De ‘zelfscan digitale geletterdheid voor studenten aan de HAN’ is ontwikkeld door het iXperium in opdracht van HAN Open Digital Horizons. De zelfscan heeft de vorm van een flexibel af te nemen toets, die toepassingsgericht is opgezet en die betrekking heeft op competenties die passend zijn bij wat van een (afgestudeerde) HAN-student mag worden verwacht. De zelfscan is formatief van opzet: de studenten krijgen direct inzicht in hun niveau en de docenten, opleiding en academie krijgen op groepsniveau resultaten te zien. De zelfscan is in november 2022 voor het eerst uitgezet onder de studenten van alle academies van de HAN. Het doel daarvan was tweeledig: enerzijds het ontwikkelen van een zelfscan als middel om de digitale geletterdheid van studenten in kaart te brengen en anderzijds om per academie en opleiding van de HAN de digitale geletterdheid van de studenten in beeld te krijgen. Bijkomend gaf de zelfscan aan studenten zelf inzicht in hun bekwaamheid op het gebied van digitale geletterdheid. Deze rapportage beschrijft de resultaten van de eerste afname onder studenten van de HAN. Daarbij wordt onder andere ingezoomd op de relatie tussen verschillende kenmerken van de studenten (academie, jaar van starten, vooropleiding en voltijd/deeltijd) en hun scores op de zelfscan.
LINK
De ‘zelfscan digitale geletterdheid voor studenten aan de HAN’ is ontwikkeld door het iXperium in opdracht van HAN Open Digital Horizons. De zelfscan heeft de vorm van een flexibel af te nemen toets, die toepassingsgericht is opgezet en die betrekking heeft op competenties die passend zijn bij wat van een (afgestudeerde) HAN-student mag worden verwacht. De zelfscan is formatief van opzet: de studenten krijgen direct inzicht in hun niveau en de docenten, opleiding en academie krijgen op groepsniveau resultaten te zien. De zelfscan is in november 2022 voor het eerst uitgezet onder de studenten van alle academies van de HAN. Het doel daarvan was tweeledig: enerzijds het ontwikkelen van een zelfscan als middel om de digitale geletterdheid van studenten in kaart te brengen en anderzijds om per academie en opleiding van de HAN de digitale geletterdheid van de studenten in beeld te krijgen. Bijkomend gaf de zelfscan aan studenten zelf inzicht in hun bekwaamheid op het gebied van digitale geletterdheid. Deze rapportage beschrijft de resultaten van de eerste afname onder studenten van de HAN. Daarbij wordt onder andere ingezoomd op de relatie tussen verschillende kenmerken van de studenten (academie, jaar van starten, vooropleiding en voltijd/deeltijd) en hun scores op de zelfscan.
MULTIFILE
Uit onderzoek blijkt dat jongeren met psychische problemen vastlopen in het beroepsonderwijs omdat zij onvoldoende maatwerk en samenwerking ondervinden tussen school en hulpverleners binnen én buiten de school. Ze vallen voortijdig uit en behalen geen startkwalificatie. Hierdoor hebben zij zeer beperkte mogelijkheden om een baan te verwerven. Het doel van dit project is het ontwikkelen en bestendigen van een integrale en effectieve werkwijze voor de begeleiding en ondersteuning van MBO-studenten met psychische problemen. De werkwijze gaat uit van hun eigen mogelijkheden en wensen en is gericht op het voorkomen van schooluitval, de-stigmatisering en het vergroten van hun kans op arbeidsdeelname en maatschappelijke participatie van deze jongeren. De methodiek Begeleid leren vormt de basis van deze werkwijze.
LINK
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met de Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, CUMELA, de Jong & Laan en MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar financiering en besluitvorming bij MKB familiebedrijven. Nu banken vanwege de economische crisis terughoudender zijn geworden in kredietverlening en hun financieringseisen hebben verzwaard, zijn meer bedrijven aangewezen op eigen middelen en familiekapitaal. Vormen van zelf-financiering worden steeds belangrijker om groei en continuïteit van MKB familiebedrijven te waarborgen. Met name bij de overdracht van kapitaalintensieve MKB familiebedrijven worden complexe financieringsconstructies bedacht om de overname mogelijk te maken. Vaak wordt hierbij onvoldoende nagedacht over het onderscheid tussen de verschillende rollen die familieleden kunnen hebben als ze met hun vermogen in het bedrijf zitten (eigenaar of andere vermogensverschaffer, familielid, directielid, werknemer). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over onderwerpen zoals besluitvorming, rendement op vermogen, zeggenschap en beloningsstructuren, waardoor op termijn conflicten kunnen ontstaan. Daarnaast kan de besturing van ondernemingen door de verschillende belangen van vermogensverschaffers in negatieve zin worden beïnvloed en kan dit (op termijn) de continuïteit, wendbaarheid en groei van ondernemingen in gevaar brengen. Zowel in de praktijk als in het onderzoek ontbreekt het aan kennis over hoe met deze problematiek kan worden omgegaan. Dit project heeft daarom tot doel om samen met de projectpartners nieuwe kennis te ontwikkelen rond zelf-financiering en besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door middel van ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt bestaande en nieuwe kennis over de rol van zelf-financiering en de positie van eigenaren omgezet in oplossingsrichtingen ter verbetering van de besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door het monitoren van de uitgevoerde interventies zal worden vastgesteld of de oplossingsrichtingen in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt beoogt daarmee het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelf-financiering als mogelijke financieringsbron effectiever te maken.
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.