In een verkennende pilot is onderzocht welke ervaringen studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam, met vertraging in de afstudeerfase, hebben met deelname aan een online leer-ontmoetingsruimte (het afstudeercafé). De aanleiding voor het project is dat langstudeerders door allerlei belemmeringen, persoonlijke problematiek, of de combinatie met andere verplichtingen, soms niet in staat zijn onderwijs te volgen en de binding met medestudenten en de opleiding kwijt raken. Actuele ontwikkelingen zoals flexibilisering en maatwerk roepen nieuwe vragen op ten aanzien van studentbinding. Ook de vermindering van face-to-face contacten ten gunste van online onderwijs roept vragen op over de impact daarvan op de betrokkenheid en over manieren om die betrokkenheid te versterken.In het schooljaar 2020-2021 is samen met studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam onderzocht of betrokkenheid ook online tot stand kan komen. Met vertraagde studenten in de afstudeerfase is een online leer-ontmoetingsruimte (het afstudeercafé) ontworpen. De vraagstelling is door Corona aangepast en luidt: Aan welke kenmerken moet een online leer-ontmoetingsruimte voldoen om bij bachelor- en masterstudenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam, met vertraging in de afstudeerfase, de betrokkenheid bij medestudenten en de opleiding te bevorderen?Er werd een 24/7 bereikbare online leer-ontmoetingsruimte (het ‘afstudeercafé’) gecreëerd waarin vijf stadia uit het vijfstadiamodel van Salmon (2013) de basis vormen voor zowel studie als ontmoeting. Hiervoor is de digitale leeromgeving [DLO] Brightspace – die gericht is op informatieoverdracht en inrichting van courses – gecombineerd met een omgeving die ontmoeting en samenwerking faciliteert, Microsoft Teams. Deze gecombineerde omgeving is uitgeprobeerd in twee groepen langstudeerders, een mastergroep (N=8) en een bachelorgroep (N=11). Voor beide groepen werd een eigen afstudeercafé gestart, waarin kon worden samengewerkt met studenten aan ontmoeting, kennisdeling, peerfeedback en verantwoordelijkheid voor het afstudeerproces. De basis werd gevormd door vaste wekelijkse meetings. Alle interactieve onderdelen zoals groeps- en privéchats en videocalls vonden plaats binnen de Teamsomgeving, terwijl de gekoppelde Brightspace de omgeving was waar kennis over relevante onderwerpen kon worden nagezocht. Door middel van negentien interviews, data gegenereerd uit videocalls, groeps- en privéchats en een vragenlijst zijn succesfactoren in kaart gebracht voor het construeren van een online leer-ontmoetingsruimte.Uit de resultaten bleek dat bij alle studenten sprake is van belemmeringen zoals psychische problematiek, stress, faalangst, levensgebeurtenissen, mantelzorg, of combinatie van studie met gezin, ziekte of werk. Een aanzienlijk deel van de studenten kampte met schaamtegevoelens over de vertraging van de studie. Vrijwel alle studenten gaven aan het online onderwijs als een uitkomst te zien. Het bleek dat de relatie met medestudenten en docent online goed tot stand kwam. Studenten namen initiatieven tot samenwerking en kennis delen en spraken af in het afstudeercafé buiten de vaste meetings. De deelname leidde tot meer betrokkenheid bij de opleiding en bij medestudenten en de verantwoordelijkheid voor het afstudeerproces nam toe. De rol van de docent werd online meer coachend.De resultaten van dit project geven inzicht in wensen en behoeftes met betrekking tot flexibilisering en het gebruik van een 24/7 bereikbare online leer-ontmoetingsruimte. Op basis van de ervaringen is het combineren van Brightspace met Teams opgeschaald binnen de HvA. Er is een handreiking ontwikkeld die docenten kunnen gebruiken voor het realiseren van een online leer-ontmoetingsruimte. Aanbevolen wordt het onderzoeken van het concept in verschillende contexten met verschillende docenten.
