Learning objects are bits of learning content. They may be reused 'as is' (simple reuse) or first be adapted to a learner's particular needs (flexible reuse). Reuse matters because it lowers the development costs of learning objects, flexible reuse matters because it allows one to address learners' needs in an affordable way. Flexible reuse is particularly important in the knowledge economy, where learners not only have very spefic demands but often also need to pay for their own further education. The technical problems to simple and flexible are rapidly being resolved in various learning technology standardisation bodies. This may suggest that a learning object economy, in which learning objects are freely exchanged, updated and adapted, is about to emerge. Such a belief, however, ignores the significant psychological, social and organizational barriers to reuse that still abound. An inventory of these problems is made and possible ways to overcome them are discussed.
DOCUMENT
The purpose of this research is to find evidence for the assumption that allowing children to create their own news messages is an effective approach to teach them how to distinguish between reliable news and fake news. Three students of the primary teacher training programme of The Hague University of Applied Sciences developed five lessons concerning fake news and five Kahoot! quizzes for each of those lessons. They taught the lessons they developed under the supervision of a primary school teacher and one of their lecturers from the university. A Friedman test on the scores of the Kahoot! quizzes indicate that the children made progress over the course of the study. In addition, it appears that the children appreciated the lessons and that they have learned how news is created and how fake news can be recognised. The outcomes of this study have prompted a larger, international Erasmus+ project. Schools and libraries in three countries will investigate similar innovative blended-learning approaches for pupils between ages 12 to 15.
MULTIFILE
Building on burgeoning research in the field of arts and health, this article explores the role that learning musical instruments can play in enhancing wellbeing in older adulthood. Despite an increasing focus on the role of learning in supporting mental wellbeing, there is strikingly little research that examines this in relation to music, or that explores wellbeing as a subjective phenomenon captured through mixed-methods enquiry. This research addresses this gap through two inter-related studies. Study 1 adopts questionnaire measures of wellbeing with 98 music-learning and comparison participants, concluding that learning in older adulthood offers significant wellbeing benefits, with music particularly enhancing some health-promoting behaviours. To explore in more detail what learning music means to older adults, Study 2 adopts qualitative methods with a sub-group of 21 music-learning participants, concluding that learning music can enhance subjective wellbeing through six mechanisms: (1) subjective experiences of pleasure; (2) enhanced social interactions; (3) musically-nuanced engagement in day-to-day life; (4) fulfilment of musical ambition; (5) ability to make music; and (6) self-satisfaction through musical progress. Drawing the two studies together, the article concludes by arguing for further research to contribute to the growing body of evidence placing music learning at the centre of healthy ageing agendas.
LINK
De 2SHIFT SPRONG-groep is een samenwerkingsverband van HAN University of Applied Sciences en Fontys Hogescholen. Onze ambitie is het vergroten van eerlijke kansen op gezond leven. Dit doen we door het vormgeven en versterken van gemeenschappen als fundament voor het creëren van eerlijke kansen op gezond leven. Vanuit deze gemeenschappen wordt in co-creatie gewerkt aan structuur (i.e. systeem), sociale en technologische innovaties. Deze ambitie sluit aan bij de centrale missie KIA Gezondheid en Zorg om bij te dragen aan goede gezondheid en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Ook draagt het bij aan deelmissie 1. het voorkomen van ziekte, waarbij wij uitgaan van het concept Positieve Gezondheid en Leefomgeving. Én het zorgt voor het verplaatsen van ondersteuning en zorg naar de leefomgeving (deelmissie 2), doordat gemeenschappen hiervoor een stevig fundament vormen. De gemeenschap is geoperationaliseerd als een samenwerking tussen inwonersinitiatieven (i.e. informele actoren) én professionals vanuit wonen, welzijn, zorg en gemeenten (i.e. formele actoren) die bestuurlijk en beleidsmatig worden ondersteund. Toenemend wordt een belangrijke rol en meer verantwoordelijkheid toebedeeld aan inwoners en wordt de noodzaak van sectoroverstijgende, inclusieve samenwerking tussen deze actoren in lokale fieldlabs benadrukt. 2SHIFT start daarom in vier fieldlabs: twee dorpen en twee wijken in (midden-)stedelijke gebieden, waar in vergelijking met groot-stedelijk gebied (zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) andere dynamieken en mechanismen een rol spelen bij het creëren van eerlijke kansen op een gezond leven. Om impact in onderwijs en praktijk te realiseren werken we nauw samen met studenten, docenten én met inwoners, professionals, bestuurders en beleidsmakers uit wonen, welzijn, zorg en gemeenten én landelijke kennispartners (“quadruple helix”). 2SHIFT brengt transdisciplinaire expertise én verschillende onderzoeksparadigma’s samen in een Learning Community (LC), waarin bestaande kennis en nieuwe kennis wordt samengebracht en ontwikkeld. Over 8 jaar is 2SHIFT een (inter)nationaal erkende onderzoeksgroep die het verschil maakt.
Aaltjes: automatisch classificeren en tellen. Agrariërs laten bodemmonsters analyseren op onder meer aanwezigheid van aaltjes. Deze bodemanalyse is voor agrariërs cruciaal om de bodemgezondheid- en vruchtbaarheid vast te stellen maar behelst een grote kostenpost. Het identificeren, analyseren en tellen van aaltjes (nematoden) in een bodemmonster geschiedt in een gespecialiseerd laboratorium. Dit is tijdrovend, specialistisch en seizoensgebonden werk. Het tellen- en analyseren van aaltjes is mensenwerk en vergt training en ervaring van de laborant. Daarnaast hebben de laboratoria te maken met personeelstekort en de laboranten met sterk fluctuerende werkdruk. Derhalve is het speciaal voor dit project opgerichte samenwerkingsverband tussen Fontys GreenTechLab, ROBA Laboratorium en CytoSMART voornemens om een oplossing te ontwikkelen voor het automatisch classificeren en tellen van aaltjes. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een proof of concept van een analysescanner. Het werk van de laboranten wordt grotendeels geautomatiseerd waarbij door de scanner de bodemmonsters middels toepassing van deep learning en virtual modeling kan worden geanalyseerd. Daarmee wordt beoogd een oplossing te bieden waarmee het personeelstekort wordt tegengegaan, de werkdruk kan worden verlaagd, mensenwerk wordt geautomatiseerd (waardoor de kans op fouten wordt verkleind) en de kosten voor agrariërs worden verlaagd.
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.