Hoe meten we sportparticipatie? Hoe kunnen we sportparticipatie kernachtig maar toch genuanceerd weergeven? Welke meetmethodes zijn er om sportparticipatie in kaart te brengen? In BMS Studie 48 ontwikkelen we de Vlaamse Sportparticipatie Index (VSI) die aangeeft hoeveel mensen in Vlaanderen aan sport doen, hoe frequent en hoeveel tijd zij hieraan spenderen. We berekenen (en voorzien een handleiding) over hoe we de VSI berekenen. Aanvullend bieden de diversiteitsindexen ook inzicht in welke mate bepaalde doelgroepen (vrouwen, 55-plussers, mensen met een lagere opleiding, mensen die leven in armoede, mensen met een migratieachtergrond) meer of minder sporten. Deze indexen kunnen berekend worden voor de algemene sportparticipatie in Vlaanderen of voor specifieke (groepen) van sporten, en dit voor verschillende jaargangen of zelfs landen/regio’s. Deze BMS Studie toont daarnaast ook aan dat surveys een belangrijk instrument blijven voor het in kaart brengen van sportparticipatie, en dat we niet blind mogen zijn voor innovatieve onderzoeksmethoden die complementaire inzichten kunnen verschaffen.
LINK
Werken met doelgroepen in de Sociaal Juridische Dienstverlening biedt een unieke mogelijkheid om de specifieke doelgroepen van de SJD’er te leren kennen en met hen te leren omgaan in de praktijk. De doelgroepen worden beschreven aan de hand van wetenschappelijke theorie en de student leert vaardigheden op het gebied van motiverende gespreksvoering om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op veelvoorkomende situaties in het SJD-werkveld. Aan de hand van casuïstiek worden de theorie en de vaardigheden op een levendige manier toegepast, op de wijze waarop de SJD’er deze in de werksituatie kan tegenkomen. De student wordt door middel van vragen gestimuleerd om na te denken over de stof en zich een SJD beroepshouding eigen te maken.
LINK
There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
DOCUMENT
Mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) hebben relatief vaak te maken met diabetes type 2. Patiënten bij wie deze diagnose gesteld wordt, krijgen van hun huisarts en/of diens praktijkondersteuner het advies om gezonder te leven. Huisartsen en praktijkondersteuners merken echter dat ze patiënten met een lage SES onvoldoende effectief bereiken met hun leefstijladvies. Ook andere professionals vinden het moeilijk om mensen met een lage SES daadwerkelijk te bereiken. Hoewel bedrijven in de creatieve industrie zeer goed in staat zijn oplossingen te ontwerpen met en voor specifieke doelgroepen, merken zij dat het lastig is lage SES groepen actief te betrekken in het ontwerpproces. In deze KIEM aanvraag gaan creatieve industrie, praktijkgerichte onderzoekers en het Expertisecentrum Gezondheidsverschillen de samenwerking aan in ontwerponderzoek bij patiënten met een lage SES. Het project levert daarmee unieke ervaringen en kennis op over ontwerpen met en voor mensen met een lage SES en hun gezondheidsproblematiek. Ook geeft het project inzicht in hoe type-2-diabetespatiënten met een lage SES aankijken tegen een gezond leven en worden er aanknopingspunten geïdentificeerd voor het ontwerpen van strategieën ter bevordering van een gezond leven met diabetes. Het project draagt daarmee bij aan het oplossen van een belangrijk maatschappelijk probleem: gezondheidsverschillen. Deze aanvraag dient nadrukkelijk als opmaat naar samenwerking in een groter project.