MULTIFILE
Een maatschappij zonder internet is anno 2012 haast niet meer voor te stellen. In een tijdsbestek van ruim 15 jaar is internet onlosmakelijk verweven in de dagelijkse routines van consumenten en de strategie van bedrijven. In zijn Lectorale Rede gaat lector Online Ondernemen Jesse Weltevreden in op de evolutie van het online winkelen in Nederland. Hoe heeft het gebruik van internet en het online winkelen door consumenten zich het afgelopen decennium ontwikkeld? Welke consequenties heeft online winkelen voor het aantal winkels in Nederland en in welke winkelgebieden zijn de gevolgen het grootst? Hoe hebben retailers geanticipeerd op de nieuwe mogelijkheden die internet biedt voor onder andere klantcontact en het verkopen van producten en diensten? En tot slot voor welke uitdagingen staan retailers vandaag dag in een wereld die meer en meer gedigitaliseerd raakt? Bij het beantwoorden van deze vragen maakt Weltevreden zowel gebruik van het onderzoek dat hij het afgelopen decennium op dit terrein gedaan heeft, als van meer recent onderzoek dat hij sinds 2010 binnen het lectoraat Online Ondernemen heeft uitgevoerd.
Inleiding:De online leefwereld speelt in toenemende mate een centrale rol in het leven en de ontwikkeling van jongeren. De online leefwereld biedt jongeren veel mogelijkheden om bijvoorbeeld hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, andere jongeren te ontmoeten en vriendschappen op te bouwen, te experimenteren met verschillende aspecten van hun identiteit, nieuwe vaardigheden aan te leren en ondersteuning voor hun vragen en problemen makkelijker te zoeken en te vinden. Niet alle jongeren profiteren van deze mogelijkheden. Sommige jongeren ervaren ook de negatieve kanten van de online leefwereld (zoals cyberpesten, grooming, exposing, uitsluiting, etc.), zijn betrokken bij online fraude en cybercrime, hebben moeite bij bepaalde stappen in hun ontwikkeling en vertonen risicogedrag in de online leefwereld. Vooral deze jongeren hebben ondersteuning nodig in de online leefwereld. Maar wie moet dat doen en hoe kun je precies jongeren in deze omgeving ondersteunen? Terwijl scholen en ouders vaak achter de feiten aan hollen en nauwelijks toegang hebben tot de online leefwereld van jongeren, werken jongerenwerkers al een aantal jaar intensiever in die leefwereld.
Het RAAK MKB project waarvoor wij deze subsidie aanvragen heeft de titel Beschermingsbewind bij LVB; van financiële veiligheid naar financiële zelfredzaamheid. Het project heeft als doelstelling bewindvoerders ondersteuning te bieden bij het vroegtijdig herkennen en effectief begeleiden van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) in hun cliëntenbestand. Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën kunnen onder bewind geplaatst worden. De hoofdtaak van een bewindvoerder is het beschermen van de financiële belangen van de client. Een bewindvoerder draagt onder andere zorg voor het betalen van de vaste lasten, inkomensreparatie, het in kaart brengen van de schulden en zorgt dat er een restant budget is waarvan de client kan leven en idealiter zelfs kan sparen. Daarnaast heeft de bewindvoerder als taak om de financiële zelfredzaamheid van cliënten te bevorderen met indien mogelijk als resultaat opschorting van de onderbewindstelling. Bewindvoerders zien de laatste jaren dat hun cliëntenbestand aan het veranderen is. Het aantal cliënten met een licht verstandelijke beperking dat zich voor bewindvoering aanmeldt of wordt aangemeld, groeit aanzienlijk. Oorzaken hiervan zijn onder andere een zich terugtrekkende overheid en een grote nadruk op zelfredzaamheid in beleid. Mensen met een LVB beschikken niet altijd over de vaardigheden die nodig zijn om te kunnen navigeren in deze steeds complexer wordende samenleving. Bewindvoerders lopen in hun dagelijkse praktijk tegen een aantal vraagstukken aan bij de begeleiding van deze doelgroep: Hoe herken je een licht verstandelijke beperking? Hoe kan deze doelgroep het meest effectief worden ondersteund? Hoe coach je mensen met een LVB - waar mogelijk - richting financiële zelfredzaamheid? In dit project beantwoorden we deze vragen en ontwikkelen we in nauwe samenwerking met bewindvoeringsorganisaties concrete producten die ertoe bijdragen dat bewindvoerders mensen met een LVB in een vroeg stadium kunnen herkennen en effectief kunnen begeleiden.
