Vergeet de ruzies die volwassenen erover maken en kijk door de ogen van een kind. Een kind kan vele pieten aan, als de mythe maar intact blijft. In dit artikel in Trouw 11-11-2015 komen twee pedagogen aan het woord over de zwartepietendiscussie, onder wie lector Christa Nieuwboer van Fontys Hogeschool Pedagogiek.
DOCUMENT
Lectoraten van Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogeschool sloegen, in opdracht van Zestor, de handen ineen om onderzoek te doen naar de professionele ontwikkeling van hbo-docenten in teamverband. De praktijkkwestie die het vertrekpunt voor het onderzoek vormt, is: Hoe kunnen docententeams gezamenlijk leren om hun vakbekwaamheid en professionele identiteit te versterken?
DOCUMENT
Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
DOCUMENT
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.
Verpleegkundigen bevinden zich dagelijks in complexe beroepssituaties waarin zij medicatie moeten voorbereiden en toedienen. Dit vraagt concentratie; een simpele fout kan tot grote complicaties leiden. Er zijn een aantal maatregelen genomen om medicatieveiligheid te borgen, zoals de ‘niet storen hesjes’ en de ‘controlemaatregel’, waarbij de collega verpleegkunde een controle uitvoert op de voorbereide medicatie. Deze maatregelen zijn niet altijd afdoende om medicatiefouten te voorkomen: drukte, en afwezigheid van collega’s in de nabijheid maken dat het uitvoeren van controles niet altijd mogelijk is. Uiteindelijk is het de verpleegkundige zelf die haar rekenkennis up-to-date moet houden om beslissingen te kunnen nemen die leiden tot een juiste toepassing en gebruik van medicatie. Om rekenkennis flexibel (herhalend), beroepsspecifiek en op een motiverende wijze te trainen, zou het gebruik van een Virtuele Leer Omgeving (VLE) een antwoord kunnen zijn. De technologie biedt de mogelijkheid om plaats- en tijd onafhankelijk te kunnen trainen, en het spelelement kan bijdragen aan motivatie. Het biedt de mogelijkheid om taken en elementen uit een complexe beroepssituatie te simuleren. In deze studie wordt een verkennend onderzoek uitgevoerd onder verpleegkundigen. Een prototype VLE (uit promotieonderzoek D. Zwart) wordt getoond aan verpleegkundigen (om het zich kunnen voorstellen). Vervolgens worden interviews afgenomen om hen te bevragen op complexe beroepssituaties die getraind zouden moeten worden, zoals de informatie die moet worden nageslagen, patiëntgegevens die moeten worden opgezocht of gecontroleerd, berekenen van dosis, oplossing, verdunning of toedieningssnelheid, instellen van apparatuur nodig voor toediening, gebeurtenissen op zaal, alarmen die afgaan etc., etc. Daarnaast wordt er een enquête afgenomen onder verpleegkundigen gericht op de vraag welke elementen motiveren in beroepstrainingen. De uitkomsten worden gedeeld in een creatieve sessie met de samenwerkende partners die als leergemeenschap de uitkomsten vertalen naar functionele eisen en ontwerpaspecten voor een simulatie-training.
In regio Utrecht zien we een repeterende cyclus van probleemescalaties bij mensen met onbegrepen gedrag. In de kenniswerkplaats Samen Omgaan met Onbegrip (SOMO) werken we samen met ervaringsdeskundigen en naasten, professionals uit praktijk, beleid, onderzoek en opleiding om de repeterende cyclus van probleemescalaties bij mensen met onbegrepen gedrag te onderzoeken, begrijpen en doorbreken.Doel Vanuit de kenniswerkplaats SOMO werken we met meerdere organisaties aan de volgende doelstellingen: Bijdragen aan destigmatisering en het bevorderen van herstel van mensen met onbegrepen gedrag. Kennis verzamelen en kunde/kundigheid ontwikkelen rondom het centrale thema. Samenwerking tussen betrokken stakeholders aanjagen waardoor oplossingen integraal tot stand komen. Doorwerking van verzamelde kennis en ontwikkelde kundigheid in beleid, uitvoeringspraktijk en opleiding. Bijdragen aan vervlechting van formele en informele zorg/ondersteuning en hechte netwerken in wijken. Resultaten Netwerk ter versterking en verbreding van samenwerking tussen de formele en informele zorg/ondersteuning voor mensen met onbegrepen gedrag en hun naasten. Bewustwording van de complexiteit van de problematiek, en zicht op nieuwe handelingsalternatieven en oplossingen voor problemen in een concrete situatie. Toename van professionele competenties. Meer onderling begrip en betere samenwerking. Signaleren van mogelijkheden en knelpunten in de organisatorische en maatschappelijke omgeving. Zichtbaar maken en doorbreken van obstakels voor samenwerking en systeemfouten die professionals signaleren in de dagelijkse praktijk, evenals andere succes- en faalfactoren. Inzicht in wat werkzame factoren zijn in bepaalde aanpakken, waarom sommige initiatieven niet het gewenste resultaat behalen, aan welke kennis behoefte is, welke randvoorwaarden en samenwerkingsafspraken nodig zijn en welke rol ervaringsdeskundigen, professionals en andere stakeholders kunnen vervullen. Looptijd 01 september 2023 - 01 september 2027 Aanpak Kenniswerkplaats SOMO is een structureel regionaal samenwerkingsverband voor het thema onbegrepen gedrag. Bij SOMO zetten we in op het versterken van een lerende omgeving en verbetercyclus. Ook bieden we ruimte aan het ontwikkelen van duurzame netwerken die nodig zijn om de ingewikkelde problematiek rond onbegrepen gedrag blijvend hanteerbaar te maken. Hierbij worden verschillende perspectieven meegenomen: ervaringsdeskundigen en naasten, praktijkprofessionals, beleid, onderzoek en opleiding. In de kenniswerkplaats vinden verschillende projecten plaats zoals ‘Ervaringen en ervaringsdeskundigheid’ met onder andere een buddyproject voor mensen over wie een melding is gedaan bij het meldpunt GGDrU en ‘Kennis en kunde’ met veldonderzoek en casuïstiekbesprekingen. Gedurende de komende periode zullen hier projecten bijkomen die inspelen op actuele onderwerpen en vragen die leven in de regio.