De ingezette brede welvaart als maatschappelijke opgave vraagt om een inclusieve arbeidsmarkt en dwingt arbeidsmarktactoren daarvan werk te maken. Een inclusieve arbeidsmarkt is nodig vanwege de alsmaar veranderende arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, adaptiviteit en wendbaarheid van iedereen die wil en kan werken. Toch laat onderzoek naar de implementatie van de Wet banenafspraak bij de overheid zien dat doelen niet worden gehaald, stelt het SCP vast dat de huidige Participatiewet onvoldoende aansluit bij wat bijstandsgerechtigden nodig hebben en laat UWV-onderzoek zien dat er nog te veel mensen aan de zijlijn staan. Om doelgroepen met een ondersteuningsbehoefte volwaardig te kunnen includeren op de arbeidsmarkt, is betere samenwerking nodig tussen (professionals van) arbeidsmarktactoren van gemeenten, UWV, arbeidsorganisaties/werkgevers, sociale partners, kennisinstellingen en ervaringsdeskundigen. Het SPRONG-programma All4Talent richt zich op arbeidsmarktprofessionals, arbeidsorganisaties en samenwerkingsverbanden die er alles aan willen doen om een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren, in bijzonder voor doelgroepen met een - al dan niet specifieke - ondersteuningsbehoefte. Het consortium heeft de ambitie om een ‘All4Talent-toolbox’ te ontwikkelen, die bestaat uit nieuwe kennis, best practices, producten en diensten alsook andere vormen van samenwerking. Met die toolbox zijn zowel publiek als private arbeidsmarktprofessionals (changemakers) beter in staat om barrières weg te nemen die arbeidsinclusie in de weg staan. All4Talent wordt uitgevoerd door de SPRONG-groep Hogeschool Arnhem Nijmegen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim die al langjarig en stevig met elkaar zijn verbonden én consortiumpartners uit verschillende Arbeidsmarktregio’s die dezelfde ambities en doelen nastreven. All4Talent gaat in deze Arbeidsmarktregio’s fungeren als regisseur van alle inclusievraagstukken op de vier belangrijke transitiedomeinen van de arbeidsmarkt, namelijk: school-werk, arbeidsbeperkt-werk, werkloos-werk, niet-werkend naar werk en school-werk. De onderzoeksinfrastructuur wordt gevormd door leergemeenschappen: onbenut arbeidspotentieel, inclusieve organisaties, inclusieve arbeidsmarkt, wendbare professionals en inclusieve technologieën waarlangs nieuwe kennis in projecten wordt ontwikkeld. All4Talent-sluit aan bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen.
Fietsen in Nederland creëren een afvalprobleem. Zo zijn weesfietsen een voorbeeld van hoe een fietsrijke samenleving geen duurzaam transportsysteem garandeert. Twintig procent van de Nederlandse openbare fietsenstallingen staan vol met weesfietsen (WMD, 2008). Het tijdig en adequaat onderhouden en repareren van de spullen die wij gebruiken, dus ook fietsen, kan helpen om tot minder afval te komen (Ackerman, Mugge and Schoormans, 2018). Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden zijn echter niet altijd haalbaar voor alle gebruikers (Makatsoris et al., 2017; Bakker et al., 2023). Het Bike Kitchen (BK) concept is een wereldwijd fenomeen met als kernwaarden het beschikbaar maken van fietsreparatie voor alle mensen (Valentini en Butler, 2023; Batterbury & Dant, 2019; Batterbury & Manga, 2022; Bradley, 2018). Hoewel de uitvoering van verschillende BK’s anders is, heeft het concept als primaire doel gebruikers professioneel te ondersteunen bij het (leren van) repareren en onderhouden van hun eigen fiets om zo de levensduur van de fiets te verlengen. Tijdens dit KIEM-project onderzoeken ontwerpend onderzoekers samen met service designers, sociaal ondernemers en ROC Midden Nederland hoe een BK als Living Lab bij kan dragen aan het (leren over) verminderen van de milieu-impact uit materiaalgebruik. Vanuit eerder opgedane inzichten uit de literatuur en bij de BK Amsterdam, worden twee BK’s ontworpen en geoperationaliseerd, gericht op specifieke plaatsen (Utrecht Science Park en woonwijk Overvecht) en twee specifieke doelgroepen (studenten en wijkbewoners). Door middel van observaties, interviews en focusgroepen zoomen we in op achterliggende waarden en competenties met betrekking tot materialen- en productgebruik en zoomen we uit op de invloed op de samenleving. Zo leren we hoe het BK concept direct invloed kan hebben op milieu-impact en indirect op andere initiatieven en/of maatschappelijke ontwikkelingen en zo bij kan dragen als ‘agent of change’ richting een duurzame samenleving (Valentini en Butler, 2023).
Lectoraat, onderdeel van HAS green academy