Studentenwelzijn blijkt de laatste jaren meer onder druk te staan en staat dan ook hoog op de agenda in het hbo en wo. Ook bij Fontys Pedagogiek is er in toenemende mate aandacht voor studentenwelzijn, zeker sinds de coronapandemie. In 2020 is de voltijdopleiding Pedagogiek van Fontys overgestapt naar een nieuw 'leergroep-curriculum'. Vanuit het Lectoraat Opvoeden voor de Toekomst hebben Aafke Baars-Seebregts en Guusje Staring een praktijkgericht, exploratief onderzoek uitgevoerd vanuit de vraag: Hoe kunnen de coachende onderwijsprofessionals binnen het leergroep-curriculum van de voltijdopleiding Pedagogiek handelen op een manier die bijdraagt aan het welzijn van de Pedagogiekstudent? In deze publicatie doen zij verslag van zowel de literatuurverkenning als het praktijkonderzoek met collega-coaches, studenten en een lid van de ontwikkelgroep.
In deze publicatie trekken wij lessen uit de coronacrisis voor het sociaal domein. Daarbij schetsen wij zes handelingsperspectieven: • Werk vanaf de start samen met lokale partners • Ga in dialoog met diverse doelgroepen en zorg voor passende communicatie • Benut de veerkracht en het zelforganiserend vermogen van burgers • Wees als bestuurder en ambtenaar zichtbaar en benaderbaar • Duid de cijfers aan de hand van concrete verhalen • Leer van het positieve en benut het momentum Deze zes handelingsperspectieven onderschrijven het belang van samenwerking van de lokale overheid met uitvoerende zorg- en welzijnsorganisaties, met vrijwilligersorganisaties en met sleutelfiguren binnen wijken. Deze partijen hebben in de coronacrisis laten zien dat zij verschillende (kwetsbare) groepen kunnen bereiken en kunnen inspelen op hun behoeften.
MULTIFILE
Managers van publieke organisaties kunnen in de beeldvorming op weinig sympathie rekenen. Het beeld is dat er teveel van zijn, dat ze vervreemd zijn van de werkvloer en de verkeerde dingen doen. Artikel over promotieonderzoek en boek 'De vooruitgeschoven middenvelder' van Vincent de Waal. Vincent de Waal, onderzoeker en docent bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht, richtte zich in zijn promotieonderzoek op de rol van middenmanagers van brede welzijnsorganisaties. Preciezer gezegd onderzocht De Waal welke veranderingen zich vanuit de Wmo voordoen in de functie van middenmanagers in brede welzijnsorganisaties (in het sociaal-culturele domein) en welke betekenis middenmanagers zelf, hun leidinggevenden en uitvoerende professionals daaraan verlenen.
De Nederlandse overheid heeft zich in 2018 gecommitteerd aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Dit akkoord heeft als doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad ten opzichte van het pre-industriële niveau. Om dit te bereiken heeft de Nederlandse regering met diverse maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven uit verschillende sectoren afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord. Deze afspraken hebben grote gevolgen voor burgers. Zo moeten zij bijvoorbeeld drastisch omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening en meer specifiek is er afgesproken dat alle huishoudens voor 2050 aardgasvrij moeten wonen. Dit kan betekenen dat huishoudens grote investeringen moeten plegen voor het installeren van een warmtepomp, het isoleren van hun huis en het treffen van energiezuinige maatregelen. Hoewel er burgers zijn die de energietransitie omarmen, is dit enthousiasme niet onverdeeld. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee, omdat ze de noodzaak van de energietransitie niet altijd delen, het hoge kosten met zich meebrengt en ze vaker wantrouwend naar de overheid kijken. Het Klimaatakkoord stelt echter dat de “wensen en zorgen van burgers en bedrijven zichtbaar moeten worden meegewogen in de keuzes die gedurende de transitie gemaakt worden” (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2019, p. 216), zodat maatschappelijke acceptatie en participatie voor de energietransitie worden geborgd. Het achterblijven van met name groepen met een lage sociaal economische status in de adaptatie van de energietransitie kan leiden tot maatschappelijke ongelijkheid of het zelfs vergroten. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’. In dit project wordt er samengewerkt met welzijnsorganisaties Versa Welzijn, Stichting Balans en de gemeente Soest waarbij wordt gefocust op twee verschillende wijken.
Er is een groep mensen in Utrecht die niet voldoende profiteert van het aanbod op het gebied van gezondheids- en welzijnsinterventies. Met name mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) en/of lage gezondheidsvaardigheden. Deze groep heeft vaker dan gemiddeld te maken met bestaansonzekerheid, door bijvoorbeeld armoede.
Aanleiding Bewegen als medicijn is onomstotelijk bewezen, zeker voor mensen met complexe gezondheidsproblemen. Ondanks deze kennis is toepassen ervan geen standaardpraktijk in de zorg. Hierin verandering aanbrengen is een uitdagend vraagstuk. Praktijkprobleem Medisch Specialistisch Revalidatiecentrum Basalt behandelt jaarlijks duizenden volwassenen met complexe gezondheidsproblemen. Ze streven ernaar om naast herstelzorg en het hervatten van de maatschappelijke rol, duurzaam gezond beweeggedrag te bevorderen, ook na de revalidatieperiode. Het onderzoeksprogramma "Basalt in Beweging" is ontwikkeld om op maat gemaakte ondersteuning te bieden aan revalidanten, gericht op gedragsverandering en het vergroten van de capaciteit, fysieke/sociale omgeving en motivatie tijdens revalidatie. Daarnaast biedt Basalt adviesgesprekken tijdens en na de revalidatieperiode aan om de behoeften van revalidanten af te stemmen op het beschikbare beweegaanbod in hun eigen leefomgeving. Hoewel de exacte gegevens over het aantal revalidanten dat doorstroomt naar beweegaanbod in de eigen leefomgeving niet beschikbaar zijn, blijkt uit onderzoek dat deze groep aanzienlijk minder beweegt dan mensen zonder lichamelijke beperkingen. Dit ondanks de inspanningen vanuit Basalt maar ook de Gemeentes zoals Den Haag en vele stichtingen vanuit het Sport- en Welzijnsdomein. Doelstelling Het PD-traject heeft als hoofddoel om een soepele beweegreis te bieden aan (ex) revalidanten van Basalt in de regio Haaglanden, met subdoelen gericht op het verkennen van de huidige situatie, het ontwikkelen van een gezamenlijk gedragen veranderaanpak en het implementeren en evalueren van deze aanpak. Onderzoeks- en veranderaanpak Een gezamenlijke inspanning van alle stakeholders, waaronder revalidanten, zorgprofessionals, beweeg- en sportinitiatieven, welzijnsorganisaties en de Gemeente Den Haag, is nodig om de beweegreis van revalidanten in kaart te brengen, te herontwerpen, te veranderen en te evalueren. Het PD-traject zal worden aangepakt via actieonderzoek, waar nodig gebruikmakend van designmethodieken, waarbij de perspectieven van betrokkenen worden samengebracht en cyclisch wordt gewerkt aan verkennen, plannen, uitvoeren en evalueren van veranderingen in de beweegreis van revalidanten.