The aim of this study is to contribute to the body of knowledge on the use of contextual mathematical problems. Word problems are a predominant genre in mathematics classrooms in assessing students’ ability to solve problems from everyday life. Research on word problems, however, reveals a range of difficulties in their use in mathematics education. In our research we took an alternative approach: we designed image-rich numeracy problems as alternatives for word problems. A set of word problems was modified by systematically replacing the descriptive representation of the problem situation by a more depictive representation and an instrument was designed to measure the effect of this modification on students’ performance. The instrument can measure the effect of this alternative approach in a randomized controlled trial. In order to use the instrument at scale, we made this instrument also usable as a diagnostic test for an upcoming nationwide examination on numeracy. In this article we explain and discuss the design of the instrument and the validation of its intended uses.
The quest of organization haunts us. If anarchists were once said to defy authority, nowadays we defy organization. Structures are perceived to hold us back and pin us down with the iron cage of identity. The solidified social limits our freedom with its demand of never-ending “engagement.” How desperate is it to live your life as an insulated rebel without a cause? Instead, we should ask, what is pure organization? Is there a new core that we could define and design? What’s commitment outside of today’s technosocial conventions? Are there bonds that create ties, unhinged from procedure, unfettered by bureaucracy? Is there a form of conspiracy that operates without all the tiresome preparations? Mutual aid and local self-organization come to mind, but what if we’re forced to pursue organization of the unorganizables? Does a self-evident General Will exist that does not need to be discussed and exhaustively questioned? Having arrived at this point, we can clearly see the romantic undertone of the Critique of Organization. What’s a lean revolution, an effortless regime change? Can we presuppose a hive mind that performs like an automaton? Humans, coming together, create the Event, simply because of an inner urge to experience relations without guarantees.
MULTIFILE
Background: Accurate measurement of health literacy is essential to improve accessibility and effectiveness of health care and prevention. One measure frequently applied in international research is the Short Assessment of Health Literacy (SAHL). While the Dutch SAHL (SAHL-D) has proven to be valid and reliable, its administration is time consuming and burdensome for participants. Our aim was to further validate, strengthen and shorten the SAHL-D using Rasch analysis. Methods: Available cross-sectional SAHL-D data was used from adult samples (N = 1231) to assess unidimensionality, local independence, item fit, person fit, item hierarchy, scale targeting, precision (person reliability and person separation), and presence of differential item functioning (DIF) depending on age, gender, education and study sample. Results: Thirteen items for a short form were selected based on item fit and DIF, and scale properties were compared between the two forms. The long form had several items with DIF for age, gender, educational level and study sample. Both forms showed lower measurement precision at higher health literacy levels. Conclusions: The findings support the validity and reliability of the SAHL-D for the long form and the short form, which can be used for a rapid assessment of health literacy in research and clinical practice.
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
In het project wordt een nieuw door de HvA ontwikkelde methodiek (Open Collaborative Business Modelling methodiek, verder: ‘OCBM-methodiek’), toegepast om waardeproposities voor circulaire en biobased verpakkingen te ontwikkelen, samen met partijen uit de waardeketen. De inzet van biobased materialen is essentieel voor het terugdringen van het gebruik van fossiele plastics en – uiteindelijk – voor het bereiken van een volledig circulaire economie. De specifieke waardeketen waar het project zich op richt is die van verpakkingen op basis van Olifantsgras / Miscanthus. Projectpartner Vibers is een bedrijf dat dit gewas als grondstof gebruikt voor het produceren van o.a. verpakkingsmaterialen. Tijdens het project zal een viertal OCBM-sessies worden georganiseerd waarin Vibers in nauwe samenwerking met een wisselende groep ketenpartners en andere stakeholders een nieuwe waardepropositie formuleert. Projectpartner Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (verder: KIDV) bewaakt in de OCBM-sessies de duurzaamheid van de ontwikkelde propositie en speelt een rol bij evaluatie van de OCBM-methodiek voor de verpakkingsindustrie. Het project levert daarmee twee belangrijke resultaten op: 1. Een met behulp van de OCBM-methodiek ontwikkelde waardepropositie voor een circulair business model waarin een biobased verpakking centraal staat; 2. Aanbevelingen voor het verfijnen van de OCBM-methodiek: specifieke aandachtspunten voor het ontwikkelen van innovatieve, circulaire business modellen met behulp van deze methodiek.
Middels een RAAK-impuls aanvraag wordt beoogd de vertraging van het RAAK-mkb project Praktische Predictie t.g.v. corona in te halen. In het project Praktische Predictie wordt een prototype app ontwikkeld waarmee fysiotherapeuten in een vroeg stadium het chronisch worden van lage rugpijn kunnen voorspellen. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen en hierop te interveniëren. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Werkzame factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool waarmee een geïndividualiseerde kans op chronische rugpijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijn richtlijn. Hiervoor is eerst geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan is een keuze gemaakt ten aanzien van data die digitaal verzameld worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd worden. Met de verzamelde data worden met machine learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in de Clinical Decision Support Tool: een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden eindgebruikers (fysiotherapeuten en patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Vanwege de coronacrisis is er een aanzienlijke vertraging in de patiënten-instroom (doel n= 300) ontstaan die we met ondersteuning van een RAAK-impuls subsidie willen inlopen.