Mensen die tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om zorg te dragen voor hun financiën kunnen onder bewind geplaatst worden. Bewindvoerders zijn professionals die als wettelijke taak hebben om de financiële belangen van de onderbewindgestelde te beschermen en om de financiële zelfredzaamheid van onderbewindgestelden te bevorderen. Bewindvoerders(organisaties) geven aan dat hun cliëntengroep de laatste jaren is veranderd: het aandeel mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) is gegroeid. In hun dagelijkse praktijk lopen bewindvoerders tegen een aantal problemen aan waarbij wij hen middels dit project willen ondersteunen. De doelstelling van het project is om bewindvoerders te ondersteunen bij: 1) Het herkennen en signaleren van mensen met een lvb. 2) Het onderscheiden van verschillende niveaus van zelfredzaamheid bij mensen met een lvb. 3) Het verbeteren van de hulp- en dienstverlening aan mensen met een lvb, gericht op: o communicatie met mensen met een lvb o coaching van de financiële vaardigheden bij mensen met een lvb. Het project resulteert in de oplevering van 5 producten, die bewindvoerders concrete tools in handen geven om mensen met een lvb met schulden in een vroeg stadium te herkennen en hun de juiste ondersteuning te bieden. In werksessies gaan we de producten concretiseren met bewindvoerders, maar gedacht kan worden aan trainingsmodules, filmpjes, handreikingen. De producten richten zich op: • Product 1: Herkenning • Product 2: Mate van financiële zelfredzaamheid bij mensen met LVB • Product 3: Communicatie met mensen met een LVB • Product 4: Hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB • Product 5: financiële screener De producten gaan we ontwikkelen en evalueren door middel van, o.a.: interviews, vragenlijsten, observaties. Naast bewindvoerders en lvb-experts worden ook mensen met een lvb bij het onderzoek betrokken.
Anno 2018 zijn er ruim 5000 buurtsportcoaches (BSC’s) actief in Nederland, goed voor een investering van ongeveer 150 miljoen Euro per jaar. BSC’s hebben als kerntaak het organiseren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt en het verbinden van actoren uit onderwijs, cultuur, zorg, welzijn, kinderopvang en bedrijfsleven. Hun werkomgeving wordt steeds complexer en vereist intersectoraal samenwerken om in te kunnen spelen op urgente maatschappelijke vraagstukken. Bovendien is de aandacht toegenomen voor het belang van beweegvriendelijke buurten. Dit stelt gemeenten voor de uitdaging om de openbare ruimte beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften van haar inwoners. De omgevingswet versterkt deze ontwikkeling en maakt intersectoraal samenwerken nog urgenter. BSC’s zijn voornamelijk opgeleid om sport- en beweegaanbod op maat van gebruikers te organiseren en te begeleiden. Ze zijn echter handelingsverlegen om binnen een complexe omgeving met steeds meer actoren met diverse expertises, maar ook diverse belangen, te acteren terwijl dit inmiddels wel van hen gevraagd wordt. Bovendien worden BCS’s omwille van hun actiegerichte aanpak en hun actieve rol in de wijk steeds meer betrokken bij vragen over de inrichting van de openbare ruimte. Maar ook dit vereist specifieke competenties. In dit project staat dan ook de volgende onderzoeksvraag centraal: Hoe kunnen BSC’s beter toegerust worden om als schakel tussen beleidsmakers en inwoners, in samenwerking met andere professionals, beweegvriendelijke buurten te faciliteren dan wel te realiseren en optimaliseren? In dit project willen we samen met BSC’s en experts een open en online leeromgeving ontwikkelen en toepassen die buurtsportcoaches in staat stelt die verbindende rol op te pakken in de buurt. De leeromgeving omvat een set van ontwikkelde methodieken, strategieën en kennis die BSC’s op maat ondersteunt om de groeiende verwachtingen die aan hun functie gekoppeld worden in te vullen en op die manier systemische veranderingen te bewerkstelligen.