Het project "werkplaats Oud-Oost" is opgezet om verkokering tussen organisaties te verkleinen, versnippering van aanpak en projecten te voorkomen en kennis die in het werkveld wordt ontwikkeld vast te houden. Het project beoogt daarmee een bijdrage te leveren aan ontschotting, professionalisering en de ontwikkeling van een gedeelde visie voor de aanpak van het gebied Oud-Oost. In dit plan van aanpak wordt de opzet van deze werkplaats verder uitgewerkt
DOCUMENT
In deze rede, die een uitwerking is van mijn lectoraatopdracht, wil ik laten zien dat het diverser worden van de Nederlandse samenleving voor nieuwe uitdagingen zorgt in de samenleving, in buurten, in scholen en andere organisaties en daarmee ook vraagt om nieuwe visies op het debat over inte- gratie zoals dat op dit moment wordt gevoerd. Deze rede beoogt een onderbouwing te geven voor de noodzaak het besef te laten doordringen in de hele samenleving dat diversiteit een gegeven en dat dit van ons allemaal, als burgers en als professionals, iets vraagt en in het bijzonder van pro- fessionals, in het Nederlandse onderwijs. Veel meer dan nu het geval is, zouden onderwijsinstellingen jongeren moeten leren dat het accepteren van verschillen de grondslag is van samen leven en werken in een heel divers Nederland nu en in de toekomst. Alleen zo worden noodzakelijke verbindingen tussen mensen, en het vermogen die tot stand te brengen, al op school ontwikkeld. Het antwoord op de vraag waarom aandacht voor diversiteit zo belangrijk is, de titel van deze rede, is de basis van het bestaansrecht van het lectoraat Diversiteitsvraagstukken. Met diversiteitsvraagstukken worden vraagstukken bedoeld die voortkomen uit het leven, studeren en werken in een zeer diverse samenleving, waarbij nadrukkelijk wordt gesteld dat diversiteit an sich niet als probleem wordt beschouwd, maar de vraagstukken die voortkomen uit omgaan met diversiteit daarentegen wel.
DOCUMENT
Lectorale rede, uitgesproken bij aanvaarding van het ambt als lector Studiesucces aan Hogeschool Inholland te Haarlem op 23 maart 2017. Ze bevat een synthese van de studiesuccesliteratuur, resultaten van praktijkgerichte onderzoeken naar succesvolle opleidingen, interventies, aanpakken en werkende principes. En tot slot het leggen van verbinding als een oplossingsrichting voor het duurzaam verbeteren van het studiesucces.
DOCUMENT
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
Duurzaamheid en het stimuleren van een circulaire economie zijn een belangrijke maatschappelijke opgave voor Hogeschool Rotterdam. Als hogeschool leiden wij studenten op die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven waar onze regio voor staat. Dit sluit aan bij de ambitie van de stad Rotterdam om in 2030 circulair de norm te laten zijn. Het werken aan deze maatschappelijke opgave gebeurt zo veel mogelijk in rijke leeromgevingen in de stad waar ondernemers, maatschappelijke organisaties en de gemeente Rotterdam samen komen. Een zo’n plek in Rotterdam is BlueCity, een broedplaats voor innovatieve bedrijven die hun reststromen aan elkaar koppelen. In dit project gaan we onderzoeken hoe we het onderwijs structureel kunnen verbinden aan de rijke leeromgeving van BlueCity. We gaan vier interventies doen om de rijke leeromgeving in het curriculum in te bedden: 1. Inventarisatie mogelijkheden samenwerken 2. Loketfunctie 3. Open lab 4. Fysieke plek voor het onderwijs in de inspirerende omgeving Tijdens het onderzoek wordt een inventarisatie gedaan van de wensen naar samenwerking op het gebied van circulair economie die de opleidingen en de bedrijven hebben. Na de inventarisatie, wordt er een langdurige loketfunctie ingericht, waarbij ‘vraag’ en ‘aanbod’ elkaar op een laagdrempelige manier kunnen vinden. Door middel van een open lab kunnen bedrijven van BlueCity en opleidingen van HR samen circulaire innovaties experimenteren. Docenten vanuit verschillende disciplines van de hogeschool leveren hun kennis en ervaring aan het verder opzetten van het open lab. Door samenwerkingsruimten, een collegezaal en onderzoeksruimten kunnen veel studenten kennismaken met circulaire economie en de innovaties en ontwikkelingen van de bedrijven in BlueCity. Door deze vier interventies te kwantitatief en kwalitatief monitoren krijgen we informatie over wat werkt of niet werkt en waarom, om het onderwijs structureel te verbinden aan een rijke leeromgeving. In een vervolgfase gaan we verder met de werkbare oplossingen.
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool