wageningen ligt in een Nederlands fiets- en waterlandschap. In warme zomers zijn de strandjes aan de Nederrijn een geliefde plek waar veel mensen naartoe trekken om te zwemmen en te recreëren. Zwemmen wordt gedoogd, maar is niet zonder gevaar. Veel vluchtelingen kunnen niet of slecht zwemmen en onderschatten het risico van zwemmen in de rivier. Het project WoW! Wageningen richtte zich op veilig en inclusief sporten en bewegen in de openbare ruimte. We wilden achterhalen hoe het COA kan voorkomen dat vluchtelingen zichzelf in gevaar brengen of soms zelfs verdrinken. Dat leverde deze informatiefolder op, waarmee COA-medewerkers (of vrijwilligers) op een zeer laagdrempelige manier toegang krijgen tot alle verschillende voorlichtingsmaterialen en -mogelijkheden.
DOCUMENT
Aanleiding: De belangstelling voor gezonde en veilige voeding is groot. Bij de gezondheidseffecten van voeding spelen de darmen een cruciale rol. Verschillende soorten bedrijven hebben behoefte aan natuurgetrouwe testmodellen om de effecten van voeding op de darmen te bestuderen. Ze zijn vooral op zoek naar modellen waarvan de uitkomsten direct vertaalbaar zijn naar het doelorganisme (de mens of bijvoorbeeld het varken) en die niet gebruikmaken van kostbare en maatschappelijke beladen dierproeven. Doelstelling Het project 2-REAL-GUTS heeft als doel om twee innovatieve dierproefvrije darmmodellen geschikt te maken voor onderzoek naar voedingsconcepten en -ingrediënten. De twee darmmodellen die worden toegepast zijn darmorganoïden, minidarmorgaantjes bestaande uit stamcellen, en darmexplants bestaande uit hele stukjes darm verkregen uit relevante organismen. Beide modellen hebben potentieel heel uitgebreide toepassingsmogelijkheden en hebben ook grote voordelen ten opzichte van de huidige veelgebruikte cellijnen, omdat ze meerdere in de darm aanwezige celtypen bevatten en uit verschillende specifieke darmregio's te verkrijgen zijn. Gezamenlijk gaan de partners werken aan: 1) het aanpassen van de kweekomstandigheden zodat darmmodellen geschikt worden om de vragen van partners te beantwoorden; 2) het vaststellen van de toepassingsmogelijkheden van de darmmodellen door verschillende stoffen en producten te testen. Beoogde resultaten Kennisconferenties, publicaties en exploitatie van de modellen zullen zorgen voor het verspreiden van de opgedane kennis. Omdat het project gebruikmaakt van moderne, op de toekomst gerichte laboratoriumtechnieken (kweekmethoden met stamcellen en vitaal weefsel, moleculaire analyses en microscopie), leent het zich uitstekend om geïmplementeerd te worden in het hbo-onderwijs. Als spin-off zal het project dan ook voorzien in een specifieke, voor Nederland unieke hbo-minor op het gebied van stamcel- en aanverwante technologie (zoals organ-on-a-chiptechnologie).
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2024 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen en zijn herbivore sleutelsoorten verdwenen. Het rif wordt overwoekerd met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem door middel van “Building with Nature” te herstellen. Artificiële riffen worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en op de Saba bank. Van Hall Larenstein, STENAPA, SCF, IMARES, CNSI en Golden Rock Dive Centre werken samen in het AROSSTA (Artificial Reefs on Saba and Statia) project om deze vraag te beantwoorden. Hiervoor worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen wordt bepaald door gedurende 1,5 jaar de vestiging van zee-egels, vissen en koraal te onderzoeken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoeklocaties. Daarnaast is bekend wat het effect is van het gebruikte materiaal en het aanbrengen van extra schuilplaatsen op de functie van artificiële riffen. Tenslotte wordt inzicht gegeven in hoeverre artificiële riffen een bijdrage leveren aan het herstel van aangrenzende gebieden. Omdat het onderzoek uitgevoerd wordt op twee locaties, met contrasterende omstandigheden, zullen de resultaten van regionaal belang zijn om bestaande en toekomstige artificiële riffen optimaal te laten functioneren.